Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a. (1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.
Afbeelding van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.Toon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.47 MB)

Scans (18.14 MB)

XML (1.76 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.

(1869)–F.A. Snellaert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Hoe en̄ van wien die Ysmaliten weder verwonnen selen werden, en̄ waer dat ghescien sal. C. X.

760[regelnummer]
NU als dese Ysmaliten sien
 
Hem alle dese voerspoet ghescien /
 
En̄ si hebben in haren handen
 
Nalics alle die landen /
 
En̄ die Kerstine hebben verwonnen
765[regelnummer]
Dat si hen niet gheweren en connen /
 
Selen si in groten glorien
 
Wesen in hare victorien /
 
Sonder sorghe eten en̄ drincken;
 
Elc sal anderen blidelijc schincken;
770[regelnummer]
Si selen segghen: nu hebben wi
 
Ons selven ghemaect so vrij /
 
Dat wi dat Kerstenheyt breet en̄ lanc
 
Hebben algader in onse bedwant /
 
So dat wi emmer mere
775[regelnummer]
Bliven moeten haer here /
 
En̄ onse knechte moeten si wesen.
 
En̄ altehant na desen
 
So sal een plaghe opstaen
 
Die zwaerlijc over hem sal gaen /
780[regelnummer]
Dies si luttel hadden ghemict;
 
Want het sal werden verwect
 
Een coninc mids der Gods cracht /
 
Die als niet sal sijn gheacht /
[pagina 384]
[p. 384]
 
Ghelijc of si / sonder waen /
785[regelnummer]
Wt eenen slape waren ghestaen.
 
Dese coninc sal sijn / dat wet /
 
Van Grieken en̄ Romen met:
 
Dese sal comen gheslopen
 
Uter zee van Ethiopen
790[regelnummer]
Met cleynen volc te samen
 
Int lant daer si wt quamen /
 
Daer hi wonder sal bedriven;
 
Want haer kindre en̄ haer wiven /
 
En̄ haer maghe groet en̄ clene
795[regelnummer]
Sal hi doden al ghemene.
 
En̄ alse dit die Ysmaliten sien /
 
Selen si ghescofiert sijn mettien;
 
Want sijs hen niet en hadden vermoedt
 
Noch daer voer niet ghehoedt.
800[regelnummer]
Des coninx kindere selen
 
Oec na des vaders bevelen
 
Den Ysmaliten anegaen /
 
En̄ die winnen en̄ verslaen /
 
En̄ doen hem vele meer onghenaden
805[regelnummer]
Dan si den Kerstinen voer daden /
 
Also dat dat quade volc al
 
Onder die kerstine vallen sal /
 
En̄ hem onderdaen sijn meer
 
Dan hem die Kerstine waren eer.
810[regelnummer]
Ia / also seghet Latijn /
 
Selen si dan verdruct sijn
 
Dat si selen ligghen doet
 
Van honghere en̄ van breken groet /
 
En̄ nieman diese siet
[pagina 385]
[p. 385]
815[regelnummer]
En̄ sal haers ontfermen yet /
 
Also dat si / sonder waen /
 
Al te nieute selen gaen.
 
Dan selen die Kerstine te hant
 
Weder comen in haer lant /
820[regelnummer]
Ē si selen met bliden moede
 
Weder keren toten goede
 
Dat sijn ofte sijns vader was /
 
En̄ hem onderwinden das /
 
En̄ dat gaen erien en̄ sayen /
825[regelnummer]
En̄ bouwen ende mayen /
 
En̄ selen cortelike
 
Weder werden rike /
 
En̄ in rasten en̄ in vreden
 
Setten lant en̄ steden /
830[regelnummer]
En̄ vergheten als en̄ als
 
Haers jammerlijcs onghevals.
 
Lieve kindre / nu merct dan
 
Hoe God Onse Here wreken can
 
Als Hi wilt / nu hier nu daer /
835[regelnummer]
Na dat die sonde es swaer.
 
Dat die Heydene hier te voren
 
Dat Heylighe Lant hebben verloren /
 
Dat hen afwan Gord van Bulyoen /
 
Dat dede hen al haer sonden doen;
840[regelnummer]
En̄ doent die Kerstine besaten
 
Met sonden en̄ met ommaten /
 
Doen quam Salladijn / die heylige man /
 
Die hen dat lant weder afwan.
 
Aldus en mach / sonder waen /
845[regelnummer]
Onghelijc niet langhe staen /
[pagina 386]
[p. 386]
 
Alse Arestotiles / dat wet /
 
In enen boer wel heeft gheset.
 
Nu hoert die namen van dien
 
Landen / daer dit sal ghescien /
850[regelnummer]
Alsoet Methodotius
 
In sinen boeke scrijft aldus:
 
Grieken ende Ermenien /
 
Persen en̄ Romenien /
 
Capedocien en̄ Affrike /
855[regelnummer]
En̄ Celosien des ghelike /
 
Egypten en̄ Cecelien mede /
 
Tote bi Romen der stede /
 
En̄ die eylande daer toe mee
 
Die ligghen omtrent der zee /
860[regelnummer]
Die selen nu in vrouden leven /
 
Also ic vore hebbe bescreven /
 
En̄ die Roemsche coninc sal
 
Die ghene bederven al
 
En̄ metten zwerde verslaen
865[regelnummer]
Die Cristum waren afghegaen.
 
En̄ selen lant ende steden
 
In raste sijn en̄ in vreden /
 
En̄ eten ende drincken sonder sorge /
 
En̄ stichten stede ende borghe /
870[regelnummer]
En̄ deen dander minnen so zere
 
Dat gaen sal uten kere /
 
Bruloften houden ende feesten /
 
En̄ groten cost daer toe verleesten /
 
En̄ haer ghennechte daer in meren
875[regelnummer]
Buten der vresen Ons Heren;
 
Want spelen / drincken en̄ eten
[pagina 387]
[p. 387]
 
Sal hen haers Sceppers doen vergheten /
 
En̄ oec gout en̄ zilver dan /
 
Daer si aen legghen hare ziele dan.
880[regelnummer]
En̄ dan na dese saken
 
Sal hen meer vernoys naken /
 
Also die heylighe man Paulus
 
In eenre epistelen seyt aldus:
 
‘Alse die menschen segghen / wi
885[regelnummer]
Leven nu zeker ende vrij /
 
Dan sal hen cort opten hals
 
Comen so vele onghevals.’
 
Ihesus Cristus spreect mede
 
Int Evangelium teenre stede:
890[regelnummer]
‘Also alst volc in Noes tiden
 
At en̄ dranc / en̄ was blide /
 
En̄ hielt grote brulochte /
 
En̄ hem dat beste dochte /
 
Also salt sijn ten jonxsten daghen.’
895[regelnummer]
Also hoertmen Cristum ghewaghen.
 
Lieve vriende! Nu merct dan /
 
Die al sijn ziele leghet an
 
Eten en̄ drincken / en̄ daer toe zere
 
In ghelde en̄ in der werelt ere /
900[regelnummer]
Ic segghe u dat te voren
 
Dat si te Gode niet en horen;
 
Want die God hebben sal
 
Moet Hem minnen boven al;
 
Want dat die mensche begheert
905[regelnummer]
Dats sijn God / wie dat weert.
 
Die bi nachte en̄ bi daghe
 
In haer ziele souden draghen
[pagina 388]
[p. 388]
 
Haren Scepper / gheloeft mi des /
 
Daer die ziele na ghebeelt es /
910[regelnummer]
En̄ draghen in die stede
 
Deser werelt ydelhede /
 
Hoverde / ghierecheyt menegherande /
 
Seker si doen Gode scande;
 
Want si Hem te confusen
915[regelnummer]
Verdriven wt sijns selfs huse /
 
Dat Hi daer om sceppen woude
 
Dat Hi daer selve in wonen soude /
 
En̄ daer om oec mensche waert /
 
En̄ die doet starf also haert.
920[regelnummer]
Eest dan wonder / nu mect /
 
Dat God dese overdaet wrect?
 
En es gheen mensche op ertrike /
 
Maer dade men hem des ghelike /
 
Hine soude hem belghen zere.
925[regelnummer]
Nu hoert hier noch wonders mere.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken