Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Klaproosje en korenbloempje (1926)

Informatie terzijde

Titelpagina van Klaproosje en korenbloempje
Afbeelding van Klaproosje en korenbloempjeToon afbeelding van titelpagina van Klaproosje en korenbloempje

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.36 MB)

Scans (4.84 MB)

XML (0.06 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

sprookje(s)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Klaproosje en korenbloempje

(1926)–Agatha Snellen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

I. Wat er met de bloempjes gebeurde. De goedige haas. De booze pad.

[vignet]Aan den rand van een korenveld daar stonden ze: Klaproosje en Korenbloempje.

Daar hadden ze een heerlijk, fleurig bloemenleven. De lieve zon kuste hen 's morgens wakker met haar eerste stralen en dan kwamen al gauw de bijtjes en gonsden hun toe:

‘Goeden morgen, lieve bloempjes met uw mooie, frissche kleuren!’

De zuidewind wiegde hen streelend heen en weer, de vlindertjes fladderden om hen heen en zelfs de kikvorschen uit de sloot, als ze voorbij kwamen, bleven langen tijd vol bewondering zitten staren naar de beide fleurige bloempjes.

Doch hoe goed ze het ook hadden en hoe vriendelijk ieder ook

[pagina 2]
[p. 2]

voor hen was, toch waren ze niet tevreden. Ze verlangden naar iets..... ze wisten zelf niet wat. Eens gebeurde er iets heel bijzonders: er kwamen twee kleine meisjes voorbij. Zulke wezentjes hadden de bloempjes nog nooit gezien. Wat zagen ze er aardig uit met hun blonde haren en lieve gezichtjes, hoe vroolijk lachten en sprongen ze.

‘Hè,’ zuchtte Klaproosje, toen ze weg waren, ‘hoe heerlijk zoo voort te kunnen huppelen en te kunnen gaan, waarheen men wil!’

En van dat oogenblik af wisten de bloempjes, wat ze verlangden, ze wilden kunnen loopen en springen de wijde, wijde wereld in.

En, o wonder! Wat gebeurde er?.....

Den volgenden morgen, toen ze wakker werden, waren ze werkelijk kleine meisjes geworden, maar heel veel kleiner dan de meisjes, die ze den vorigen dag gezien hadden, niet grooter dan één van haar handjes, doch dat hinderde de bloempjes niet, ze hadden toch ook handjes en voetjes, allerliefste kleine hoofdjes met mooi, lang haar en, wat ze nog het heerlijkst vonden van alles, twee vlugge beentjes, waarmee ze konden loopen en springen.

Korenbloempje had haar eigen, blauwe jurkje aan

illustratie

en Klaproosje haar frissche, roode kleedje.
[pagina 3]
[p. 3]

En beiden droegen ze kousen en schoentjes.

Juichend huppelden de bloemenkindertjes het grasveld in! De bijtjes en vlindertjes zagen verwonderd naar hen en de sprinkhanen sprongen verschrikt in de hoogte, als de twee door het gras liepen.

Zoo gingen ze verder en verder, tot ze aan het bosch kwamen.

Hand aan hand liepen ze over het mos, lachend en springend, toen ze opeens een stem hoorden:
‘Waar gaat dat op af, kleintjes?’

Ze keken op en zagen een haas liggen in zijn leger.

‘Dag Mijnheer haas,’ zei Klaproosje vriendelijk en boog sierlijk voor het groote dier, zooals ze als bloempje gewend was te buigen op haar stengel, ‘wel, we gaan de wereld eens bekijken.’

‘Zoo, zoo,’ zei de haas nadenkend, ‘ga jullie de wereld eens bekijken? Dan zou ik maar beginnen met mijn leger, dat is het ruimste en mooiste hazenleger, dat je ooit te zien kunt krijgen, komt maar wat bij mij zitten!’

‘O neen, dankje, Mijnheer haas,’ zei Korenbloempje, ‘het is heel vriendelijk van je, maar zie je, wij zijn zoo blij, dat wij loopen kunnen, wij gaan liever verder.’

[pagina 4]
[p. 4]
‘Zooals je wilt,’ zei de haas goedig en ging weer op zijn gemak liggen; hij had het erg druk met denken, want hij moest de

illustratie

wijsheid bewaren voor zijn heele familie, zijn kinderen waren een lichtzinnig troepje en zijn vrouw was al geen haar beter, en dat is een heel ding voor een hazenvader.

Klaproosje en Korenbloempje gingen haastig verder, blij, dat ze neit behoefden te gaan zitten.

‘Nu moeten we eens zien, wie het vlugste loopen kan.’ zei Korenbloempje. ‘Goed!’ zei Klaproosje en..... één twee drie, voort ging het, zoo gauw als hun kleine beentjes hen dragen konden!

Eindelijk vielen ze hijgend naast elkander in het mos neer. Geen van hen beiden had het gewonnen, ze waren even vlug.

Dicht bij hen zat een groote pad, die verwonderd naar hen staarde.

‘Wel, wel,’ zei hij. ‘wat een dwaasheid, zich zoo onnoodig te

[pagina t.o. 4]
[p. t.o. 4]


illustratie

[pagina 5]
[p. 5]

vermoeien! Ik weet wat beters, ga om de beurten op mijn rug zitten, dan zal ik je daarop laten paardje rijden.’

Klaproosje en Korenbloempje keken met groote oogen naar het leelijke dier en naar zijn breeden glibberigen rug.

‘Dank je wel!’ zei Korenbloempje, ‘we zouden van je rug afglijden, die is zoo glibberig!’

‘Wat! Glibberig? ondankbaar schepsel!’ riep de pad boos, blies zich heel dik op en spuwde naar Korenbloempje.

Verschrikt renden beiden weg, tot ze het leelijke dier niet meer zien konden.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken