Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzamelde gedichten. Deel 1 (1947)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzamelde gedichten. Deel 1
Afbeelding van Verzamelde gedichten. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Verzamelde gedichten. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.00 MB)

Scans (2.40 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzamelde gedichten. Deel 1

(1947)–J. Slauerhoff–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 126]
[p. 126]

De Prinsessen

 
Golven roepen, kort, onder aan den oever.
 
 
 
Zij trillen tegelijk, in het verlangen
 
Alleen te zijn, diep in den goeden nacht.
 
Zij wanklen, leunend in elkanders armen,
 
De marmertrap af, vocht van warmen dauw.
 
Een sloep meert, dobberend van ongeduld,
 
Neemt dezen op, omdat zij haar bevrijden,
 
En drijft stroomafwaarts, niet diep liggende.
 
Zij rusten in de kleine ronde ruimte
 
Als in een schelp, zoo innig en zoo ruischend.
 
 
 
Dan spreekt een harer, wel de jeugdigste:
 
‘Vriendin, ik voel mij heet en droef, onzuiver,
 
Want de gehate dag hangt mij nog aan;
 
'k Wil hem verdrinken in den donkren stroom.’
 
 
 
Zij legt de engsluitende gewaden af,
 
Bevrijdt zich uit het kostbaar web, dat keizers
 
Gesponnen hebben om arglooze schoonen;
 
Zij rekt zich rank over den rand der boot,
 
Laat zich afglijden, huivrend van genot.
 
Haar leden voelen 't zachte water niet
 
Meer dan de omwademing der zomerlucht.
 
Haar wit gelaat drijft in den harenkrans
 
Ten spiegel: een ontloken lotosknop
[pagina 127]
[p. 127]
 
In het zachtzinnig terughoudend maanlicht,
 
Dat door het scherm der oeverboomen zinkt.
 
Zelf blijft ze zwevend, door geen licht geraakt,
 
Gelukkig lichaamloos, tot de ander roept.
 
 
 
Zij stijgt weer op de boot: twee zachte armen
 
Ontvangen haar en doen haar liggen aan
 
Den boezem, in den schoot van de geliefde.
 
't Water dat meeging, van haar lichaam warm,
 
Valt tusschen beide' als parelen van liefde,
 
Als regen uit een hemel deze' alleen
 
Geopend, door geen vorstenreeks bevolkt,
 
Terwijl de stroom heur liefde begeleidt,
 
Eentonig, als de stem der Eeuwigheid.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken