Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Poëzij (1809)

Informatie terzijde

Titelpagina van Poëzij
Afbeelding van PoëzijToon afbeelding van titelpagina van Poëzij

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.64 MB)

ebook (2.81 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Poëzij

(1809)–Hajo Albert Spandaw–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 197]
[p. 197]

Het huisselijk geluk.

 
Wat ook de wereld heeft,
 
Wat ook de wereld geeft,
 
Wat vreugd de mensch geniet,
 
Wat lust hem de aarde biedt;
 
Wat rijkdom, roem en magt,
 
En schitterende pracht
 
Fortuna's hand verspreidt,
 
Hoe vriendlijk zij ook vleit,
 
Hoe lokkend zij ook wenkt
 
En rang en titels schenkt,
 
En grootheid, glans en eer,
 
En wat ook 't hart begeer';
[pagina 198]
[p. 198]
 
Wat roemzucht streelend vindt,
 
Wat baatzucht graag verslindt,
 
Wat de eigenliefde voedt,
 
Den hoogmoed zwellen doet;
 
Wat heerschzucht ook verdelgt,
 
Wat gouddorst ook verzwelgt;
 
Wat de eerzucht kittlen moog;
 
Wat blinkend zij voor 't oog,
 
Betoovrend voor 't gevoel;
 
Wat vlam in de adren woel',
 
Wat ook de zinnen streel'
 
En dartle togten teel',
 
En den verboden lust
 
Nu aanvuurt, dan weêr bluscht; -
 
 
 
Al wat de wereld heeft,
 
Al wat de wereld geeft...
 
't Haalt bij de vreugde niet
 
Die 't huislijk leven biedt.
[pagina 199]
[p. 199]
 
De rijkdom, praal en magt,
 
De schitterende pracht,
 
Zijn nietig klatergoud,
 
Waar nooit de wijze op bouwt;
 
De titels, rang en eer -
 
Een waterbel... niets meer;
 
Wat ook Fortuna schenk',
 
Hoe vleijend zij ook wenk',
 
De gift uit hare hand
 
Is wellend oeverzand;
 
De lust, die 't harte streelt,
 
Een ijdel schaduwbeeld;
 
Het kriele zinlijk vuur
 
Een droom van korten duur;
 
De grootheid en de roem
 
Een teedre lentebloem,
 
Die de adem van den wind
 
Slechts aanraakt... en verslindt;
 
De glans van hoogen stand
 
Een zwakke zomerplant,
 
Die naauw een' morgen bloeit,
 
Door 't middagvuur verschroeid.
[pagina 200]
[p. 200]
 
Maar huisselijk geluk
 
Schenkt heil, in vreugde en druk,
 
Een heil, dat eeuwig bloeit,
 
En in het harte groeit;
 
Dat in dien vruchtbren grond,
 
De beste sappen vond,
 
En voedingskracht verwerft;
 
Dat nimmer kwijnt of sterft,
 
Dat nooit den mensch begeeft,
 
Maar met het harte leeft.
 
 
 
Het is geen bloem der lent,
 
Die 't minste windje schendt;
 
Geen teedre zomerplant,
 
Voor 't zonvuur niet bestand;
 
Het is een sterke boom,
 
Die 't kabblen van den stroom,
 
Die 't knagen van den worm,
 
Die 't buldren van den storm,
[pagina 201]
[p. 201]
 
Die sneeuw en hageljagt,
 
De zaamvereende kracht
 
Der grimmige natuur,
 
Den brand van 't bliksemvuur,
 
Het roosten van de zon
 
Met fierheid tarten kon.
 
 
 
Driewerf gelukkig hij,
 
Die zorg- en kommervrij,
 
Zich van geen kwaad bewust,
 
In zijne schaduw rust!
 
 
 
Gelukkig is de man,
 
Die volop smaken kan,
 
En ongestoord geniet
 
't Geen huislijk leven biedt!
 
 
 
Ja! huisselijk geluk
 
Schenkt heil in vreugd en druk,
[pagina 202]
[p. 202]
 
Een heil, dat nooit vergaat,
 
Een heil, dat nooit verzaadt,
 
Een heil, dat eeuwig bloeit,
 
Dat in het harte groeit,
 
En nimmer walging baart,
 
Waarbij 't genot der aard,
 
En grootheid, rang en magt,
 
En aanzien, roem en pracht,
 
En al, wat schittrend schijnt,
 
Als nietig stof verdwijnt.
 
 
 
Ja! zalig is de man,
 
Die dit genieten kan;
 
Die liefdes vruchten plukt,
 
Wien liefde 't hart verrukt,
 
Wien liefde lieflijk streelt
 
En zaligheden teelt;
 
Wien liefde teeder koost,
 
Wien liefde vleit en troost,
 
Wien liefde smart en ramp
 
Verstuiven doet in damp;
[pagina 203]
[p. 203]
 
Wien liefde vreugd en zoet
 
Verdubbeld smaken doet;
 
Wien liefde reine vreugd
 
En zuivre zielsgeneugt,
 
En hemelzaligheid,
 
En rust voor 't hart bereidt!
 
 
 
De Koning, hoe geëerd,
 
Die dit geluk ontbeert,
 
Is, meester van heel de aard,
 
Nog niet benijdenswaard;
 
De schaamle handwerksman,
 
Die 't zoet gevoelen kan,
 
Dat huislijk leven baart,
 
Is niet beklagenswaard.
 
 
 
Waar dit geluk niet woont,
 
Geen zalig Eden troont
 
Van reine liefde en trouw,
 
Is 't luisterrijkst gebouw
[pagina 204]
[p. 204]
 
Van vorstelijke pracht
 
Een doodsch verblijf der nacht;
 
Waar trouwe en teederheid
 
Heur zachte glansen spreidt,
 
Haar' reinen wellust biedt,
 
Daar is het dak van riet,
 
Hoe nederig en klein,
 
Een tempel, kuisch en rein,
 
Geheiligd aan de deugd,
 
Aan schuldelooze vreugd,
 
Aan zuiver zielsgenot
 
En aan den dienst van God.
 
 
 
Gelukkig hij, gewis,
 
Wiens huis dees tempel is,
 
Waarin de liefde woont
 
En de ongeziene troont,
 
Wiens invloed hem bezielt,
 
En voor wiens oog hij knielt!
 
Gelukkig hij, gewis,
 
Die in deez' tempel is
[pagina 205]
[p. 205]
 
Een priester van de deugd;
 
Die offert aan de vreugd;
 
Die met een brave vrouw
 
't Geluk der huwlijkstrouw,
 
't Geluk der min geniet;
 
Wien 't kroost een' wellust biedt,
 
Zoo schuldeloos en rijk,
 
Als rein en Goddelijk!
 
Hij ziet zijn kindren aan...
 
En zegent zijn bestaan,
 
Verheft zich in zijn lot,
 
Als schepper onder God,
 
Die wezens 't aanzijn geeft,
 
En in die wezens leeft;
 
Hij ziet zijn weêrhelft aan,
 
En juicht in zijn bestaan;
 
De liefde, die het kind
 
Aan 't moederhart verbindt,
 
Het kind, dat man en vrouw
 
Vereent door huwlijkstrouw,
 
Zijn koorden der natuur
 
Van onvergangbren duur,
[pagina 206]
[p. 206]
 
Waar afgunst, haat of nijd
 
Geen vezel van verslijt,
 
De tijd, die 't al belaagt,
 
Zijn tanden stomp aan knaagt.
 
 
 
Ja, huisselijk geluk
 
Schenkt heil in vreugde en druk.
 
Hij, die in grootheid leeft,
 
In bonte cirkels zweeft,
 
Zich in de weelde baadt,
 
In dans en spel verzaadt,
 
En, moede van 't gedruisch,
 
Dan in zijn eigen huis
 
Geen stille - zoete vreê,
 
Geen kalme legersteê,
 
Geen rust voor zijn gemoed,
 
Geen' zachten liefdegloed,
 
Geen kroost, dat hem bemint,
 
Geen teedre gade vindt,...
 
Hij kan, hoe groot hij schijn',
 
Nooit regt gelukkig zijn.
[pagina 207]
[p. 207]
 
Maar hij, die 't heil geniet,
 
Dat huislijk leven biedt,
 
Heeft, wat hem 't lot ook schenk',
 
Waarheen hem 't lot ook wenk',
 
Waar 't zijne woonplaats vest,
 
Alomme - in elk gewest,
 
Een kalm - gerust gemoed,
 
Een onwaardeerbaar goed.
 
 
 
De leden van 't gezin,
 
Veredeld door de min,
 
Bezield door één gevoel,
 
Vereend door 't zelfde doel,
 
Berusten in hun lot
 
En in den wil van God;
 
Zij zeegnen zijn bestel
 
En vinden 't altijd wel.
 
Wat hun 't geweld ontruk',
 
En hoe men hen verdruk',
[pagina 208]
[p. 208]
 
Hoe ook de boosheid woedt,
 
De tijd hen lijden doet;
 
Schoon 't lot hen henen zendt
 
Naar 's aardrijks uiterste end,
 
Zij nemen, wel tevreê,
 
Hun harten met zich meê;
 
Zij vinden overal
 
Genoegens zonder tal,
 
Een heil, dat eeuwig bloeit,
 
En in hun harten groeit;
 
Zij kunnen in den druk,
 
In 't grievendst ongeluk,
 
Hoe wreed hun lot ook schijn',
 
In zich gelukkig zijn.
 
 
 
Neen! wat de wereld heeft,
 
En wat de wereld geeft,
 
't Haalt bij de vreugde niet,
 
Die 't huislijk leven biedt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken