Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Leerzaame zinnebeelden (1714)

Informatie terzijde

Titelpagina van Leerzaame zinnebeelden
Afbeelding van Leerzaame zinnebeeldenToon afbeelding van titelpagina van Leerzaame zinnebeelden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.62 MB)

Scans (28.09 MB)

ebook (10.70 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Leerzaame zinnebeelden

(1714)–Adriaan Spinniker–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 162]
[p. 162]

Het XXXVIIIste zinnebeeld.

Wrang in 't einde.



illustratie

Want het bedenken des vlees is de dood; maar het bedenken des geests is het leven en de vrede: Daarom dat het bedenken des vlees vyandschap is tegen God: want het onderwerpt zich Gods wet niet; want het kan ook niet. En die in het vlees zyn, kunnen Gode niet behaagen. Rom.viii.6,7,8.

[pagina 163]
[p. 163]

Op het XXXVIIIste zinnebeeld.

 
Riviertje, dat, gesprooten
 
Uit ryke waterwel,
 
Van 't hoog gebergte snel
 
Langs menig veld al ruisend komt gevlooten,
 
Daar 't zuiver nat de lust
 
Van mens en dieren blust,
 
In heeten dorst van mens en dier genooten;
 
Al zyn uw' koele stroomen
 
Zo klaar, als kristallyn,
 
Zo fris, als zoete wyn,
 
Gy stort, aan 't eind van uwen loop gekomen,
 
In 't zeenat uwen vloed,
 
Daar al dat klaar en zoet
 
Door 't pekel word verdoofd en weggenomen.
 
O stroom van aards vermaaken!
 
O wyde waerelvloed,
 
Wiens wateren zo zoet,
 
Zo aangenaam aan domme herten smaaken,
 
Dat duizenden, verleid
 
Door uwe aantrekk'lykheid,
 
In graage lust naar uw' genieting haaken;
 
Hoe zeer gy kunt bekooren,
 
Gy moet ten laatsten meê
 
Verzinken in een' zee,
 
Daar al uw zoet vergaan moet, en versmooren;
 
De zee van ondergang,
 
Zo bitter, en zo wrang,
 
Door 't hoog besluit des Hemels u beschooren.
 
Zo hebt gy met de stroomen
 
Een' zelven loop en deel;
 
D[o]ch overgroot verscheel,
[pagina 164]
[p. 164]
 
Als in 't gemoed de vrucht word waargenomen,
 
Die de uitloop van uw' vloed
 
Voor uw' genieters d[o]et
 
Uit uwen grond ten laatsten boven komen.
 
Want schoon de beek aan 't ende
 
Vloeit in de zoute zee,
 
Dat doet aan niemand wee.
 
Maar die tot u zyn' lust onmaatig wendde,
 
Stort, als gy hem ontgaat,
 
Met een in droeven staat,
 
In diepe zee van jammer en elende.
 
Dies willen wy u haaten,
 
Beschroomd voor zulk een lot,
 
En 't zoet van uw genot
 
Voor anderen gewillig overlaaten,
 
Naardien toch al het nat,
 
In uwen schoot bevat,
 
Zelf in deez' tyd de ziele niet kan baaten.
 
Wy weeten and're beeken,
 
Waar by uw vleijend zoet
 
Zo bitter is, als roet;
 
Wier edel vocht, nooit waardig vergeleeken,
 
Der zielen graage lust
 
Voldoet, en lieflyk blust,
 
En nimmer ons ontgaan kan, noch ontbreeken.
 
Deez' reine plassen strekken,
 
Veel meer, dan Gods Jordaan,
 
Om ons geheel te ontslaan
 
Van ziekte, en kwaal, en haatelyke vlekken:
 
Die kunnen in ons hert,
 
Hoe zeer van angst benerd,
 
Een' blyden troost en zoet genoegen wekken.
 
En als uw stroom moet daalen,
 
En sleept zyn' minnaars meê
[pagina 165]
[p. 165]
 
In onheils diepe zee,
 
Daar niemand ooit het hoofd kan boven haalen.
 
Stort elk met deezen vloed
 
In eene zee van goed,
 
Die eeuwig stroomt, en oevers kent, noch paalen.
 
Zo iemand zoekt te weeten,
 
Hoe 't beekje zy genoemd,
 
Daar hert en tong van roemt,
 
Die word terstond zyn antwoord toegemeeten;
 
Die heuchelyke vloed,
 
Zo klaar, zo ryk, zo zoet,
 
Zo vol van heil, is Liefde Gods geheeten.
 
Weg dan, uw' wat'ren stinken,
 
Dies willen we u voortaan
 
O waereldvloed, versmaân,
 
Om stadig uit deez' weeldebeek te drinken,
 
Tot dat wy, hel en dood
 
Ontzwommen, in den schoot
 
Der zee van heil voor eeuwig gants verzinken.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken