Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (1815)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten
Afbeelding van GedichtenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.56 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten

(1815)–Hajo Albert Spandaw–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 82]
[p. 82]

De liefkozingen.
(Het Fransche van den Heer Roelants gevolgd.)

 
De knaap, nog naauw bestraald door 't eerste levenslicht,
 
Wordt liefderijk gestreeld door zoete kozerijen,
 
Die hij, bij d' eersten lonk van 't schalksche Minnewicht,
 
Op zijne beurt verkwist aan lieve maagdenrijen;
 
Hij koost, als man, zijn' gade.... en snelt die tijd voorbij,
 
Moet hij zijn' zielsvriendin den dood ter prooije geven,
 
Zijn kind'ren troosten hem, hun zoete kozerij
 
Versiert nog d' avond van zijn leven.
 
 
 
De droeve liefkoost meê: hem doet in 't ak'ligst uur
 
Het schaduwbeeld der hoop nog zoete vleitaal kwelen;
 
Het liefkoost al, wat leeft; gij liefkoost, o Natuur!
 
Ziet, hoe de golfjes zacht de bloemrijke oevers streelen;
 
De dart'le zephir kust de jonge lenteroos,
 
Ze doet, op zijn gevlei, het maagd'lijk knopjen open;
 
De teed're jong'ling mag door liefde's zoet gekoos
 
De teed're maagd tot liefde nopen.
 
 
[pagina 83]
[p. 83]
 
De grijze Anakreon, de vriend der Minnegoôn,
 
Gevoelde 't liefde - vuur in zijnen boezem gloeijen:
 
Hij minde, en dronk, en zong; een meisje, jeugdig - schoon,
 
Deed door liefkozerij zijn' lentetijd herbloeijen.
 
Ach! mogt, in d' ouderdom, een teed're schoone ook mij
 
Met zachte koorden aan 't genot der liefde binden!
 
Mogt ik mijn' blijde jeugd, door zoete kozerij,
 
In d' arm der liefde wedervinden!
 
 
 
Ja! liefde, gij alleen, gij zijt mijn zaligheid,
 
Mijn vreugd, mijn heil, mijn troost, dewellust van mijn leven!
 
Wat mij aan de aarde boeit, wat mij bekoort en vleit,
 
'k Wil 't al, Constantia, voor uwe liefde geven!
 
Ja, streelend is het zoet, dat uwe gunst mij biedt!
 
Laat and'ren wierookgeur aan eer en schatten wijën,
 
Al 't goud van Peru's kust is slechts een blinkend niet
 
Bij één' van uw liefkozerijen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken