Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a. (1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.
Afbeelding van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.Toon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.47 MB)

Scans (18.14 MB)

XML (1.76 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.

(1869)–F.A. Snellaert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Hier seghet Jan dat tfolc nu also goet es alst ye was. Cap. I.

 
AL tote Andwerpen in die stat
115[regelnummer]
Luste tween ghesellen dat
 
Si vroech op wouden staen
 
En̄ te velde hen verlochten gaen
 
Int soetste van den saysoene /
 
Also ghesellen pleghen te doene.
120[regelnummer]
Deen hiet Ian en̄ dander Wouter:
 
Si quamen buten op enen couter
 
Daer dat coren scone stoet;
 
Die locht was scone en̄ goet
 
En̄ die lewerke sanc wale.
125[regelnummer]
Menegherande was hare tale
 
Die si spraken onder weghen /
 
Ghelijc alse die liede pleghen
 
Die te samen sijn int wandren.
 
Int leste seyde Wouter toten andren:
130[regelnummer]
Lieve Ian / ic biddu dat ghi /
 
Oft ghi cont / berecht mi
 
Hoe dat des volx staet
 
So loes mach sijn en̄ so quaet /
 
En̄ dat in lanc so quader werdt
135[regelnummer]
En̄ in sijn quaetheyt so verherdt /
 
En̄ dat hem nu nieman en scaemt des
 
Dat hi loes en̄ onwerdech es /
[pagina 142]
[p. 142]
 
En̄ datmen nieman en heet vroet man
 
Die loesheyt noch scalcheyt niet en can.
140[regelnummer]
Hoe langhe sal dit God ghedoghen
 
Diet al siet met sinen oghen /
 
En̄ die alle herten binnen kint /
 
En̄ dien verborghen en es twint?
 
Wouter / in volghe u niet des
145[regelnummer]
Dat tfolc nu argher es
 
Dant was wilen ere;
 
Hets ghebetert harde zere
 
In allen poenten diemen pliet /
 
Al en dunckes den meneghen niet.
150[regelnummer]
Wouter / ic hore nu wale
 
Aen u meninghe en̄ aen u tale
 
Dat ghijt al loesheyt heet
 
Daer tfolc met omme gheet /
 
En̄ en maect gheen onderscheet
155[regelnummer]
Tusschen loesheyt en̄ beheyndecheyt.
 
Men acht meneghe dinc loesheyt
 
Daer gheen loesheyt in en leyt;
 
Want het dunct elken man
 
Die behendecheyt niet en can /
160[regelnummer]
Dat al valsch si ende baraet
 
Daer die behendeghe met om gaet.
 
Het valt dat si twee onderlinghe
 
Om goet vallen in een ghedinghe /
 
En̄ elc wilt sijn seker des
165[regelnummer]
Dat tscoenste recht sijn es:
 
Deen es behendech en̄ mach wale
 
Gheven en̄ can oec wel sijn tale /
 
En̄ wint den andren af sijn goet
[pagina 143]
[p. 143]
 
Die niet so rike en was no so vroet /
170[regelnummer]
Noch so behendech als dander man.
 
Segt / leghet hier valscheyt an?
 
Neent / also ict bekinne.
 
Nochtan dunct in sinen sinne
 
Hem die verliest dat goet /
175[regelnummer]
Datmen hem groet onrecht doet /
 
En̄ loept claghen hier en̄ daer.
 
Segt mi / eest daer om waer?
 
Hi heeft licht vriende en̄ maghe
 
Die over den ghenen maken claghe /
180[regelnummer]
En̄ tyen hem valscheyt menechfout /
 
Dies hi lichte en heeft gheen scout.
 
Dus betijdt men meneghen des
 
Dies hi harde onsculdech es;
 
Want die liede dicke in quade vertien
185[regelnummer]
Dat si horen en̄ sien /
 
En̄ niet de dinc en onderscheden /
 
Alsise te rechte souden leden.
 
Hets die meneghe die hem gheneert /
 
En̄ wint dat hi verteert
190[regelnummer]
Behendelike met voer rade /
 
Ende pijnt daer om vroech en̄ spade /
 
En̄ alse hi dan te goede es comen
 
So gaettene dan tfolc verdomen /
 
En̄ doet dan die mere lopen
195[regelnummer]
Dat met perseme of met voercopen
 
Die goede man sijn goet ghewan /
 
Dies hi onsculdech es nochtan.
 
Dit doet al mijn her Nijt /
 
Die van vore Adams tijt
[pagina 144]
[p. 144]
200[regelnummer]
Inden hemel was verheven /
 
Daer dingle om moesten sneven;
 
Entie selve nijt heeft oyt seder
 
Gheregneert op en neder.
 
Daer om en dorven wi niet claghen
205[regelnummer]
Dat nu tfolc in onsen daghen
 
Argher es dant wilen was.
 
Hets beter nu / gheloeft mi das /
 
Die de dinc te voren besiet /
 
Al en dunckes den lieden niet.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken