Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a. (1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.
Afbeelding van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.Toon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.47 MB)

Scans (18.14 MB)

XML (1.76 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.

(1869)–F.A. Snellaert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Waer bi der doetslaghe so vele es. C. IX.

 
IAn / in dien dat ghi van allen saken
 
Tfolc wilt so goet maken /
650[regelnummer]
Hoe maeght comen dan
 
Datmen nu so meneghen man
 
Doet slaet int ghemeyne /
 
En̄ datmen nu acht so cleyne
 
Op mans doede hier en̄ daer /
655[regelnummer]
Des men niet en plach in doude iaer;
 
Want hadde men hier voertijts verslaghen
 
Enen man / men hads ghewaghen
 
Over .xl. milen van daer /
 
Nu lopes cume eneghe maer.
660[regelnummer]
Wouter / u dunct in uwen moet
 
Dat elc sede / hi si quaet of goet /
 
Die in uwen tiden ou quam
 
Datmen des noyt en vernam
[pagina 160]
[p. 160]
 
Dan in desen tiden nu.
665[regelnummer]
Also en eest niet / dat segghic u.
 
Alle seden ende alle manieren
 
Die wi nu sien hantieren /
 
En̄ nu opcomen hier en̄ daer /
 
Sijn verleeght over menech iaer;
670[regelnummer]
En̄ alle seden / dat verstaet /
 
Weder si goet sijn ofte quaet /
 
Diemen noch opbrenghen sal /
 
Sijn hier voertijts verleeght al.
 
Men mochte nu niet ghepeynsen dat /
675[regelnummer]
Tfolc en ees hier voertijts al sat
 
Over meneghen dach te voren /
 
Eer onse ouder vader wert gheboren.
 
Dat tfolc nu ghewapent gaet
 
En̄ deen den andren verslaet /
680[regelnummer]
En̄ vanden cledren de selsene sneden /
 
En̄ meneghe andre selsene seden
 
Diermen nu pleeght op desen dach /
 
Waendi datmen die noyt en sach
 
Hier voermaels noch noyt eer?
685[regelnummer]
Iaet / Mouter / vele meer;
 
Want van tide te tide so vertieren
 
Des volx seden ende manieren.
 
Wouter / nu hoert mine woert
 
Die ic u sal segghen voert:
690[regelnummer]
In vechten / in striden noch in doetslaen
 
So en ligghen niet / sonder waen /
 
Verradenesse / valscheyt no loesheyt /
 
Maer onghetemperde haestechent;
 
Want heeft mi een man mesdaen /
[pagina 161]
[p. 161]
695[regelnummer]
En̄ gae ic dan heymelike staen /
 
Verholentlike vroech en̄ spade /
 
Na sijn ere / sijn lijf / sijn scade /
 
Dat es vele meerre valschede
 
Dan of icken selve bestrede
700[regelnummer]
En̄ doet sloeghe int openbaer;
 
Want davonture mochte vallen daer
 
Dat icker selve bleve met allen /
 
Also men dicke heeft sien ghevallen.
 
Wouter / die ghierecheyt der heren
705[regelnummer]
Die doet den volke leren
 
Doet slaen / roven en̄ vechten /
 
Om dat si niet wel en rechten.
 
Namen si let voer let en̄ lijf om lijf /
 
En̄ niet en spaerden des mans no wijf /
710[regelnummer]
Ofte dat si meer int lant en quamen
 
En̄ gheen ghelt daer vore en namen/
 
Het sticht nu menech overmoet
 
Die hem verlaet op sijn goet /
 
Hi soude dan vele ghemater sijn.
715[regelnummer]
Aldus es tghelove mijn.
 
En̄ sider dat oec dat ghesciede
 
Dat de wel gheboren liede
 
Quade knechte over droeghen /
 
Die tfolc transeneerden ende sloeghen /
720[regelnummer]
En̄ die hilden over hare maghe /
 
So sijn ghemeerret die doetslaghe;
 
Want dien knechten dunct wel dat /
 
Dat sijs ghemint sijn te bat
 
Van haren riken maghen
725[regelnummer]
Dan ofte sijs niet en plaghen.
[pagina 162]
[p. 162]
 
Alle goede liede nochtan souden
 
Quade knechte van hen houden /
 
En̄ segghen hen dat sijs ave quamen
 
Ware dat sise bi hen vernamen /
730[regelnummer]
Al waren si haer maghe na;
 
Want si hebben / als ic versta /
 
Menech gheslechte in groter noet
 
Bracht met hare quaetheyt groet /
 
En̄ menech gheslechte so ghevelt
735[regelnummer]
Dat nemmermeer hoeft op en helt.
 
Wouter / nu hoert mi voert /
 
Ic sal u segghen noch een woert:
 
Om dat hem theerscap niet en set /
 
Noch oec ghemeynlijc de liede met /
740[regelnummer]
Te vechtene om theylighe lant /
 
Dat de Heydene houden in hant /
 
En̄ daer niet wapen en dragen met eren
 
Om te wrekene de landeGa naar voetnoot1 ons Heren/
 
So seyndt hen God te menegherande
745[regelnummer]
Ghevecht en̄ strijt in haren lande
 
Dat si sonder doetslaghe
 
Selden sijn / en̄ dats Gods plaghe
 
Dat hise onderlinghe vechten doet /
 
Om dat si niet setten haren moet
750[regelnummer]
Ten wapenen en̄ ten ghevechte /
 
Daer si vechten souden met rechte.
 
Theylighe lant heeft nu voer waer
 
Ghestaen meer dan hondert iaer
 
In de hande der Sarrasine /
755[regelnummer]
Doet van Coenradine
 
Ghewonnen wert op enen dach
[pagina 163]
[p. 163]
 
Doen dat dietsche heere lach
 
Voer Damiaten / die stede:
 
Ie sider hebben si vrede
760[regelnummer]
Ghehadt vanden kerstinen;
 
Want en wilt nu nieman pinen
 
Om te winnen theylighe graf /
 
Daer wi gherecht oer sijn af.
 
Nochtan sijn wi tallen stonden
765[regelnummer]
Van rechte daer toe ghebonden
 
Met machte / met goede en̄ met live;
 
En̄ om dat wijt laten bliven
 
Of ons no weder daer omme en si /
 
So es Gods vonnesse daer bi
770[regelnummer]
En̄ sine wrake also heet
 
Dat deen den andren versleet
 
Hier int lant / en̄ leven met vresen
 
Die ghebruedere souden wesen;
 
Dat si ghinder met groter eren
775[regelnummer]
Vechten souden inden dienst ons Heren /
 
Dat vechten si hier inden landen
 
Beyde met scennessen en̄ met scanden.
 
Nu hebdi mi horen ghewaghen
 
Docsune vanden doetslaghen /
780[regelnummer]
So ict best bevroeden can.
 
Diet bat weet / hi segt dan.

voetnoot1
Hs. ande.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken