Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (2 delen) (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten (2 delen)
Afbeelding van Gedichten (2 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten (2 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.26 MB)

Scans (63.55 MB)

XML (4.98 MB)

tekstbestand






Editeur

A.E. Jacobs



Genre

poëzie

Subgenre

studie
verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten (2 delen)

(1991)–Joannes Six van Chandelier–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[155] Lesse aan het mesje van Roselle (p. 264)

toelichting Het gedicht staat op p. 192-195 van Six' Poësy.
 
annotatie  
 
1 Gaa weer: Keer terug
  omsilvert: verzilverd (of: met zilver ingelegd)

[pagina 278]
[p. 278]

6 sult: moet
8 't gevest bestreeken: uw heft, dat overdekt is
9 sonder tellen: talloze (bepaling bij kusjes)
10 bestellen: brengen, raken (Roselle zal het mesje immers kussen uit blijdschap dat ze het heeft teruggevonden...)
11 Met: Zodra
14 in den eenenhooren: in ‘De Vergulde Eenhoorn’, het huis en de winkel van de familie Six in de Kalverstraat
15 Daar: Waar
18 een kist, met ysre banden: dwz. een schatkist
19 gevonden: nl. door Six
21 hoe zoo langh gebleeven?: ‘hoe komt het dat ge zo lang weg bent geweest?’
22 Bid heur, om geen reên te geeven: Smeek haar de reden niet te hoeven noemen
23 verslaagen: teleurgesteld (nl. wegens de niet uitgesproken reden van het verlies: Six' diefstal)
24 rouw gedraagen: boete gedaan door te ‘rouwen’
25 ses geheele weeken: vgl. de eerste periode van diepe rouw, die zes weken duurde (Fahrenfort en Van de Graft, 1947, ii, p. 53)
27 sachte sinnen: lieve aard
28 Min of meer, ontstelt, gewinnen: Die min of meer onthutst was, min of meer geruststellen (Min of meer kan en zal bij zowel ontstelt als gewinnen horen)
29 juist naausiende: in haar opmerkzaamheid precies
30 zoo veel: nl. zes
  sleeten: voorbijgegaan zijn
31 stip: onophoudelijk, onveranderlijk
33 Seg ik somwyl u handhaafde: Vertel, dat ik u soms ‘met het heft in handen nam’, hanteerde (wnt v, 1964, deze plaats)
35-40 Dat ik [...] heur gesontheit [...] bedacht: (Vertel), dat ik ... haar gezondheid toewenste
35 smaaklik: als ik me tegoeddeed
36 Die my staadigh in den mond leit: dwz. gesontheit, die ik haar (eigenlijk) altijd wens
37 Dat ten minste niet kan schaaden: Wat (haar) alleen tot voordeel kan strekken
38-39 Van ... speeten: Vanaf (Gezeten aan) mijn tafelblad dat beladen was met gerechten uit potten of van het spit (Van Es, 1953, p. 140 wil gelaaden echter zien als een participium bij ik en verklaart: ‘verzadigd door wat op mijn tafel (: tafelberd) staat’)
40 by alle beeten: bij elke hap
41 Segh: Zeg, dat
  schelde: schilde
44 Die gerookte tongh vereerde: Die met gerookte tong vereerd werd
47 ik gingh u selve wetten: dat ik u persoonlijk sleep
48 af dee setten: af had laten ruimen
49 Segh, ghe sneed het seegelgaaren: Vertel, dat u het met lak dichtgezegelde touwtje (waarmee dit gedicht is dichtgemaakt) hebt gesneden

[pagina 279]
[p. 279]

54 Voor den roest der ysre tanden: Voor de tanden van de roest die het ijzer wegvreet (vgl. Van Es, 1953, p. 140). Of had het mesje tanden, ‘karteltjes’?
55 se mach geen leegheit lyden: ze kan niet verdragen dat u in ledigheid rust (en zo roest)
56 staagh: gedurig
58 na: naar
  leste: laatste
60 Naa: Nadat
61 loose treekjes: ondeugende streekjes
63-64 En ... Ghy: En dat u, onder het mom van (alleen) mooi te blinken
65 Sneedigh: Snijdend, Scherp
66 quaaltje: pijntje
69 zoo onheil mocht genaaken: als het per ongeluk mocht gebeuren
71 snapte: uitschoot (wnt xiv, 2256, deze plaats)
72 slinks: van de linkerhand (in de rechterhand houdt zij het mesje)
73 Swymelige: Flauwmakende (‘Zwijmbrengende’). Van Es, 1953, p. 140 meent dat de bloeddruppels ‘duizelig neervallen, slap neerzijgen’.
74 Laat: Laat dan
  de bloedwel: de bron van het bloed, het wondje
75 't purper druipen: het neerdruipende purper (druipen is hier een substantivum)
79 schynen: lichten, blinken
81 robyne vonken: fonkelende robijnen
83 Indiaansche: Indiase
84 tergen: jaloers maken
86 van de kroonprieelen: in de koninklijke lusthoven (?). Van Es, 1953, p. 140 verklaart vragenderwijs: ‘sierlijk opgemaakte, met bloem- en bladfiguren versierde kronen’, of eenvoudig: ‘prachtvolle kronen’.
87 Kom ik dan dit blad t' aanschouwen: Als ik dan dit gedrenkte rymvel onder ogen krijg
89 braseletten: armbanden
90 besetten: tooien
91 'k Wed: Ik wed, dat
92 hingen: zouden hangen
93 de glansen: de schitterende kleuren
95 dees lesse: ook in de zin van: ‘dit gedicht lesse’
  zult ghe scheiden: moet u (nu) weggaan
96 geleiden: voeren
98 kus: vgl. r. 7-10
 
correctie Op p. 192 van de bundel van 1657 staat in de titel van dit gedicht leste. In de lijst met Drukfeilen achterin de bundel is dit verbeterd tot lesse.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken