Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
In een web van vriendschap (1999)

Informatie terzijde

Titelpagina van In een web van vriendschap
Afbeelding van In een web van vriendschapToon afbeelding van titelpagina van In een web van vriendschap

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.72 MB)

Scans (4.21 MB)

ebook (2.91 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

In een web van vriendschap

(1999)–Martha S. Bakker, Mieke B. Smits-Veldt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Brieven van Nederlandse vrouwen uit de zeventiende eeuw


Vorige Volgende
[pagina 81]
[p. 81]

Nawoord

In de zeventiende-eeuwse wereld van Hollandse schilders leest een aantal vrouwen met aandacht een brief of heeft die lezing juist onderbroken. Vrouwen die zelf een brief schrijven zien we minder vaak dan briefschrijvende mannen, maar sommigen (geschilderd door Vermeer en Ter Borch) zijn wel beroemd geworden. Wie herinnert zich bijvoorbeeld niet Vermeers jonge vrouw in haar gele jakje, die met een peinzende blik opkijkt van haar papier, of Ter Borchs meisje dat zich niet laat afleiden en wier aandacht is geconcentreerd op de onbekende tot wie zij zich met haar pen richt? ‘De brief’ wordt in deze schilderijen meestal opgevat als ‘De liefdesbrief’, een duiding die past in de literaire traditie van de zogenaamde ‘heldinnenbrieven’: oorspronkelijk fictieve liefdesbrieven van mythologische vrouwen, die hun in de pen waren gelegd door de klassieke dichter Ovidius.

Nederlandse zeventiende-eeuwse vrouwen hebben zeker ook in werkelijkheid liefdesbrieven geschreven. Gezien de eisen van zedige terughoudendheid die toen aan vrouwen gesteld werden, zullen die alleen niet erg emotioneel van toon zijn geweest. Maar vanuit de beslotenheid van het huis, dat in de loop van de eeuw hoe langer hoe meer het hun toegewezen gebied werd, schreven vrouwen vooral ook andere brieven. Met vertrouwde familieleden, vrienden en vriendinnen wisselden juist zij informatie en ontboezemingen uit over persoonlijke en familieaangelegenheden, met huiselijke details die men bijvoorbeeld in de elegante literaire brieven van P.C: Hooft nauwelijks vindt. Hoewel het meeste verloren is gegaan, is er toch nog heel wat van die brieven bewaard.

Briefschrijven werd populair in de zeventiende eeuw: het was een kunst met zijn eigen regels, en om die goed te beoefenen had men een zekere mate van algemene ontwikkeling en stilistische

[pagina 82]
[p. 82]

scholing nodig. Minder ervaren schrijvers konden zich in de kunst van het briefschrijven bekwamen aan de hand van handleidingen met voorbeeldbrieven voor allerlei gelegenheden. Hieruit kon men onder andere de juiste beleefde aanspreektitels en afscheidsformules en ook wellevende zinswendingen leren. Hieraan werd in de loop van de eeuw door de gegoede burgerij steeds meer belang gehecht.

Algemene ontwikkeling was in deze tijd ook binnen het bereik van vrouwen gekomen, vooral van vrouwen uit beter gesitueerde kringen, die met de groei van de welvaart een steeds belangrijker rol in het beschaafd sociaal verkeer gingen spelen. Als meisje waren ze weliswaar niet toegelaten tot de Latijnse school, maar ze hadden wel schrijven, lezen, rekenen, Frans (en soms Italiaans) geleerd, en ze waren getraind in vaardigheden die zij later als echtgenote, moeder en hoofd van een beschaafde huishouding nodig hadden. Het onderhouden van sociale contacten, onder andere via wellevende en goedgeschreven brieven, eventueel met blijken van een vleugje belezenheid, behoorde daar ook toe. Dat werd praktisch mogelijk gemaakt door een steeds beter geregeld postsysteem van bodediensten.

Vrouwen voelden zich immers niet alleen betrokken bij de leden van hun eigen gezin, maar zij behoorden via hun familie en die van hun echtgenoot ook tot een soms ver uitdijend netwerk van verwanten. Binnen zo'n wijd familieverband waren profijtelijke huwelijken en goede relaties van het grootste belang: dankzij onderlinge protectie kon de sociale status en goede naam van zo'n familie behouden blijven. In het bevestigen van de onderlinge saamhorigheid speelden de vrouwen vaak een belangrijke regelende en bemiddelende rol, zoals in deze bloemlezing uit bijvoorbeeld de brieven van Maria van Reigersberch en Johanna de Witt blijkt. We zien de briefschrijvende vrouwen herhaaldelijk een beroep doen op de ‘vriendschap’ die zij met anderen willen onderhouden. Uit de recente studie van Luuc Kooijmans over ‘Vriendschap en de kunst van het overleven in

[pagina 83]
[p. 83]

de zeventiende en achttiende eeuw’ blijkt dat het vooral ging om gevoelens van loyaliteit ten opzichte van verwanten. Sommige briefschrijfsters, zoals Anna Roemers Visscher, duiden ook niet-verwanten aan als ‘vrienden’, maar ook dan betreft het mensen ten opzichte van wie zij een verplichting erkennen, op grond van welwillendheid die de ander heeft betoond.

 

Praktisch alle vrouwen die we in deze bloemlezing als briefschrijfster leren kennen, behoorden tot de hogere kringen van de zeventiende-eeuwse burgerij, de ruggengraat van een wezenlijk christelijke samenleving. Hun toon en stijl is afhankelijk van verschillende factoren, zoals hun relatie met hun correspondent, de mate van hun scholing en hun ambitie om zich te voegen naar stilistische conventies, maar uiteraard vooral van de persoonlijkheid van de schrijfster.

De meeste vrouwen schrijven vanuit een privé-situatie naar vertrouwde familieleden of vrienden. Binnen de familie houden de zusters en de moeder van Constantijn Huygens ieder op hun eigen wijze, op basis van gehechtheid en een oude persoonlijke band, de in Engeland verblijvende Constantijn op de hoogte van de lopende gebeurtenissen in de familie en in het Den Haag uit het begin van de jaren twintig. Dit geldt ook voor Huygens' zeer vertrouwde vriendin Dorothea van Dorp. Geen van de schrijfsters heeft er rekening mee gehouden dat haar brief door anderen dan Huygens gelezen zou kunnen worden. Ze hebben geen literaire pretentie, ze zijn spontaan en komen direct uit het hart; soms zit de lezer, voor wiens ogen die brieven nooit bestemd waren, hen heel dicht op de huid. Ook Maria van Reigersberch, echtgenote van de beroemde banneling Hugo de Groot, leren we uit haar brieven goed kennen. Ze schrijft aan haar broer en aan haar man vaak heel direct over haar zorgen en geeft daarbij herhaaldelijk uiting aan haar verbitterde gevoelens. Ze verkeerde in een andere sitatie dan Susanna Hoefnagel, Huygens' moeder, maar uit haar brieven spreekt ook een ander

[pagina 84]
[p. 84]

karakter. In haar brieven aan haar zoons windt ze er bepaald geen doekjes om: ze laat zich daarin kennen als een strengere moeder dan Susanna Hoefnagel, maar die had over haar zoon ook niet te klagen.

De brieven van Suzanna Barlaeus, dochter van de geleerde Caspar Barlaeus, aan haar toekomstige echtgenoot Geeraert Brandt zijn, hoe persoonlijk ook, toch veel minder onbevangen en meer stilistisch overdacht dan de brieven van Dorothea van Dorp aan haar jeugdvriend, dertig jaar daarvoor. Die gereserveerdheid behoort wel bij Suzanna's karakter, maar kan ook te maken hebben met de groeiende sociale gewoonte brieven binnen een vriendenkring voor te lezen. Wat Johanna de Witt, zelf echtgenote van een Dordtse burgemeester, in haar correspondentie met haar hooggeplaatste broer vertelt, was eigenlijk altijd ook voor de naaste familie bestemd. We zien hier een zakelijke, regelende oudste zuster in de weer, wier zorg onder andere het vinden van geschikte voedsters voor baby's uit de familie betreft.

Niet binnen de familiesfeer, maar wel binnen een vertrouwde kring van geestverwanten liggen de brieven van Maria Tesselschade Roemers Visscher aan haar oudere vriend Hooft en aan haar aanbidder Caspar Barlaeus. De brief van haar zuster Anna aan de hoge Zuid-Nederlandse ambtenaar Pieter Roose hoort ook wel binnen deze categorie, al kende Anna Roose lang niet zo goed. Maar Anna's stijl, hoe hoffelijk ook, is toch eenvoudiger en helderder dan die van haar zuster, die zich ook in haar zeer persoonlijke brieven aan Hooft voegt naar de literaire stijl van haar geleerde vrienden. In de brieven van deze twee vrouwen is geen plaats voor huiselijke aangelegenheden, wel voor de uitdrukking van gevoelens.

Alleen de ongetrouwde Alkmaarse domineesdochter Alida Bruno en Geertruyd Gordon, de echtgenote van een hoge ambtenaar, benaderen hun correspondent niet vanuit een vertrouwde onderlinge relatie, maar zij proberen als dichteres in

[pagina 85]
[p. 85]

contact te komen met een bewonderde dichter. In hun brieven doen ook zij erg hun best om de man in kwestie op een stilistisch hoog taalniveau te benaderen; beiden richten zich ook in dichtvorm tot hem. Veel meer dan de andere vrouwen putten zij zich daarbij uit in betuigingen van nederigheid, zoals van een vrouw met literaire of geleerde ambitie werd verwacht. Ook Tesselschade doet dat als ze aan de geleerde Barlaeus over haar werk schrijft.

 

Wat en naar wie de meisjes van Ter Borch en Vermeer schreven blijft een geheim. Maar wat zeventiende-eeuwse vrouwen bezighield behoeft niet helemaal verborgen te blijven: we leren uit de hier gepresenteerde brieven vaak sterke persoonlijkheden kennen, die ons terugbrengen naar een samenleving waarin ze een zeer actieve rol speelden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken