Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (2 delen) (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten (2 delen)
Afbeelding van Gedichten (2 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten (2 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.26 MB)

Scans (63.55 MB)

XML (4.98 MB)

tekstbestand






Editeur

A.E. Jacobs



Genre

poëzie

Subgenre

studie
verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten (2 delen)

(1991)–Joannes Six van Chandelier–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 363]
[p. 363]

[211] Brief aan Hans Baard te Haarlem (p. 355)

toelichting Over de Haarlemmer Hans Baard heb ik geen nadere gegevens gevonden. Hij was een verwant van Six, evenals de Utrechtse professor Hoornbeek, wiens moeder Jacqueline Baert heette en een Haarlemse was. Mogelijk was deze Jacqueline een familielid van Hans. In de tijd van het huwelijk van Six' ouders (1619) woonde Six' grootvader Joannes Six in Haarlem. Six zond Baard deze brief en het begeleidende gedicht fooi in 1649, aan de vooravond van zijn reis naar Frankrijk, Spanje en Italië (1649-1651). Uit een passage in fooi (r. 30-38) zou kunnen blijken dat Six het gedicht (inclusief de brief?) in druk heeft uitgegeven. Van een dergelijke gelegenheidsuitgave is mij echter geen exemplaar bekend. Deze Brief staat op p. 267-268 van Six' Poësy.
 
annotatie  
 
2 Volgende myne somwyle gewoonte: Zoals ik gewoon ben zo nu en dan te doen
  maak ik u l. deelachtich: zend ik u, mijn heer (u l. is een afkorting van uwer liefde, een beleefdheidsvorm. ‘Grooten van gelijken staet gebruyken onderlingh altijdt het woort: uwer liefde’, citeert wnt viii, 2076 uit D. Mostarts Vermeerderde Nederduytse Secretaris oft Zendbrief schrijver van 1656).
2-3 een, of twee: maakt Six onderscheid tussen het gedicht (het op deze brief volgende fooi) en de brief of tussen het eerste en het tweede gedeelte van het gedicht?
3 aalweelige luimen: malle fratsen (wnt i, 31, deze plaats)
  Iuist zoodanige, gelyk se dan tuimelen: (Het zijn) nu net het soort van voortbrengselen, als wel neervallen
4 ongebonden: onbeheerste, uitgelaten (vgl. ‘furor poeticus’)
4-5 door inbeeldinge van liefde, op Poësye: doordat hij zich verbeeldt een drang tot de poëzie te voelen
5 als: als het ware
5-6 van de lucht des Vaaders: van de damp van hun vader (de wijngod Bacchus)
6 van wien se hunnen Aadel beroemen: dwz. wiens ‘adellijke’ naam zij met trots dragen (vgl. Bacchus-Bacchanten)
6-7 ik segh: ik noem het
7-8 hadde ... toegewydt: had eigenlijk aan u, mijn heer, moeten worden opgedragen, en wel met plechtig ceremoniëel
8 de tweede voorsangh: nl. de tweede Keer van het op deze brief volgende gedicht fooi
  uitert: aangeeft (wnt xvii, iii, 541, deze plaats)
9 Aangesien: opent een bijzin die aansluit bij het voorafgaande
10 gelyken: schijnen te zijn
  een schetse beworpen: een eerste opzetje, dat geschetst wordt
11 wat: heel
  te penceelen: helemaal uit te schilderen, gedetailleerd te portretteren
11-13 Welk ... haate: En ik ben ervan verzekerd, dat u, mijn heer, die monsterlijke godin, die gewoonlijk wordt opgedoft in het witte satijn van de hoogachting, evenzeer verfoeit als ik haar haat

[pagina 364]
[p. 364]

14 bloedsieken: bloeddorstige
15 dubbelhartige mommerye: valse pluimstrijkerij (vgl. de oppositie tussen Six' ‘enkelvoudige’ aard en het niterlijk vertoon (de mommerye) van de dubbelartige pluimstrijker)
15-17 V l. ... afscheid: U moet, mijn heer, deze brief voorts in ontvangst nemen als mijn afscheid aan u, naast zoveel andere nabije (en ook: nauw verwante?) en goede vrienden
17 tot een uitreise: bij mijn afreizen
  na verre buitevrienden: naar verre, in het buitenland verblijvende vrienden. Het wnt kent buitenvriend echter alleen als ‘ongeoorloofde relatie van een getrouwde vrouw’ (wnt iii, i, 1824). Mogelijk schuilt er in de samenstelling buitevrienden dus al iets pejoratiefs (vgl. het vervolg).
  inwendigh: eigenlijk, in wezen (wnt vi, 2153)
18 op de teegenwoordige wyse: ‘zoals tegenwoordig wel vaker blijkt’
  van myn hart, en geest: sluit aan bij ontfangh voorts myn of scheid. Six kan Baard alleen met hart en geest vaarwel zeggen (vgl. de volgende zin).
18-21 Welk ... aangenoomen: En nu, door het haastige vertrek, mijn lichaam (mijn hele persoon) dat geluk (nl. ontvangen te worden door u) niet kan genieten, zal het mij heel wat pijn doen (nl. wegens het afscheid) en toch een groot genoegen doen, in zoverre ik, in de vorm van die beide delen van me (nl. hart en geest, die Six als het ware bijsluit in zijn brief) door u, mijn heer, zal worden verwelkomd
22 gelyk ik [...] my geheelyk opdraage: zoals ik mezelf ... (ook) geheel (en niet alleen in de beide genoemde ‘delen’) voordraag als uw dienaar &c.: bekorting van de beleefdheidsformule en de ondertekening aan het slot van de brief.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken