Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzamelde gedichten. Deel 1 (1947)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzamelde gedichten. Deel 1
Afbeelding van Verzamelde gedichten. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Verzamelde gedichten. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.00 MB)

Scans (2.40 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzamelde gedichten. Deel 1

(1947)–J. Slauerhoff–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 295]
[p. 295]

II

[pagina 296]
[p. 296]

Het eeuwige Schip

 
De zee wint invloed door tallooze lekken
 
Op 't binnenmeer van mijn groen donker hol;
 
Papyrusdun sleten de eeuwen mijn dekken,
 
Korstmos omgroeit mijn romp, die als een drenkling zwol.
 
 
 
Op mij onttrok zich werelds grootst verleden
 
Aan de' ondergang van mijn verzonken rijk:
 
Diepzee-netels vreten zijn hardsteenen steden,
 
Mijn vermolmende masten staan nog gelijk.
 
 
 
De eeuwig wisslende alleen is onveranderd
 
Als ik, die ontelbare schepen sindsdien
 
- Nooit een dag gezonken, geen nacht stil verankerd -
 
Als een geestenstroom voorbij heb gezien.
 
 
 
Lompe karveelen, zwaargebouwde brikken
 
Zag ik wijken voor 't slank, snelzeilend fregat,
 
En dit als uitstervenden vogel wegschrikken
 
Voor 't monsterlijk stoomschip, hoogdrijvende stad.
 
 
 
Zijn boeg splijt de breede vloedgolven, tergt de
 
Cyclonen en orkanen met zijn vaart,
 
Totdat een horde hoogtoornige ijsbergen
 
Een kern poolkoude vèr zuidlijk bewaart.
[pagina 297]
[p. 297]
 
Zij lijken, langs den einder rustend, poolvossen,
 
Maar glijden traag nader, topzwaar van diepen dooi;
 
De afstand krimpt...daar wentlen zich blanke kolossen
 
Op 't stalen gevaarte, uittartende prooi.
 
 
 
't Schip knakt, sloepen kantlen, duizenden verdrinken,
 
De zon bloedt in bewogen avondzee...
 
Ik zag het machtigst rijk in één slag zinken,
 
Zou ik bekommerd zijn om dit klein wee?
 
 
 
Mij deert geen ramp, mijn dekken bleven koud
 
Al bevoer ik heete petroleumbronnen;
 
Ook over de zeeën ingestorte zonnen
 
Zeilde ik koel, zeker van mijn behoud.
 
 
 
Mijn wrakke boeg baande zich breeden doortocht
 
In ijswoestijnen door geen schip bereikt.
 
Groenlandsche gletschers heb ik beoorlogd,
 
Onder wier drukking een dreadnought bezwijkt.
 
 
 
Hoe onder eigen warmte, onvermoed,
 
Het eeuwig ijsveld wegsmelt aan mijn zijwand,
 
Behoud ik als een trotsch genot voorgoed.
 
'k Was onschendbaar gelukkig, zonder één vijand:
[pagina 298]
[p. 298]
 
Hechte, staagknagende herinnering,
 
Door 't woeden van mijn lot niet uitgeroeid.
 
Hoe vaak ik tot mijn toppen onderging,
 
Toch is die vonk van vroeger doorgegloeid.
 
 
 
Niet als in 't ruim van Atlantische vrachtboot,
 
Waar katoen getakeld in ligt geperst,
 
Vlammelooze brand woedt met smeulende kracht, tot
 
Het vuur ten trans loeit door het dek dat berst;
 
 
 
Maar als een glimworm, die met dor geduld
 
Kruipgangen in 't vermolmde romphout boort,
 
Waarin 't nog hoorbaar tikt als 't noodweer brult,
 
Dat, als de zee licht, geel naargeestig gloort.
 
 
 
Herinnring aan een vroegre goede haven,
 
Die nu bedolven ligt en volgeslibd,
 
En aan een ouden Argonaut, begraven
 
Onder het puin van zijn vergeten crypt.
 
 
 
Want waar ik koers, kent de oceaan geen kusten.
 
Nergens kan 't blauw wit schuim slaan op een klip,
 
Slechts aan den boeg van het trouwvarend schip.
 
En 't is, of zij zoo beter kan berusten
[pagina 299]
[p. 299]
 
In het azuurgewelf, hoogstrakgespannen.
 
Zelfs haar werd deze eenzaamheid te machtig.
 
De zee dankt mij, dat ik mij houd verbannen
 
In 't wijd gebied, en liefkoost mij stormachtig.
 
 
 
Haar grondeloos gemoed heb ik doorvoeld,
 
Tot in de golflijnen der zachte trilling,
 
Die als een snikken door haar diepten woelt
 
Na de hartstochtelijkste krachtverspilling.
 
 
 
'k Ben een smal vaartuig, murw en diepverkleumd;
 
Mij streelt het grootst, wulpscht wezen der natuur.
 
Oneindigheid is 't, die in den maalstroom dreunt.
 
Zee kent geen grenzen, geen Chineeschen muur.
 
 
 
Waar aardbewoners wandlen in een landschap,
 
Hun liefde doen leunen aan bemoste ruïnes,
 
Omhelst mijn leest de tornado vol gramschap
 
En dompel ik onder in dondrende lawines.
 
 
 
Ontelbare malen gekust is mijn karkas
 
In driften, die ik diepliggend doorvoer,
 
Wild koortsig koersend, willoos zonder roer;
 
Maar als een roerdomp in dompig moeras
[pagina 300]
[p. 300]
 
Droefgeestig roept naar hooggelegen nest,
 
Heb ik soms om mijn goede haven gesteund.
 
De golfstroom heeft zich om mijn kreet bekreund:
 
Tot de vergetelheid van nieuwen tocht geprest.
 
 
 
Ik raak verzoend met 't zwijmlend, tuimlend dolen.
 
Poolcirkel noch keerkring noch evenaar
 
Bestaan voor mij, dol vaartuig, levend naar
 
Een landverloren tijd, de zee bevolen,
 
 
 
Welhaast almachtig over de planeet.
 
Diepondermijnde, ingevreten continenten
 
Zijn niet dan achtergebleven fragmenten
 
Van 't paradijs, dat in den afgrond gleed.
 
 
 
Waar zenithmetingen mijn tocht niet meer versperren
 
Vergeet ik de zon, die door een hemel dwaalt,
 
Noch zie ik op naar de verstrooide sterren
 
Van 't hemelrijk, dat uit de diepzee straalt.
 
 
 
Van schaamle scheppingswondren vermoeid
 
Vind ik daar diepbevredigde verrukking.
 
Wat starre aardkorst doemde tot mislukking
 
Staat hier tot monsterachtig schoon volbloeid,
[pagina 301]
[p. 301]
 
Zich onder 't zwaar smaragdgewelf verbergend
 
Om niet te storen harmonie der sferen.
 
Heimwee zou 't hart der zaligen verteren
 
Bij 't zien dier weelde, aarde en hemel tergend.
 
 
 
Oceaniërs wonen er in zachte wouden,
 
Waar zij zich zwevend welven en omstrenglen,
 
Door verregaande trilling voeling houden,
 
Eeuwig genietend, zuivere zinnenenglen.
 
 
 
Over den rand der onderzeesche atollen
 
Staan groote roode anemonekelken,
 
Doellooze, fraaigewelfde parasollen,
 
Die welbehaaglijk wieglen, nooit verwelken.
 
 
 
De groei der bodembosschen is despotisch
 
Als 't oerwoud aan den Amazone-oorsprong,
 
Een tooverland, verheimlijkt en exotisch,
 
Waar peillood noch ontdekkingsreis in doordrong.
 
 
 
't Licht is veelkleurig speelziek, als gemengd
 
Uit avondrood tot violet verteederd,
 
Den hevig gelen gloed die prairiën zengt
 
En 't poollicht, bovenaardsch groot pauwgevedert'.
[pagina 302]
[p. 302]
 
Ik hoor ontkiemende koraaleilanden
 
Klimmen met een zacht-knetterend geluid,
 
Over den ondergang der vastelanden
 
Doodsklokken, diep en lang vooruitgeluid,
 
 
 
Zondvloed verkondigend, die komen moet.
 
Moeras-, ijs-, rotstijd, alle gaan voorbij.
 
Eens springt de dorre maan in hoogen gloed
 
En zee omsluit de aarde in zwellend tij;
 
 
 
Het poolijs smelt, de waatren brullen, wassen,
 
Storten zich in vuurmonden van vulkanen,
 
't Heet hart der aarde blusschend; volkenrassen
 
Lossen zich op in lange karavanen
 
 
 
Om neer te slaan op verre bergplateau's
 
Waar lava nooit-gedooid graniet doorzengt,
 
Bergstortingen, wolkbreuk en waterhoos
 
Met aarde en levensvuur ten onder brengt,
 
 
 
't Uitschreeuwend voor 't begin der lange stilte,
 
Die golfgeklots slechts opneemt in haar orde,
 
Waar, onder wolke- en windelooze kilte,
 
Grauwgroene heuvlen alle einders vordren,
[pagina 303]
[p. 303]
 
En één dwaalster haar banen blijft begaan,
 
Licht door den lagen looden schemer zwevend:
 
't Schip, de eeuwige bloesem van den oceaan,
 
Vulkanen, flora, fauna overlevend.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken