Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a. (1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.
Afbeelding van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.Toon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.47 MB)

Scans (18.14 MB)

XML (1.76 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.

(1869)–F.A. Snellaert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Noch vanden selven. C. XXI.

 
TOten Romeynen seydse voert:
 
‘Dese vijfste sonne bediedt voert
 
Dat God sal hierna
 
Lereren verkiesen in Galylea /
1830[regelnummer]
Die HiGa naar voetnoot1 inde werelt over al
 
Om te predeken wt sinden sal /
 
En̄ dat ghelove leren /
 
En̄ die sondaren bekeren.
 
Der sester sonnen bedieden
1835[regelnummer]
Toent / dat comen selen vele liede
 
Die dese stat selen zwaer
 
.VI. maende en̄ .iij. jaer
 
Besitten en̄ vechten an /
 
Dat costen sal meneghen man.
[pagina 350]
[p. 350]
1840[regelnummer]
Die zevende bediedt / sonder waen /
 
Dat .iij. coninghe selen opstaen /
 
Die vele plaghen en̄ manslachte
 
Maken selen met hare machte /
 
Om dat si met hartijen groet
1845[regelnummer]
Den Gods Sone brachten ter doet.
 
Die .VIII. sonne vele leert
 
Dat Rome sal worden ghedestrueert /
 
Daer men wonder groet sal scouwen
 
Van jammer aen die vrouwen /
1850[regelnummer]
Die dan met kindre selen gaen.
 
Die .IX. sonne doet ons verstaen
 
Dat die Roemsche princen saen
 
Met groter macht selen opstaen /
 
En̄ werken sonderlinghe wonder /
1855[regelnummer]
En bringhen meneghen tonder.
 
Dan selen .ij. coninghe daer na
 
Porren te hant wt Sythia
 
Met vele volx / min no mee /
 
Also dat sant leghet in die zee /
1860[regelnummer]
En̄ selen die Roemsche steden
 
Winnen met groter moghentheden /
 
En̄ dat Roemsche rike al alsoe
 
Tote Calcidotia daertoe;
 
En̄ dan sal / verstaet al bloet /
1865[regelnummer]
Die bloetstortinghe sijn so groet /
 
Want dlant van Orienten al
 
Dan verwonnen wesen sal.
 
Hier na selen opstaen te hant
 
.II. coninghe wt Egypten lant /
1870[regelnummer]
En̄ selen .iiij. coninghe bestaen /
[pagina 351]
[p. 351]
 
Die welke si doet selen slaen /
 
En̄ al haer volc daer toe met.
 
Dese .ij. coninghe / dat ghijt wet /
 
Selen dus regeren daer
1875[regelnummer]
Die .vj. maent en̄ .iij. jaer.
 
Daer na sal een coninc comen
 
Te groter baten en̄ te vromen /
 
Die welke in sinen tiden
 
Mechtich sal sijn in striden /
1880[regelnummer]
En̄ wettich in al sijn saken /
 
En̄ sal Gode enen tempel maken /
 
En̄ vernuwen Gods ghebode /
 
En̄ vonnesse doen om Gode.’
 
Aldus / als ghi hier hoert /
1885[regelnummer]
So gaet dese vrouwe voert
 
Van coninc te coninc alsoe /
 
Toten quaden Antkerst toe /
 
En̄ wie quaet sal sijn en̄ vroet /
 
Wie veckeert en̄ wie goet.
1890[regelnummer]
Maer si en noemt die namen niet
 
In dit boec / also ghi siet.
 
Daer om sal icse te desen tiden
 
Metten minsten over liden.
 
Maer van elken name / dat wet /
1895[regelnummer]
Heeft si dierste littere gheset:
 
Selc stont .i. A / selc stont .i. B /
 
Selc stont .i. L / selc stont .i. P /
 
So datmen niet en can daer bi
 
Gheweten welc haer namen si;
1900[regelnummer]
Maer alle die ghene / dat verstaet /
 
Die onwettich waren en̄ quaet /
[pagina 352]
[p. 352]
 
Quamen allen te quaden inde /
 
Alse God sine wrake sinde /
 
En̄ verloren qualijc haer leven /
1905[regelnummer]
Of si worden haers lants verdreven.
 
Ay / edele heren van ertrike /
 
Leydt u leven so wijsselike
 
Met gherechticheden / dat ghi
 
Van Gods wraken blijft vrij!
1910[regelnummer]
God en eyscht u ander goet
 
Dan ghi sinen volke recht doet
 
En̄ elken ghescreven wet;
 
Want daer toe sidi gheset.
 
En doedijs niet tallen daghen /
1915[regelnummer]
Seker God die sal u plaghen
 
Als ghijs minst sijt op u hoede.
 
Die hier om peynst / dats die vroede.

voetnoot1
Hs. hi achter wege gelaten.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken