Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Epitheta, dat zijn bynamen oft toenamen (2017)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.38 MB)

ebook (3.23 MB)

XML (1.93 MB)

tekstbestand






Editeurs

Ingrid Biesheuvel

René Kurpershoek

Nicoline van der Sijs



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon
taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Epitheta, dat zijn bynamen oft toenamen

(2017)–Anthoni Smyters–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

D.

DAch.Klaren, schoonen, schijnenden, zorchdraghenden, achtervolghenden, navolghenden, vliedenden, voorloopenden, buyighen, hellen, veranderlijcken, droevigen, lichten, verlichtenden, korten, langhen, voorby-gaenden, wercken, zondach, zonnen-feest, vyer, leech, verblijdenden, der gheboorten, onwederroepelijcken, kouden, slibberighen, sonneschijnenden, vuylen, donckeren, duysteren Kers, Christ, naestkomenden, ghedenckweerdighen, haestverloopenen,
[Folio E3v]
[fol. E3v]
 bruyloft, lochten, vasten-avondt, Paes, Vasten, Pinxter, winneloosen.
Dack.Hanghende, huysdeckende, tichelen, naect, looden, lommerachtich, stroyen, rieten, prachtich, deckende, leyen, schalien, dicht, lang, breedt, gheboghen, overwelft, schoon, gheschoren, wijdt, groot, plat, onmatelijck, streckende, staende, hanghende, vercierende, open huys, ongedect.
Dadelboom, ziet Palmboom.
Daden ofte Feyten.Heerlijcke, hooghe, edele, kloecke, groote, trotse, treffelijcke, krijghs, oorlooghs, ghedenckweerdighe, onzegghelijcke, onwtsprekelijcke, deuchdelijcke, schoone, excellente, Godtlijcke, zoete, eerlijcke, doorluchtighe, ridderlijcke, hoochloflijcke, zotte, botte, onvrome.
Daedalus, ziet Icarus.
Daeyen.Palmen-vrucht, zoete, leckere, voedende, langhe, dicke, pruymachtighe, drooghe, honichachtighe, behonichde.
Daghement. ofte Citatie.Ghezette, bescheyden, rechtelijck, gheordineert, besloten, persoonlijck, beoordeelt, ghewesen, beroepelijck, haestich, geexploiteert, volkomen, dreyghende, ste-boden, stadt-dienaers.
Dageraet. Aurore.Verloopenen, rooden, morgenroode, gelen, rootachtighen, klaren, bepeerelden, bleecken, lichten, purpuren, glinsterenden, vroeghen, vochtighen, schoonen, harachtighen, Indiaenschen, half-witten, rozijnighen, spaden, natten, blinckenden, lieflijcken, traghen, stralenden, wtkijckenden, Tithonis boel.
Dal ofte Valeye.Steenachtighe, leeghe, diepe, duystere, vochtighe, swijmende, verborgen, hangende, donckere, swert, begraest, groen, lommerachtich, krom, draeyende, zantachtich, galmende, engh, nederich, hol, natachtich, ghestrect, bloemen, heuvelachtich, berchachtich.
Damp.Aessemenden, roockachtighen, vochtighen, dicken, nevelachtighen, mistighen, donckeren, traghen, opklimmenden, ghecorrumpeerden, rieckenden, warmen, heeten,
[Folio E4r]
[fol. E4r]
 vyerighen, stoven, aertschen, reghenachtighen, oven, natreckenden, lauwen, parfumeersel, distileerklocken, alembicxsen, kouden, lichten, vetten, sonnen, somer, duysteren, blinden, lochten.
Danaüs.Belus sone, Koninck van Arges, ouden.
Hy was den broeder van Aegipte ende van Belus, hy regneerde 50 jaer over 'tvolck van Angris, na dat hy de Koninck Sthenelus wtghedreven hadde. Hy genereerde 50 dochteren, welcke Beliden ghenaemt werden: Op eenen nacht doodden sy alle haren Mannen, wtghenomen Hypermnestre.
Danouwe.Een reviere, ghehoornde, ysighe, vermaerde, breede, groote, diepe, duytsche, kromme.
Dardanus.Phrighiaen, fondeerder van Troyen, Ioviaen.
Hy was Iupiters sone, ende van Electre, den welcken inghenomen hebbende Phrigia, timmerde daer een Stadt die hy na synen name noemde Dardania, welcke daer na Troyen wert ghenaemt.
Dans. ofte Ghedans.Narren, zotten, lieflijcken, liefden, vrolijcken, eensamen, gaillarden, bevenden, kamerspeelders, liedekens, matighen, huppelenden, nacht, openbaren, lustigen, ronden, wtsinnighen, onkuysschen, bachus, bruydts, mooren, springhenden, mallen, wenckenden, stommen, draeyenden, boeren, apen, vergaderden, Venus, zottinnen, belachelijcken, duytschen, simmen.
Danssaert.Wackeren, behendighen, spertelenden, stercken, slingherenden, moyen, gheperfumeerden, beleefden, Ioffers, kloecken, fraeyen, gheestighen, jenten, edelen, vrolijcken, poppen, lichtveerdigen, lochtgeestighen, lichtvoetschen, jonghen, beschaemden, behaghelijcken, rasenden, bezienen, ziender.
Daphne.Tessalinische, vluchtersse, Peneïdsche, mager, schoone, lauwersche, reyne, vluchtende, oft voorloopstere.
Sy was dochter vanden vloedt Peneï: Apollo op haer zeer verlieft wesende, zochte alle middelen haer tot synen wille te hebben: Sy voor hem altijt vluchtende, de Goden kreghen medelijden met haer, ende veranderdense in eenen Lauwerboom.
Das.Lichten, vreesachtighen, bosch, teeren, vliedenden, wilden, verveerden, rasschen.
[Folio E4v]
[fol. E4v]
David.Een Propheet, Koninck, Reus-verwinner, Psalmzinger, stouten, Herder, Konincklijcken, Iesse sone, Herpenspeelder, Krijgher, Godts vriendt, machtighen, Hebreeuschen, Isaischen, Heldt, een man na Godts herte, lanckmoedighen, Knecht Godts.
Daveringhe.Schuddende, loterende, onvaste, zotte, kleyne, wagghelende, dreunende.
Dauw.Voorjarighen, morghen, hemelschen, versschen, zoeten, lieffelijcken, goddelijcken, ghepeerelden, vochtighen, Manna, reghenachtighen, nachts, klaren, dunnen, Godendranck, zuyveren, natten, ghespreyden, dagheraets, lauwen, leckenden, druppenden, druypenden, verspreyden, uchtenden.
December. ofte Wintermaendt.Ghevrosene, sneeuwige, wintersche, gheysde, luye, kale, onnutte, duystere, ysachtige, droeve, aschvijstersche, haghelachtighe, blauweckighe, lollaerts.
Deech.Witten, voedenden, meel, zachten, ghekneden, verheven, heef, teeren, harden, zuer, backers, swaren, dichten, dicken.
Deighen ofte Dagghe.Furieusen, breeden, harden, dreygenden, oorlooghschen, krijghs, moorders, blinckenden, wreeden, krommen, snijdenden, moordenden, steeck, scherpen, stalen, gheweldighen, wtghetrockenen, bloedigen, bebloeden.
Delos.Phebeaensche, vermaerde, dwalende, heylighe, Appolinische, weerdighe, onghestadighe, goddelijcke, Cycladiaensche.
Onder alle de Cycladische Eylanden is Delos d'excellentste, daer men zeght dat Apollon ende Diana gheboren zijn, om welcker oorsake de Heydenen hebben't groote eere aenghedaen.
Deluvie.Overvloet van wateren, gemeynen, barenden, vlietenden, verslindenden, doodenden, aller-drenckenden, vernielenden, water, overloopenden, al-verdervenden.
Democritus.Spotter, spottenden, Philosooph der natueren, armen, gheleerden, bootsighen.
Democritus is een Philosooph gheweest, gheboren inde stadt Abdera, den welcken zich gheheelijcken heeft behgeven tot ken-
[Folio E5r]
[fol. E5r]
 nisse van vele konsten: zelfs om beter in d'overdenckinge vande natuerlijcke dinghen zich t'oeffenen, stack hy zich zelfs d'oogen wt. Hy en achtede 'tgoedt deser weerelt niet, leefde armelijcken, ende men zeght dat hy aller menschen wercken en wat van hun gheschiedde, belachte ende bespotte, ghelijck Heraclitus de zelvighe beschreydde. Hy sterf in't hondert ende neghenste jaer syns ouderdoms.
Demon.Subtijlen, vliegen, Godes bode, overalloopenden, loopere, gevlogenen, vlichelaer, wackeren, haestveranderenden, huylenden, grouwelijcken, verschrickelijcken, logenaer, stercken, behendighen, afgrijsselijcken, schrickelijcken, besworenen gheest, oproerighen, donckeren, ongheduldighen, verrader, betooverden, boosen, mallen, helschen, dwalenden, vermomden, gheck-speler, roepere, onghestadighen, hatelijcken, bedriegher, aengheroepenen, vander locht, bevenden, bedriegelijcken, aertschen, zot, onreynen, onzuyveren, veranderden, bevenden, sitterenden, grouwelijcken, eysselijcken, onzaligen, quaden, nacht, ongheluckighen, wederspannighen, vyermijdenden, water, duysterheyt, bemminner.
Dat zijn goede ofte quade Engelen, en meest verstaet men den quaden, ende Enghel ten goeden.
Demostenes.Orateur, welsprekenden, fraeysprekenden, stadighen, degelijcken, grootsen, beleefden, discreten, Prince der orateuren, heftighen, vloedt der welsprekentheyt, vermaerden, beroemden.
Demostenes was den eersten ende wtnemensten van alle de Griecxsche Orateuren, syn Vader was oock alzoo ghenaemt, een sweert-Smit, die sterf als hy maer 7 jaer oudt en was, nochtans liet hem 9000 kroonen tot erfgoedt, daer syne Voochden hem groot ongelijck in deden, ja also, datse syne Schoolmeesters hunnen loon niet en wouden betalen. Hy bestedede ende begaf alle syn zinnen ende verstandt aen de Rethorijcke, ende ghingh te boven in sterckheyt ende kracht van welsprekentheyt, in staticheyt, ende grootmoedicheyt, in maniere van schrijven, ende in neerstighe wtnementheyt van konste, alle die in synen tijdt hun met de konste oreren en advocasseren bemoeyden. Eyndelijck sterf den 16 Octobris inden Tempel Neptuni in't Eylandt Calavria, na dat hy ghewillichlijck hem zelven hadden verghiftet, op dat hy in Anti-
[Folio E5v]
[fol. E5v]
 paters handen niet vallen en zoude, daer hem Archias in leveren woude.
Destructie ofte Verstooringhe.Verderffelijcke, nedergheslaghene, elendighe, te niet doende, oorlooghsche, vervallene, eyndelijcke, schadelijcke, omworpende, onwederbouwelijcke, verlorene, gheheele, destruerende, arme, ongheluckighe, deerlijcke.
Deucalion.Prometheaenschen, vernieuwer van Thesalien.
Deucalion, Prometheij sone, Pyrrheis man, Koninck van Thessalien, in den tijdt datter eenen grooten watervloedt was, hy ende syne huysvrouwe in een Schip klimmende, salveerden hun op den berch Parnasse: De wateren ghevallen wesende, verstondt datter voorzeght was door de Goden, dat om de menschelijcke natuere weder op te bouwen, men moeste de beenderen van de Grootmoeder achter rugghe worpen, daeromme Deucalion en Pyrrha wierpen de steenen in zulcker manieren, dat de steenen die Deucalion gheworpen hadden veranderden in mans, ende die Pyrrha ghezaeyt hadde in wijfs.
Deught.Edele, goddelijcke, ghedenckweerdighe, levende, vermaerde, klare, hooghe, excellente, stercke, kloeckzinnighe, krachtighe, zedighe, volhardende, doorluchtighe, eerweerde, middelmatighe, eerbare, eeuwighe, weerde, hemelskindt, schoone, doorluchtighe, loffelijcke gheheele, opperste, stercke, Godtvruchtighe, hoochmoedige, medecinale, vaste, stantvastighe, volmaecte, zonderlinge, gheautoriseerde, aengheborene, machtighe, zalighe, vyerighe, arbeydighe, huyshoudende, yverighe, ontemmelijcke, benijde, heerlijcke, ridderlijcke, zeltsame, onsterffelijcke, konincklijcke, hemelsche, voorderlijcke, moedighe, wijse, wet-ghevende, mannelijcke, grootmoedighe, glorieuse, ongheloovelijcke, ghebiedende, keyserlijcke, gherechtighe, strijtbare, onverwinnelijcke, voorsienighe, discrete, eerweerdighe, konstbarighe, blinkende.
Deure.Val, ghespijckerde, schuer, kelder, huys, ganck, ghegrendelde, ghesloten, open, ingancx, achter, voor, zolder, kamer, keucken, kerck, poorten.
Deurwaerder.Roedraghenden, ghebiedenden, macht-
[Folio E6r]
[fol. E6r]
 hebbenden, bevelenden, bezighen, onledighen, ghedienstigen, ghevreesden, veerdighen, voortvarenden, eerbaren, dienstwillighen.
Diamant.Steen, harden, onverderffelijcken, blinckenden, ghepunten, rijcken, kostelijcken, vlickerenden, vlammighen, bevenden, wtghesonderden, eeuwighen, Indischen, klaren, grauwen, vasten, eeuwich-duerenden, kantighen, verhevenen, puntighen, snijdenden, ghesneden, rouwen, platten.
Diana.Maghet, schuttersse, wilde, schoone, reyne, dryhoofdighe, jaeghstere, dwalende, wackere, zuyvere, Goddinne, Ephesische, opgheschorste, Latonij dochter, lichtgheestighe, Deliens sustere, jachtgaende, Ioviaensche, Scytische, eerbare, eerweerde, boschwachtersse, onghecorrompeerde, zoete, onverkrachte, dryvuldighe.
Sy was de dochter van Iupiter ende Latone, de suster Apollon, werdt gheboren in 't Eylandt Delos, welcke de reynicheyt zoo groot achtede, dat om wt den ghezelschap der mannen te wesen, ende de vleeschelijcke prickelen niet te gevoelen, ginck in't bosch woonen, met eenighe dochters verzelschapt, haren tijdt ombrenghende ter jacht te gaen. Sy droech den boghe ende den pijlkoker, ghinck altijt opgheschort en gheleerst, in manieren dat men haer noemde de Goddinne vande bosschen ende wildernissen. Den wtnemensten Tempel die sy hadde was te Ephesien.
Dido.Koninghinne, elendighe, reyne, ongheluckighe, Sydoniaensche, zotte, desperate, amoureuse, rijcke, wtsinnighe, furieuse, vyerighe, lantloopstere, Princesse, Pheniciaensche, onzalighe, rasende, dulle, vreemde, Tyriaensche, tranende, schoone, dolende, Carthaginische.
Virgilius zeght dat na de destructie van Troyen, Eneas hem ter Zee begheven hebbende, gheraecte door onweder van winde tot Carthago, waer Dido Koninghinne was ende die ghebouwet hadde, verliefde op hem, ende om dat hy haer verliet, dooddese haer zelven. Zommighe willen zegghen, dit maer een fabel en is, ende meynen dat Dido, anders ghenaemt Elise, Belus dochter, d'eerste huysvrouwe was van Sicheus, welcke ziende dat den Koninck Getuli haer met ghewelt tot eenen wijve hebben wilde, hadde liever haer zelven het leven te nemen, dan synen wille te consenteren, ende door dese middel d'eerbaerheyt van haer eerste hou-
[Folio E6v]
[fol. E6v]
 welijck te behouden, welcke door het tweede houwelijck gheschent zoude worden.
Dief.Loosen, schalcken, botten, wackeren, gauwen, doortrapten, kap, roovenden, ongheluckighen, steel, nacht, moordenaers, openbaren, afzetter, tragen, schelmschen, huys, rasschen, roovers, bespieder, onghenadighen, lonckenden, peerts.
Diefleyder ofte Stadtdienaer.Officier, ghedienstighen, stouten, konincx, exploitier, loosen, rechts, kolfdragher, executeur, kluyver, onderdanen, sweertdraghenden, reysenden, rijdenden, dreyghenden, hatelijcken, dager, proces-minnaer, straffen, strenghen, roedragher, onghenadighen, opsnapper, bekeurder.
Dieghe, ziet Heupe.
Dienaer.Ghetrouwen, ootmoedighen, ghebruyckzamen, neerstighen, bezighen, Iouffrouwen, wackeren, curieusen, trouwen, vreemden, vliedenden, ghehoorzamen, weerdighen, vuylen, huys, volghenden, achtergaenden, ordinaris, kamer, ghewilligen, schuldigen, verplichten, onderdanighen, ampts, gheneghenen, goetgunstighen, slaef, elendighen, verborghenen, dienstwillighen, verobligeerden, betrouden, stafdraghenden, stadt, heeren.
Dienstbaerheyt.Snoode, elendighe, catijvighe, verdrietelijcke, vernederde, ootmoedighe, bedwonghene, hatelijcke, ghewillige, pijnlijcke, wreede, harde, sware, subjecte, schandelijcke, lastighe, schaemachtighe, onverdraghelijcke, d'wterste-quaet, slavighe.
Dienstmaecht ofte Ionckwijf ofte Kameniere.Slavige, ootmoedighe, reyne, hupsche, wackere, ghetrouwe, eerbare, ghehoorsame, huyshoudende, neerstighe, hertelijcke, vlijtige, veerdighe, volghende, opgheschorste, vuyle, slordighe, morssighe, swijghende, ghedienstighe, willighe, stercke, behendighe, kloecke, doende, arbeydighe, ghehuyfde, ghebagijnde, schoone, lustighe.
Dione.Schoone, onkuyssche, Nymphiale, Occianische, vriendelijcke, troetelighe, lieflijcke, pluymstrijcstere.
[Folio E7r]
[fol. E7r]
  Homerus zeght dat sy Venus moeder was, derhalven genaemt wordt Dionaea. Hesiodus rekentse onder d'Oceaensche Nymphen.
Diepte.Onmetelijcke, hooghe, holle, vochtighe, donckere, duystere, eysselijcke, grouwelijcke, verslindende, leeghe, wonderlijcke, putten, oneyndelijcke, onwtsprekelijcke, afgrondische, afgrijselijcke, helsche, draeyende, ghevaerlijcke, breede, mijnen, ongrondighe.
Diogenes.Cynischen, vermaerden, wanckelbaren, bijtenden, bootsighen, armen, spottenden, aenmerckenden, berispenden.
Hy was een Cynicks Philosooph, zeer vermaert, hy en achte de rijckdommen des weerelts niet, hy was gheboren (zoo't scheen) om het menschelijcke geslachte te contrarieren. Hy sterf in't 90 jaer syns ouderdoms, hy gheboodt datmen syn lichaem niet begraven en zoude.
Discipel. oft Leerlingh.Toeluysterenden, gehoorsamen, studieusen, leerbaren, leerenden, botten, luyen, neerstighen, harden, nieuwen, onleerbaren, aennemenden.
Discretie. ofte Bescheydenheydt.Ghematichde, wijse, voorsienighe, bedachte, rijpe, redelijcke, ghezette, statighe, raedtghevende.
Disputatie.Twijffelachtighe, obstinate, rallende, schoolsche, onzeker, scrupuleuse, Theologische, twistachtighe, gheleerde, diepsinnighe, arguerende, Sophistische, kijvende, Philosoophsche, tonghenstrijdighe, nuttelijcke, ghevoeghelijcke.
Distelvinck.Gheverwet, blijdt, kleyn, roeperken, quetterende.
Distele.Stekende, harde, doornachtighe, ghekopte, ghepunte, veldt, scherpe, wilde, bijtende.
Dithyrambus.Onghereguleerden, blijden, van Theben, oft Thebaenschen bachist, ghenuechlijcken, stouten.
Men zeght dat hy den eersten was die versen dichte ter eeren van Bacchus.
Dochter.Ionghe, zoete, staet, vrolijcke, aenghename, luye, traghe, sobere, ghestadige, beschaemde, houbare, schoone, kleyne, zedighe, demoedighe, vriendelijcke, vrijstere, ma-
[Folio E7v]
[fol. E7v]
 ghet, quade, slechte, blijde, ghenuechlijcke, weerspannighe, moye, troetelachtighe, bruynken, eerbare, reyne, beleefde, vreesachtighe, aerdighe, behaghelijcke, lieve, blonde, lustighe, gheestighe, beminde, cierlijcke, teere, zuyvere, jente, ghemanierde, vleystere, pluymstrijcstere, propere, gheschicte, eerlijcke, zeedbare, spinstere, opgheschorte, opghetoyde, poppeken, edele, toeghemaecte, curieuse, besette, bequame, fraeye, huyshoudende, menagerende, schoonhayrighe, loddelijcke.
Doctoor.Gheleerden, edelen, ouden, in der Godtheyt, regent, Sorbonischen, eerweerdighen, onderwijser, weerdigen, Goddelijcken, onberispelijcken, onsen, meester, heer, magister noster, vermaerden, naemweerdighen.
Doecxken, Slets. ofte Voddeken.Versleten, oudt, snoot, ghescheurt, verduft, ghegaet, vuyl, bescheten, onnut, stinckende, quaet, verflenst, plaester, verworpen, kinder, kleyn, veych, verhackelt, blint, verblint, doeck.
Doel.Merckelijcken, hooghen, breeden, eyndelijcken, ghestelden, voorwenden, wtstaenden, kloveniers, booghschutters.
Dogghe.Verhongherden, grooten, grimmighen, grimmenden, ouden, rochelenden, spitshayrighen, beestbewarenden, bassenden, grysen, grauwen, Engelschen, pryighen, huys, vervolghere, stouten, huylenden, huyswachtere, swaren, periculeusen, rasenden, arghen, rasschen, quellijcken, stercken.
Dog-hondt.Swerten, hongherighen, ghequispelden, moyen, moedighen, grooten, corzelen, stercken, kortoorighen, moedts, wreeden, verslindenden, edelen, vergrimden, slocker, gulzighen, bassenden, furieusen, rasenden, grouwelijcken, eysselijcken, gierighen, ghevaerlijcken, herders, ghetrouwen, wachter, snapper, blaffer, stouten, vuylen.
Dolphijn.Lieflijcken, stijven, blauwen, blonden, ghekromden, rasschen, gheschelfferden, schobbighen, lichten, Musijck-beminner.
Desen visch is den snelsten van alle Zee-visch, is liefhebber van de menschen ende vande Musijcke.
[Folio E8r]
[fol. E8r]
Donder.Vyerighen, luyde-donderenden, schietenden, loopenden, scherpen, grouwelijcken, ronckenden, straffenden, plaghenden, ronden, vyer-spouwenden, rooden, zolfferachtigen, stuyvenden, onvliedelijcken, onontvliedelijcken, schuyffelenden, schetterenden, verachtenden, nederworpenden, vyandelijcken, verstoorenden, verdwijnenden, wechvarenden, doordringhenden, brandenden, wreeden, tempeestighen, gheweldighen, vliedenden, dreygenden, wreker, stoock-vyer, ghevaerlijcken, schadelijcken, vlieghenden, hemelschen, furieusen, dommelenden, Vulcanischen, krachtigen, tierenden, ghevederden, rasschen, stormenden, onwederighen, machtighen, stouten, wackeren, rommelenden, voorzeggher, stercken, stronckelenden, verstoorden, schijnenden, klaren, wonderlijcken, slaenden, verslindenden, schrickelijcken, grouwelijcken.
Donderbaer ofte Huysloock.Hayrich, muer, effene, zachte, verkoelende, altijt groene, ververschende, zavelminnende.
Is des VVinters ende des Somers even groen, groeyt gheerne op de mueren ende daken en op leemachtighe plaetsen.
Doot.Onzekere, ghemeyne, wrecke, verradersche, dreyghende, haestighe, onverzadelijcke, wreede, harde, nijdighe, traghe, onverbiddelijcke, spijtighe, bloedighe, onghezenude, onghenadighe, kreupele, doove, beulinne, stomme, ghelijcke, koude, quade, gheringhe, gierighe, rassche, grouwelijcke, nedervellende, quellijcke, ontaerde, droevighe, afgrijselijcke, verstickende, schadelijcke, lasterlijcke, blinde, bleecke, eysselijcke, maghere, gheweldighe, bittere, verveerlijcke, onverwachte, vreesselijcke, verslindende, verteerende, witte, swerte, vreemde, straffe, felle, snelle, ongheluckighe, spijtighe, ongherechtighe, smertelijcke, strenghe, onhandelijcke, inslockende, stuere, quellijcke, moeyelijcke, beweenlijcke, onvliedelijcke, zekere, toegheeyghende, stickende, hatelijcke, dorre, ontemmelijcke, rassche, menschen-vyandt, verrasschende, moordersse, onversienighe, wrekende, helsche, ghevreesde,
[Folio E8v]
[fol. E8v]
 zalighe, gheluckighe, bedroefde, beklaghelijcke, vervloecte.
Doodinghe.Bloedighe, bebloede, wreede, krijghsche, deerlijcke, moordighe, gheweldighe, furieuse, grouwelijcke, sterffelijcke, roode, elendighe, bloetstortende, snoode, afgrijsselijcke, dootslaghighe.
Doofheyt. ofte Doovicheyt.Quellijcke, botte, verdraeyde, catarreusche, oude, quellijck, nijdighe, stomme, voedtstere van wijsheyt ende redelijckheyt.
Doolhof.Dedalischen, verborghenen, blinden, marberen, draeyenden, omloopenden, wandelplaetse, subtijlen, quellijcken, afleydenden, Cretisschen, spitsvindighen, overwelfden, Egyptischen, wonderlijcken, donckeren, zeltsamen, vreemden, verblinden, verloren kost, onghemackelijcken.
Doolwegh.Dolenden, moeyelijcken, langhen, verborgenen, krommen, dwalenden, woestijnschen, wtweghighen, verkeerden, berchachtighen, verren, lommerachtighen, heymelijcken, quellijcken, ghekruysten.
Doopsel ofte Doop.Wederbarenden, badt der wedergheboorte, christelijcken, heylich, goddelijcken, zalighen, nootwendighen, afwassenden, reyningenden, verbont-teecken.
Doorne.Stekende, haegh, dichte, onnutte, bosch, scherpe, ghepunte, leeghe, wilde, weerachtighe, dreyghende, opstaende, getacte, bijtende, dunne, prickelende, priemachtige.
Doose.Holle, diepe, ronde, gheslotene, verborghene, zalf, kruydt, lichte, gheschilderde, overdecte, draeghsame, witte, gherieffelijcke, sluyt.
Dootslagher.Wreeden, onwijsen, onbedachten, strafweerdighen, overdadighen, boosen, grouwelijcken, bloedigen, bloetgierighen, ongheluckighen, bloedt-wrekenden, sterffelijcken.
Dorenhaghe ofte Doorneboom.Groenen, doornachtighen, stekenden, witten, blauwen, ghebloemden, bloeyenden, rieckenden.
Dorp.Veldt, arm, eenich, open, groot, onghesteenbrught, slijckerich, mistimmert, onghebout, krijchsluy-vertreck.
[Folio F1r]
[fol. F1r]
Dorpman. ofte Huysman.Boerschen, onwetenden, botten, schalcken, ezel, ongheschicten, grovaert, onaerdighen, kinckel, steghen, mallen, nar, ongheleerden, onghemanierden, onbehendighen, straffen, rouwen, onvriendelijcken, arbeydighen, onghesnoeyden.
Dorpen.Glatten, breeden, hooghen, effenen, heusel, deur, trede.
Dorschvloer.Effenen, breeden, wijden, openen, gheeffenden, grooten, platten, glatten, harden, ghepolijsten, vlietenden.
Dorst.Hittighen, onverzadelijcken, Tantalischen, grooten, quellijcken, dullen, rasenden, heftighen, dorren, dorstigen, vyerighen, onblusschelijcken, swaren, onverdraghelijcken, waterzuchtighen, zomers, droevighen, hijghenden.
Draeck.Fenijnighen, gheschelfferden, wakenden, wackeren, ghekamden, langhen, scherpzienden, ghevloghelden, schalcken, vlieghenden, Indischen, groenachtighen, grouwelijcken, blauachtighen, schuyffelenden, holwoonenden, ghekronckelden, ghevederden, ghehayrden, fenijn-spouwenden, wreeden, niet-slapenden, serpentijnschen, machtighen, gierighen, Ethiopischen.
Den Draeck is den grootsten onder alle de Serpenten, is in't gemeyn 20 cubitus lanck, syn tanden scherp verstaelt, hoewel dat de meeste stercte is gheleghen in synen steert, met welcken dien die hy daer mede bint, overwonnen is, ja zelfs den Oliphant daer mede ghegrepen wesende, en kan hem niet ontbinden: Zoo en heeft hy gheen fenijn meer dan in syn tonghe ende inde galle, in voeghen dat de Mooren, na dat sy hem de tonghe ende galle wtghedaen hebben, en ontzien hun niet syn vleesch te eten. Zomtijts houdt hy zich inde Zee ende inde Revieren, verborghen inde holen ende gaten. Hy en slaept niet vele, maer is byna altijt wakende, heeft een wtnemende scherp ghezichte.
Draet.Dunnen, fijnen, hangenden, lichten, teeren, swacken, wollen, ghesponnen, spillen, ghespoelden, kempen, afghewonden, rancken, kleynen, scheer, gheweven, gheknoopten.
Dranck ofte Medecijne.Ghezonden, hertelijcken, bitteren, stercken, dieren, goeden, kostelijcken, sophistiken,
[Folio F1v]
[fol. F1v]
 verlichtenden, ghemaecten, behelpelijcken, Apotekers, gheordonneerden, teghenwoordighen, gheneselijcken, leelijcken, zuyveren, klaren, onklaren, gesontmakenden, bereyden, troostelijcken, zonderlinghen, zekeren, ghepractiseerden, donckeren, ghenees, ghedistilleerden.
Dreyghinghe. ofte Dreyghement.Hoochmoedighe, spijtighe, onvoordachte, onwijse, onvoorsienighe, ooghen, droevighe, harde, lasterlijcke, grimmighe, ydele, hoovaerdighe, beroepende, overlastighe, gramme, ghebiedenderwijse, wreede, vermoedende, stoute, furieuse, beroemelijcke, knerssende.
Dryades.Bosch, loopende, wilde Nymphen, maechden, vlichelende, boschzeere, Diaensche, eenvuldighe, schoone, amoureuse.
Dat zijn bosch Nymphen.
Drinckebroer ofte Dronckaert.Roodtneusighen, wijnsack, vrolijcken, vollen, veyldraghenden, gulsighen, gherobijnden, ghepuckelden, ghebockelden.
Dryvoet-stoel.Stercken, loterenden, onvasten, zoeten, kleynen, wagghelenden.
Dryvorcke ofte Vorcke.met dry tanden, drypuntighe, Neptunus scepter, weerdighe, zee, kromme, furieuse, trotse, dreyghenden.
Droefheyt.Knaghende, bedenckige, wreede, doornige, harde, bijtende, domme, deerlijcke, pijnlijcke, verdrietelijcke, quelende, sware, zorchvuldighe, doodelijcke, bittere, smertelijcke, gheslotene, traghe, quellijcke, stuere, straffe, swaermoedighe, loode, melancolijcke, treurighe, bleecke, droomige, stekende, verborghene, diepe, grondighe, weenende, schreyende, gheveynsde, maghere, treurighe, vergramde, onlieflijcke, onlustighe, leelijcke, zieckelijcke, verootmoedichde, rouwe, ongheluckighe, beweende, betraende, verstorven, overwonnene, deerlijcke, innerlijcke, beklaghelijcke, verslaghene, moeyelijcke, periculeuse, betraende.
Drooghte.Dorre, drooge, brandende, stofachtige, bestovene, warme, vyerige, somersche, verbluysterende, wtdroogende
[Folio F2r]
[fol. F2r]
Droom.Bedrieghelijcken, onkuysschen, nacht, ydelen, loghenachtighen, blinden, vliedenden, verdwijnenden, stommen, inbeeldenden, fantastijcken, versierden, grouwelijcken, ghebrokenen, rasenden, wonderlijcken, zotten, slapenden, zorchvuldighen, vermanenden, vervaerlijcken, beusel.
Droomer ofte Raser,ziet Suffer.
Dronckaert.Zotten, ontstekenen, roodtneusighen, drooghen, wijndorstighen, quaden, blijden, ghekoperrooden, gherobijnden, ghepuysten, ouden, wijsen, boerachtighen, goeymoeyte, ontstekenen, ziecken, verzeeuden, rijcken, nadorstighen, vermetenden, gheleerden, alles-wetenden, vechtenden, onverlatenen, moetwillighen, schreyenden, vechtere, suckelenden, stronckelenden, zingenden, vloeckenden, brullenden, onkuysschen, armen, verscheurden, dullen, gulsigen, oneerbaren.
Dronckenschap.Wtsinnighe, roode, onghetemperde, gulsighe, vuyle, schandelijcke, overdadige, botmakende, zotte, oneerbare, verhetelijcke, stronckelende, beestelijcke, vileyne, boersche, onaerdighe, stamelende, roodtneusighe, onredelijcke, dulle, moordadighe.
Druckerije.Der Musen sustere, edele, subtijle, wonderlijcke, duytsche, nutte, goddelijcke, arbeydische, ghedenckweerdighe, behendighe, der memorie-dochter.
Druyve.Ghebladerde, lustighe, zoete, zuere, zoet-zuere, muscadel, roode, hertsche, honichachtighe, vossen, gheschilderde, Ambrosische, blauwe, wijngaert, teere, schoone, gheluckighe, rijpe, rijpende, klare, volle, overvloedighe, sappighe, hanghende, groote, gheperste, tors, ghecoleurde, kerne, steenachtighe, wijnachtighe, slappighe, gheslotene, overhangende, stinckaert.
Duyckerken ofte Duyckvoghel.Queyckende, rasch, voorzegghenden, lichten, klaerzienden, zees, vuyl, revier, gulsich, water.
Duym.Bevenden, scherpen, dicken, breeden, dertelen, subtijlen, wackeren, vlijtighen.
Duytschen.Oorloghers, krijghers, yseren volck, muyt-
[Folio F2v]
[fol. F2v]
 makers, stout, spijtich, trots, onverbiddelijck, dulkoppich, vechtachtich, strijdtbaer, hersseloos, neerstich, vlijtich, roovers, botte, grove, rouwe, vermeten, wreede, onbarmhertige, felle, moedighe, ongheruste, onverwinnelijcke.
Duytschlandt.Groots, grootmoedich, oorlooghs, onaerdich, machtich, rebellich, ontemmelijck, ongheschict, volckrijck, mijn-rijck.
Duysentschoon.Een bloeme, fluweel-bloeme, onsterffelijcke, schoone, ghepurperde, altijt versch, lustighe.
Duyve.Zoete, slechte, ghierighe, dertele, witte, vleesachtige, lichte, ootmoedige, lieflijcke, ronckende, onkuyssche, stille, huys, roukoukende, schoone, blauwe, kappe, ghekouste, hittighe, amoureuse, minnelijcke, roukende, roepstere, vervaerde, vriendelijcke, smeeckende, aenlockende, troetelachtighe, stijve, teere, tamme, schuer, tortel, ghespickelde, reyne, jalousie, bruyne, witte, treckbecstere, roekoeckende, ringhel, tortel.
Duyvel.Schalck, subtijlen, onreynen, helschen Draeck, vliegenden, wilden, lichten, wandelaer, loopenden, kloecken, verschrickelijcken, wederpartijdighen, ghevloghelden, wackeren, haest veranderenden, schouwelijcken, kinder-verderf, huylenden, verschrickelijcken, loghenachtighen, stercken, boosen, tempterenden, verdruckenden, verdruckere, kloecken, vreesselijcken, eysselijcken, hoovaerdighen, onghetrouwen, ondanckbaren, vervloecten gheest, oproerighen, ongheduldigen, troubrekenden, brullenden, elendighen, verradelijcken, toovenaer, mallen, gheweldighen, briesschenden, verslindenden, helschen, dwalenden, gheveynsden, vermomden, verdoemden, verrader, hertneckighen, bootsigen, tierenden, onghestadighen, schadelijcken, quaetzaeyenden, wtghebannenen, vader der boose, bekenden, leydighen, aertschen, zotten, narren, wakenden, beul Godes, onkuysschen, ghetransformeerden, sitterenden, menschatenden, lasterlijcken, grouwelijcken, necker, onzalighen, blasphemeerder, moordenden, sweerder, arghen, boosen, verkeerden, nachtgheestighen, ongheluckbren-
[Folio F3r]
[fol. F3r]
 genden, wederstrevenden, vyerigen, duysentkonstenaer, vervolgher, quaden, vyervliedenden, waterighen, verlorenen, koppighen, vriendt der duysterheyt, helschen, verdervenden, ongherechtighen, quelgheestighen.
Duysterheyt ofte Duysternisse.Roockachtighe, donckere, verdrietelijcke, quellijcke, swerte, droevighe, diepe, sware, slaperighe, twijffelachtighe, verscheydene, gheruste, domme, velerhande, helsche, diepe, hoolsche, kuylsche, overdecte, onreyne, nevelachtighe, verborghene, dicke, dichte, blinde, bedrieghelijcke, versweghen, duchtende, wolckige, gheveynsde, verdonckerende, verdwalende, nachtighe, lommerachtighe.
Dulheyt.Furieuse, brullende, ziedende, krijghsche, oorlooghsche, dwase, schouwelijcke, nijdelijcke, onverzadelijcke, rasende, stekende, wreede, stercke, ontstekende, harde, tierende, bleecke, zinneloose, dronckene, koppighe, hittighe, verhitte, onghebondene, blinde, brandende, indiscrete, nedervallende, onghetoomde, vlammige, verveerlijcke, verschrickelijcke, nijdighe, bloedighe, schadelijcke, beroerde, grouwelijcke, ontemmelijcke, schuymende, vyerige, ghepasside, droevighe, spijtighe, trotse, wtsinnighe, beestighe, tempeestighe, felle, onmenschelijcke, moedighe, ghevaerlijcke, boose, vyantlijcke, duyvelsche, elendighe, desperate, ongheneselijcke, hatelijcke, beroerde, vallende, slapende, rumatijcke.
Druppel.Vlietende, klare, ghepeerelde, koude, vochtige, ambrighe, wijn, water, bloets, neus, lichte, zotte, olien, vlockende, hanghende, kleyne, schijnende, tranende, reyne.
Dwalinghe.Zotte, stoute, dolende, twijffelende, wtsinnighe, koppighe, quade, rasende, ontsinnighe, valsche, oproerige, wanckelbare, obstinate, blinde, hertneckige, onwetende, verleydende, kettersche, eergierighe, verdolende, grouwelijcke, slechte, bedrieghelijcke, versufte, afgrijselijcke, belemmerde, wagghelende, elendighe, schadelijcke, opiniate, vleyende.
Dwerch ofte Naenken.Natuerenschaemte, kleynmannekens, stuck, kort, monsterachtich, kleyn, snoodt, arch, mismaect, bultachtich.
[Folio F3v]
[fol. F3v]
Dwaes, ziet Zot.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken