Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzamelde gedichten. Deel 1 (1947)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzamelde gedichten. Deel 1
Afbeelding van Verzamelde gedichten. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Verzamelde gedichten. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.00 MB)

Scans (2.40 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzamelde gedichten. Deel 1

(1947)–J. Slauerhoff–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 304]
[p. 304]

Het Einde

I

 
In de zeeën waar de grijze
 
Golven wild ten berge rijzen,
 
Vliegend voordat zij, bevroren,
 
't Andre, vaste rijk behooren,
 
Weert een wal van eeuwig ijs
 
Een schim: een schip op havenlooze reis.
 
 
 
De ongenaakbre gletscherkammen,
 
Waardoor poolvulkanen vlammen,
 
Hebben hun hooggeschaarden rand
 
De zware wolken ingebrand,
 
Die neerneevlen, walmen, rooken.
 
Geen zon is ooit aangebroken
 
Over 't nooit verlicht gebied,
 
Waar Nacht ongestoord geniet
 
Van zijn almacht; ook de maan
 
Tast zijn zwarten wal niet aan;
 
Noorderlicht smeedt hem een kroon
 
Koudbrandend, afgrijslijk schoon.
 
 
 
't Schip, gebannen in omzeiling,
 
Wijt het verblinding, overijling
 
Dat geen doortocht is gevonden
 
In de machtige rotsenronde.
[pagina 305]
[p. 305]
 
Onder 't varen zonder vordren
 
Is het eeuwen oud geworden
 
En steeds voortgegroeid: te groot
 
Voor den greep van ramp en dood.
 
Bij het neerzien van de dekken
 
Gaan de golven, duizlingwekkend
 
Diep, schuimbekkend langs den romp,
 
Alsof de zee in de' afgrond kromp.
 
Zeilen, dwarrlend om de lange
 
Masten, schijnen saam te hangen
 
Uit het floers van vroegre zwerken,
 
Voorwereldlijke vogelvlerken
 
En het rag van spinnewebben,
 
Waaronder weg de tijden ebben.
 
De afgeleefde scheepsbemanning
 
Staat in nooit verbroken spanning
 
Op 't dek, in 't want verstard te staren
 
Naar een straat om in te varen.
[pagina 306]
[p. 306]

II

 
Langs de einde- en kimmelooze wanden,
 
Tusschen zee en zwerk geschoven vlakte,
 
Zweeft het schip, een ster langs harden hemel,
 
Tot de wanden splijten en terzijde
 
Wijken, een plotslinge waterval
 
't Neersleurt in 't verborgene der wereld.
[pagina 307]
[p. 307]

III

 
In ijlende versnelling
 
Stort de zee langs de helling
 
Tusschen wijkende muren;
 
Golven in zware zwelling
 
Schuimen als witte vuren.
 
't Schip weet den zwaren val,
 
Uit telkens dieper dal
 
Opzwevend, te verduren.
 
Een groene schemering
 
Die licht en donker verving,
 
Geeft de verzekering
 
Dat dit eeuwig zal duren.
 
't Schip dat verschrikking gepeild
 
Heeft en het leven ontzeild,
 
Zal zich door de eeuwigheid sturen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken