Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Poëzij (1809)

Informatie terzijde

Titelpagina van Poëzij
Afbeelding van PoëzijToon afbeelding van titelpagina van Poëzij

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.64 MB)

ebook (2.81 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Poëzij

(1809)–Hajo Albert Spandaw–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 166]
[p. 166]

De spinster.
(Naar Voss.)

 
'k Zat voor mijn deur en spon en zong;
 
Een jongling hoorde mijne zangen,
 
Hij was zoo schoon - hij loeg mij toe,
 
En rooder gloeiden zijne wangen,
 
Ik keek ter sluips eens op, en sprak geen enkeld woord,
 
Ik zat beschaamd en spon al voort.
 
 
[pagina 167]
[p. 167]
 
Hij zei mij vriendlijk goeden dag,
 
Trad bij me en scheen bedeesd te wezen;
 
Ik werd zoo bang... de draad brak af,
 
En 't hart... zoo sloeg het nooit voor dezen;
 
Verlegen hechtte ik weêr den draad, zoo goed ik kon,
 
Ik zat beschaamd en spon en spon.
 
 
 
Liefkozend nam hij mijne hand,
 
En lei die zachtkens in de zijne,
 
Hij zag nog nooit een hand, zoo schoon,
 
Zoo blank, zoo poezel, als de mijne -
 
Dit zwoer hij... en hoe zeer die lof mijn harte won,
 
Ik zat beschaamd en spon en spon.
 
 
 
Hij leunde toen op mijnen stoel,
 
Terwijl hij 't fijne draadje roemde,
 
En met een' hartelijken zucht,
 
Vertrouwlijk mij zijn meisje noemde:
 
Hij zag mij teeder aan, en ik - ik sprak geen woord,
 
Ik zat beschaamd en spon al voort.
 
 
[pagina 168]
[p. 168]
 
Zijn wang kwam nader bij mijn wang,
 
Daar 't helder oog nog teedrer blikte...
 
Toevallig raakte hem mijn hoofd,
 
Dat onder 't spinnen zachtkens knikte,
 
Hij kuste mij, en ik - ik sprak geen enkeld woord,
 
Ik zat beschaamd en spon nog voort.
 
 
 
Met ernst wees ik den jongling af;
 
Dit scheen hem stouter nog te maken,
 
Onstuimig vloog hij me om den hals,
 
En kuste rood, als vuur, mijn kaken...
 
o! Zegt mij, zustren! zegt, of 't mooglijk wezen kon,
 
Dat ik in 't eind nog verder spon?

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken