Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (2 delen) (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten (2 delen)
Afbeelding van Gedichten (2 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten (2 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.26 MB)

Scans (63.55 MB)

XML (4.98 MB)

tekstbestand






Editeur

A.E. Jacobs



Genre

poëzie

Subgenre

studie
verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten (2 delen)

(1991)–Joannes Six van Chandelier–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[150] Trouw, van Samuel Kaffart, met Sofia Dorhout (p. 255)

toelichting Het gedicht zal dateren van vóór Six' reizen in 1649-1651 (blijkens zijn vermelding van een eigen geliefde in r. 37-40). Over Samuel Kaffart en zijn vrouw kan ik geen nadere bijzonderheden geven. Op het tweede huwelijk van de weduwnaar Robbert Kaffart (een broer van Samuel?) schreef Six ook een gedicht (no. [399]) en over datzelfde (?) huwelijk maakt hij nog een terloopse opmerking in zijn gedicht no. [406], r. 81. De daar genoemde Kaffart heet een oom van Six te zijn, maar ik heb de relatie tussen de Sixen en de Kaffarts niet kunnen reconstrueren. Dit gedicht staat op p. 185-187 van Six' Poësy.

[pagina 271]
[p. 271]

annotatie  
 
titel trouw: Huwelijk
1 Verwierpt ghe dan: Hebt u (nu) dan afstand gedaan van
  vryers: vrijgezellen-
2 't vleisch: dwz. uzelf
3 Mids: Doordat
  d'Oude kerk: de Oude Kerk in Amsterdam
  huiden: nu, vandaag
5 Hoe meenich lach versleet dit blinde stuk: Hoe menige lach (van ons) was er gewijd aan de onbeantwoordbare vraag
7-8 nu ... toegesonden: (het juk) dat u nu eerder is opgelegd, wat mogelijk betekent dat ik minder gelukkig zal zijn
9 Myn meiningh mist, uw vryheit schipbreuk lee: Mijn (in r. 1-2 verwoorde) opvatting dat uw vrijheid (nu) schipbreuk heeft geleden, klopt niet
11 Van weeligh bloed: Van het wellustige bloed (van de mens)
12 Min bangh voor quaalyk vaaren: Met minder angst voor een foute koers (op die zee)
13 Uw seegen ryst de pluim nu: Vanwege uw triomf (in dit stuk, r. 5) verheft u nu uw staartveren (‘bent u zo trots’)
14 Niet wyl ghe juist gerocht: Niet zozeer omdat het u gelukt is ... terecht te komen (wnt iv, 1622)
15 waar meenigh man op krocht: waar (immers) menig man op ligt te kreunen van ellende
17 om 't gevolgh van wel gelukte trouw: wegens dat wat een geslaagd huwelijk meebrengt (toegelicht in de volgende regels)
19 Bescheert: Schenkt
  geleidt: dwz. door wie hij geleid wordt
  aan 't saaligende klouw: langs de draad die naar de zaligheid voert (wnt vii, ii, 4389, deze plaats). Het klouw (de kluwen) verwijst naar de kluwen die Ariadne aan Theseus schonk om hem zijn weg te laten vinden in het labyrinth van de Minotaurus.
20 doolprieelen: doolhoven
21 Godsaalicheit: Vroomheid (hier als eigenschap van de bruid)
22 daar binnen heeft haar woon: daarin woont
23-24 Gelyk ... juweelen: (De vroomheid, die is) als een berg, waaruit de juwelen (deugden) komen die een gouden kroon (metaforisch voor: de bruid, vgl. r. 27) sieren
26 en saalge seegenstraal: en voor zo'n heerlijk lichtende zegening
27 al de: de gehele
28 Getuige van 't versaamen: Die getuige is van de verbintenis
29 Sy hiet Sofye?: Zij heet toch Sofie? (vgl. sophia: wijsheid)
  ongemeen: ongewoon, wonderlijk
31 nooit verdeilt in tween: dwz. zonder dat daar ooit verschil tussen bestaat
32 van wysheits kraamen: van de verzamelde (in haar als in een bewaarplaats opgeslagen) wijsheid. De bruid ‘kraamt’ dus louter wijsheid ‘uit’, zoals haar naam al aangeeft.
33 die deuchd: nl. uw vrouw, die de wijsheid zelve is
34 Bequaamlik, naa het weeder, voortgeset: Dat gereedgemaakt (opgemaakt) is op een wijze die goed past bij het seizoen (vgl. wnt xxii, ii, 860)

[pagina 272]
[p. 272]

35 wet: ‘aanscherpt’
36 't eensaam vleisch: het lichaam van de ongehuwde
37 Wyl: Als
  sonder maan: dwz. in de diepste duisternis
38 Licht moosejank: Misschien wel voor het huis van mijn liefje zal staan dreinen (vgl. wnt ix, 977, deze plaats)
  voor een spleet: voor een tochtgat
39 Kleptandende: Klappertandend
40 van brand: in de hitte van het minnevuur
41 hoeft: hebt ... nodig
43 van minnelyke leên: ‘dat toch een lieflijk voorkomen heeft’
45-46 van uwen min geent, Belooft: Stelt, als het door uw liefde ‘geënt’ zal zijn, ... in het vooruitzicht
46-47 gelyk ... dorheit: net als de vijgeboom die (in het voorjaar) plotseling van zijn dorheid beroofd wordt (vrucht gaat dragen). In de metaforiek komt de dorheit overeen met de maagdelijkheid van de bruid. Het beeld is mogelijk een verwijzing naar Lukas 13:6-9.
47-48 ooft ... stammen: vruchten, waaraan men later de deugdzaamheid van de bomen zal kennen


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken