Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Leerzaame zinnebeelden (1714)

Informatie terzijde

Titelpagina van Leerzaame zinnebeelden
Afbeelding van Leerzaame zinnebeeldenToon afbeelding van titelpagina van Leerzaame zinnebeelden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.62 MB)

Scans (28.09 MB)

ebook (10.70 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Leerzaame zinnebeelden

(1714)–Adriaan Spinniker–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 6]
[p. 6]

Het IIde zinnebeeld.

Zyn gaat voor schyn.



illustratie

Hebt de waereld niet lief, noch het geen in de waereld is. Zo iemand de waereld lief heeft, de liefde des Vaders is niet in hem. Want al dat in de waereld is, [naamelyk] de begeerlykheid des vlees, de begeerlykheid der oogen, en de grootsheid des levens, is niet uit den Vader, maar uit de waereld. En de waereld gaat voorby, en haare begeerlykheid: maar die Gods wil doet, blyft in eeuwigheid. 1Joann.ii.15,16,17.

De gedaante deezer waereld gaat voorby. 1Kor.vii.31.

[pagina 7]
[p. 7]

Op het IIde zinnebeeld.

 
Als 't licht der zonne op aarde speelt,
 
Dan word 'er menig schaduwbeeld
 
Van veelerhande form gebooren,
 
Geschikt in hun verandering
 
Naar maat en leeft van ider ding,
 
Dat haare straalen komt te vooren.
 
Die in de schaduw zich vermaakt,
 
Zal naar het licht, dat helder blaakt,
 
Den rug noodwendig moeten keeren,
 
En dus met een dien lieven gloed,
 
Die 't al verlicht, en strooft, en voed,
 
Zo lang voor zyn gezicht ontbeeren.
 
Maar die het tegendeel bemint,
 
En in het licht genoegen vind,
 
Weet, dat hy moet de schaduw vlieden,
 
En, haar den rugge toegekeerd,
 
Als hinderlyk aan zyn' begeert',
 
Het aangezicht de zonne bieden.
 
Ach! kon de ziel dit staâg bevroên!
 
Wat zou, wat zou men in haar doen
 
Een' grooten ommekeer bespeuren,
 
Die door een schynschoon, dat verraad,
 
Zo dwaas zich overreeden laat,
 
Om schaduwen voor 't licht te keuren.
 
Al wat men hier beneden ziet,
 
Zyn schaduwen, en anders niet,
 
Die in der dwaazen oog wat schynen,
 
En houden 't hert verwonderd staan,
 
Doch zekerlyk in 't eind vergaan,
 
En, als een enkel niet, verdwynen.
 
Maar in den hemel schynt een' zon,
[pagina 8]
[p. 8]
 
Waar by nooit luister haalen kon,
 
Die tyd noch eeuwe kan bepaalen,
 
Gods Zoon, wiens licht, dat nooit verdooft,
 
Verlicht, en reinigt, voed, en stroost
 
Al wat zich stelt in zyne straalen.
 
Doch even als het in den staat
 
Der zichtb're zonne en schaduw gaat,
 
Zo is het juist ook hier gelegen;
 
Die de eene zoekt, moet de and're vliên.
 
Leer dan, ô ziele, toe te zien,
 
En laat het zwaarst het zwaarste weegen.

Toezang.

Stem: Kourante la bare.

 
I.
 
Die 't hert gevoelt naar eenig goed,
 
't Zy spys, of drank, of and're dingen haaken,
 
Ziet door het wezen van de zaaken
 
Dien trek alleen verzaadigd en geboet.
 
Maar zo hy van naar 't schaduwbeeld,
 
Door't helder licht der gulde zon geteeld,
 
Hy zal vergeefs zyn' tyd en vlyt besteeden,
 
En zyne lust
 
Door de idelheden
 
Nimmerzien geblust.
 
 
 
II.
 
En waant gy noch, ô mensenkind,
 
Dat de aarde uw hert, van zucht tot heil gedreeven,
 
Zyn' vergenoeging ooit kan geeven,
 
Daar al haar goed niet meerder is, dan wind,
[pagina 9]
[p. 9]
 
Dan schaduw, die geen wezen heeft,
 
En 's minnaars hand in 't grypen steeds begeeft?
 
Weg idelheid der schoonvermomde logen,
 
Waar door het hert,
 
Te dwaas bedroogen,
 
Blyft in 't aards verwerd.
 
 
 
III.
 
Wy weeten een waarachtig goed,
 
Dat wezen heeft, en, duurzaam, en bestendig,
 
Zich strekt in 't eeuwig en onendig,
 
En gants volmaakt des herten lust voldoet.
 
Hier willen we alles om versmaên,
 
En door de deugd naar zyn' genieting staan.
 
Wel aan, ô mens, laat zich uw' ziel begeeven,
 
Om hand aan hand
 
Met ons te streeven
 
Naar dat zalig pand.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken