Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De minnende siele (1665)

Informatie terzijde

Titelpagina van De minnende siele
Afbeelding van De minnende sieleToon afbeelding van titelpagina van De minnende siele

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.55 MB)

ebook (6.72 MB)

XML (0.04 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De minnende siele

(1665)–Aegidius de Smidt–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 42]
[p. 42]

Minnende siele-klacht tot het kindeken Iesvs.



illustratie
IESVS


 
ALs ick in dit duyster woudt,
 
Door het groen-ghebladert hout,
[pagina 43]
[p. 43]
 
Met mijn sinnen op en neer.
 
Dwaligh wandel gins en weer;
 
Ach! hoe menigh diepe sucht,
 
Wt dit vlammigh borstje vlucht!
 
Jesv oorsaeck van dit vyer,
 
Dat mijn sieltje, dat my hier
 
Soo ontvonckt het inghewant,
 
Dat ick leef in desen brandt,
 
Als den Salamander doet,
 
Die door vlammen wordt ghevoet.
 
Iesu oorsaeck van dees min,
 
Iesv tot u hert en sin,
 
Iesu tot u nacht en dagh
 
Schiet ick suchtjens, stuer' ick clagh.
 
Oock mijn tongh is soo ghewent,
 
Dat sy niet als Iesvm kent,
 
Iae de bosjens allegaer,
 
Iesu, Iesu roepen naer;
 
En dat kleyn, dat lichte goet,
 
Dat hier springht, hier singht soo soet
 
Op dees tackjens hoogh en neer,
 
Pijpen Iesv soeten Heer.
 
Soeter is dit soete Kindt,
 
Als het soetste dat-men vindt;
 
Soeter als de versche wey,
 
Soeter als den malvesey,
[pagina 44]
[p. 44]
 
Soeter als het Manna was,
 
Soeter als den hypocras,
 
Soeter als de vlieghen zijn,
 
Soeter als den Spaenschen wijn,
 
Soeter als de rijpe druyf,
 
Soeter als de tortel-duyf;
 
Soeter is oock in sijn tael,
 
Als de soete nachtegael;
 
Soet van woorden, soet van praet,
 
Soet van wesen, van ghelaet,
 
Soet van wincken, soet van lagh,
 
Soet in't weenen, soet van klagh,
 
Somtijdts stoockt hy lieve pijn,
 
Somtijdts gheeft hy medicijn,
 
Somtijdts quetst hy tot het hert,
 
Somtijdts hy versoet de smert,
 
Somtijdts is sijn woordt wat straf,
 
Somtijdts gaet hem soetjens af,
 
Maer, ô Jesv! wat ghy doet,
 
Altijdt blijft ghy suycker-soet,
 
Altijdt suycker sonder gal,
 
Altijdt honigh over-al.
 
Jae als-men maer eens u siet,
 
Oft-men minnen wilt oft niet,
 
Schiet een ooghje door't verstandt,
 
Nieuwe hitte, nieuwen brandt.
[pagina 45]
[p. 45]
 
Wie is nu die seydt aen mijn,
 
Datter maer dry gracij zijn?
 
Al wat in mijn Jesv leeft.
 
Meer als duysent gracij' heeft;
 
Oock en word' ick niet versaet,
 
Door dit smeecken, en ghepraet,
 
Door dit segghen, en gheklap,
 
Door dit roepen, en ghesnap,
 
Door dit swieren ghins en weer,
 
Door dit loopen op en neer,
 
Maer daer ick jedt vind' bequaem,
 
Jesv dijnen soeten naem,
 
Jesv schrijf ick om end' om,
 
Daer ick met mijn penne kom.
 
En als my den slaep verwindt,
 
Komt voor my dat soete Kindt;
 
Jesus is in mijn ghedacht,
 
'Tzy by daghen, 'tzy by nacht,
 
Jesum sien ick voor my gaen,
 
Jesvm sien ick voor my staen.
 
'Tis een week', oft twee gheleén,
 
Dat ick hier quam henen treén,
 
Al waer staet dees eycken boom,
 
Die belommert desen stroom,
 
Die belommert 'twater hier,
 
Wt-ghespreydt aen dees' revier.
[pagina 46]
[p. 46]
 
Flux greep ick jedt in de handt,
 
Dat daer lagh vast aen de kandt,
 
En ick schreef wel diep daer in,
 
Iesus is dien ick bemin.
 
Naer dat ick dit hadd' ghedaen,
 
Soo veel als daer letters staen,
 
Soo veel kusjens met een kracht,
 
Druckten ick uyt al mijn' macht.
 
En soo hebb' ick wat mijn' lust
 
Aen dit groene hout gheblust;
 
Boomtje (seyd' ick) wast met vré,
 
Soo ghy wast, dees letters mé
 
Sullen wassen meer en meer,
 
Tot de glorij vanden Heer.
 
Boomtje, soo u jemandt vraeght,
 
Wat ghy hier voor letters draeght;
 
Seght; In dien ghy't wel besiet,
 
Letters (vriendtje) draegh' ick niet.
 
Wonden vindt ghy hier in't hout,
 
Wonden die van louter gout,
 
Nu vol blijdtschap, nu vol smert,
 
Mijne siele draeght in't hert.
 
Dit is siel u eerst beghin,
 
Dit is siel u leste min.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken