Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a. (1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.
Afbeelding van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.Toon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.47 MB)

Scans (18.14 MB)

XML (1.76 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.

(1869)–F.A. Snellaert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 105]
[p. 105]

Van Noetdorfticheyden. C. XLIX.

 
BOven al es noetdorfticheyt
 
Moeder van alder archeyt;
 
Want si den scamelen can keren
 
Uut sijnre eersamer eren.
2920[regelnummer]
Noet den scamelen daer toe stoect
 
Dat hi hulpe en̄ raet soect
 
Ane sinen viant / sijts gewes /
 
Dat een dat swaerste dinc es
 
Dat die scamele hebben mach /
2925[regelnummer]
Als ons Cassiodorus doet ghewach.
 
Daer bi so wanneer / dat verstaet /
 
Dat die mensche hulpe ontfaet
 
En̄ troest van sinen viant
 
Gheeft hi hem verwonnen te hant;
2930[regelnummer]
Dat es alte swaer nochtan
 
Den eersamen scamelen man.
 
Seneca die maect ons vroet /
 
Dat noet den mensche lieghen doet /
 
En̄ dat si oec can impetreren
2935[regelnummer]
Vanden mensche al haer begheren.
 
Cassiodorus scrijft oec van dien
 
Dat wi behoeflijcheyt selen vlien /
 
Want si dicke met haren rade
 
Den mensche stoect ten quade.
2940[regelnummer]
Salomon seghet: .iiij. dinghen
 
Sijn die dat volc dwinghen:
 
Hongher / droefheyt ende strijt /
 
Dat werde es / des seker sijt /
[pagina 106]
[p. 106]
 
Dat die liede merken en̄ verstaen
2945[regelnummer]
Welc goet of quaet es ghedaen.
 
Salomon scrijft noch van desen:
 
Hets beter sterven dan arm wesenGa naar voetnoot1 /
 
Maer wet dat hi niet arm en leeft
 
So wie dat sine noetdorft heeft;
2950[regelnummer]
Rijcheyt es in haer selven goet /
 
En̄ die gheeft God / des sijt vroet /
 
Den goeden mensche / om dat hise
 
Bekeren sal in goeder wise /
 
Beyde in dogheden en̄ in eren /
2955[regelnummer]
En̄ sonderlinghe te love ons Heren.
 
En̄ die quade / dat ghijt wet /
 
Vaert daer ter hellen met;
 
Want sine ghiereghe herte fel
 
En̄ laetse hem niet bekeren wel;
2960[regelnummer]
Want hi wilt daer recht met breken /
 
En̄ oude veeden wreken /
 
En̄ wesen boven sine gheburen goet /
 
En̄ die oec werpen onder voet /
 
En̄ wijf en̄ kinder met
2965[regelnummer]
Sijn daer alle bi ontset.
 
Een phylosophe maect ons gewes /
 
Dat ghelt een verdoemenes es.
 
Salomon bat in sijn leven:
 
Here / en wilt mi niet gheven
2970[regelnummer]
Te vele armoeds noch rijcheden /
 
Maer houdt mi in middelhedenGa naar voetnoot2.
 
Here Melibeus / na dat ghi
[pagina 107]
[p. 107]
 
Nu hebt horen segghen mi
 
Van rijcheden en̄ van armoede /
2975[regelnummer]
En̄ van breken van ertschen goede /
 
Sone wilt u dan verheffen niet
 
Op uwe rijcheyt / wats ghesciet;
 
Want quistise in orloghen /
 
Seker ghi sult daer om doghen /
2980[regelnummer]
En̄ altoes becommert bliven
 
En̄ ghetelt metten keytiven;
 
Want een man sonder goet
 
Moet altoes bliven onder voet.
voetnoot1
Vglk. Eccli. 40, 29.
voetnoot2
Vglk. Prov. 30, 8.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken