Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nagelate schriften (1677)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nagelate schriften
Afbeelding van Nagelate schriftenToon afbeelding van titelpagina van Nagelate schriften

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.16 MB)

ebook (3.80 MB)

XML (2.37 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/filosofie-ethiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nagelate schriften

(1677)–Benedictus de Spinoza–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Drieentwintigste Brief.
Antwoort op de voorgaande B.d.S. aan H. Oldenburg.

Myn Heer,

 

IK zie eindelijk wat het geweest heeft, dat gy van my verzocht dat ik niet zou gemeenmaken. Maar dewijl dit zelfde de voornaamste Ga naar margenootagrontvest van alle die dingen is, de welken in die Ga naar margenootbVerhandeling begrepen zijn, die ik voorgenomen had uit te geven, zo zal ik hier met weinig woorden verklaren, op welke wijze ik een Ga naar margenootcnootschikkelijke nootzakelijkheit aller dingen en Ga naar margenootdwerkingen stel.

Ik Ga naar margenooteonderwerp God geensins het Ga naar margenootfnootlot, maar ik Ga naar margenootgbevat dat alle dingen, door een Ga naar margenoothonvermijdelijke nootzakelijkheit, uit Gods natuur volgen, op de zelfde wijze als zy alle bevatten dat uit de natuur van God zelf volgt, dat God Ga naar margenootizich zelf verstaat. Warelijk, niemant ontkent dat dit nootzakelijk uit de goddelijke natuur volgt: en echter bevat niemant dat God door enig nootlot gedwongen, maar dat hy gantsch Ga naar margenootkvrijelijk, hoewel Ga naar margenootlnootzakelijk, zich zelf verstaat. Wijders, deze onvermijdelijke nootzakelijkheit der dingen neemt noch de goddelijke, noch de menschelijke wetten wech. Want zelfs de Ga naar margenootmzedige leerstukken, 't zy dat zy de Ga naar margenootnvorm van wet, of van recht van God ontfangen, of niet, zijn echter goddelijk en heilsaam: en 't zy wy het goet, 't welk uit de deucht, en goddelijke liefde volgt, van God, als de rechter, ontfangen, of dat het uit de nootzakelijkheit van de goddelijke natuur uitvloeit; het zal daaröm niet meer of min te begeren zijn. In tegendeel, het quaat, 't welk uit Ga naar margenootobedorve werkingen en Ga naar margenootphartstochten volgt, zal daaröm, om dat het nootzakelijk uit de zelfden volgt, niet minder zijn te vrezen. Eindelijk, 't zy wy de dingen, die wy doen, Ga naar margenootqnootzakelijk, of Ga naar margenootrgebeurelijk doen, wy worden echter door hoop,

[pagina 509]
[p. 509]

en vrees geleid. Voorts, de menschen zijn voor God op geen andere wijze niet te veröntschuldigen, dan om dat zy in Gods macht zijn, gelijk de klai in die van de pottebakker, die uit een zelfde klomp vaten maakt, sommigen ter eren, en sommigen ter onëeren. Indien gy op deze weinige woorden enigsins wilt merken, zo twijffel ik niet of gy zult met weinig moeite op alle de dingen, die gemenelijk tegen dit gevoelen tegengeworpen worden, konnen antwoorden, gelijk veel met my alreê beproeft hebben.

Ik heb de Ga naar margenootsWonderdaden, en Ga naar margenoottd' onkunde, als voor Ga naar margenootugelijkvermogende dingen genemen: om dat de genen, die Gods Ga naar margenootwwezentlijkheit, en de Ga naar margenootxgodsdienst met wonderdaden pogen te bewijzen, een duistere zaak door een andere, die duisterder is, en daar af zy gantschelijk onkundig zijn, willen tonen, en dus een nieu Ga naar margenootyslach van bewijzen invoeren, te weten met niet tot het Ga naar margenootzonmogelijke, gelijk men zegt, maar tot Ga naar margenootad'onkunde, te brengen.

Wat mijn Ga naar margenootbgevoelen van de Ga naar margenootcWonderdaden aangaat, ik heb (zo ik my niet bedrieg) het zelfde genoech in mijn Ga naar margenootdGodgeleerde Staatkundige Verhandeling verklaart. Ik zal hier alleenlijk dit bijvoegen, dat gy, zo gy hier op merkt, te weten, dat Christus niet aan de Ga naar margenooteRaat, noch aan Pilatus, noch aan iemant der ongelovigen, maar alleenlijk aan de Ga naar margenootfHeiligen is verschenen; dat God noch rechte, noch slinke hant heeft, noch in enige plaats, maar, volgens zijn Ga naar margenootgwezentheit, overäl is; dat de Ga naar margenoothstoffe overäl de zelfde is; dat God zich niet buiten de werrelt, in een Ga naar margenootiinbeeldige plaats, die zy verdichten, openbaart; en eindelijk, dat de Ga naar margenootksamenstelling van 't menschelijk lighaam binnen de behorelijke palen, alleenlijk door de zwaartte van de lucht, bedwongen word: dat gy, zeg ik, lichtelijk zult zien dat deze Ga naar margenootlverschijning van Christus niet ongelijk met de gene is, door de welke God aan Abraham verscheen, toen hy drie mannen zag, die hy nodigde om met hem maaltijt' te houden. Maar gy zult zeggen, dat alle d'Apostelen gantschelijk gelooft hebben dat Christus van de doden verrezen, en warelijk ten hemel opgevaren is; 't welk ik niet ontken. Want Abraham zelf geloofde ook dat God by hem maaltijt had gehouden; gelijk ook alle d'Israëliten geloofden dat God, met vuur omringt, uit de hemel op de berg Sinai afgedaalt was, en Ga naar margenootmonmiddelijk met hen gelproken had: hoewel deze en meer andere Ga naar margenootnverschijningen, of Ga naar margenootoopenbaringen, naar de Ga naar margenootpbevattingen, en naar de Ga naar margenootqgevoelens van die menschen geschikt geweest hebben, door de welken God zijn Ga naar margenootrmening aan hen heeft willen openbaren. Ik besluit dan dat Christus opstanding uit de do-

[pagina 510]
[p. 510]

den warelijk geestelijk, en alleenlijk aan de gelovigen, naar hun bevatting, geöpenbaart heeft geweest; te weten dat Christus met d'eeuwigheit is beschonken, en dat hy van de doden (doden versta ik hier in de zelfde mening, daar in Christus zeide, Laat de doden hun doden begraven) opgestaan is, na dat hy door zijn leven en doot een voorbeelt van bezondere heiligheit heeft gegeven; en dus verre wekt hy zijn Leerlingen van de doden op, als zy dit voorbeelt van zijn leven en doot volgen. Het zou niet zwaar zijn de gehele Ga naar margenootsLeer des Euangeliums naar deze Ga naar margenoottonderstelling te verklaren: ja het vijftiende Hooftdeel van d'eerste Brief aan de Korinthers kan volgens deze onderstelling alleen verklaart, en Paulus Ga naar margenootuBewijzen verstaan worden: daar zy anders, met de gemene onderstelling te volgen, zwak zouden schijnen, en lichtelijk wederlegt konnen worden. Ik zwijg noch dat de Christenen alle de dingen, die van de Joden Ga naar margenootwvleesschelijk verklaart zijn, Ga naar margenootxgeestelijk uitgelegt hebben.

Ik beken met u de menschelijke zwakheit. Maar dat het, in tegendeel, aan my geöorloft zy u te vragen, of wy Ga naar margenootymenschjes zo grote kennis van de natuur hebben, dat wy konnen bepalen hoe verre haar kracht en vermogen zich uitstrekt, en wat boven haar vermogen is? en dewijl niemant, zonder verwaantheit, dit kan Ga naar margenootzmenen, zo is 't geöorloft zonder roem de Ga naar margenootaWonderdaden door naturelijke oorzaken, zo veel als 't mogelijk is, te verklaren: en 't zal beter zijn dat wy van de genen, die wy niet konnen verklaren, noch ook Ga naar margenootbbetogen dat zy ongerijmt zijn, onz oordeel schorssen, en de godsdienst, gelijk ik gezegt heb, alleenlijk door de Ga naar margenootcwijsheit der lering bewijzen.

Eindelijk, gy meent dat de plaatsen van Johannes Euangelium, en van de Brief aan de Hebreen tegen de dingen, die ik gezegt heb, strijden, om dat gy de Ga naar margenootdspreekwijzen der Oostersche talen naar de wijzen van spreken in Europa meet; en hoewel Johannes zijn Euangelium in de Grieksche taal mogt geschreven hebben, zo volgt hy echter de Ga naar margenootespreekwijzen der Hebreen. Doch dit zy zo 't is, gelooft gy dat, als de Schrift zegt dat God zich in een wolk heeft geöpenbaart, of dat hy in de Tabernakel, en in de Tempel gewoont heeft, God zelf de natuur van een wolk, van de Tabernakel, en van de Tempel aangenomen heeft? Maar dit is 't voornaamste hier af, 't welk Christus van zich zelf zegt, te weten, dat hy Gods Tempel is, namelijk om dat, gelijk ik in mijn voorgaanden gezegt heb, God zich voortreffelijk in Christus geöpenbaart heeft, van 't welk Johannes, om zulks krachtiglijker uit te drukken, gezegt heeft, dat het Woort Vleesch geworden is. Maar hier af genoech.

margenoota
Fundamentum.
margenootb
Tractatus.
margenootc
Necessitas fatalis.
margenootd
Actiones.
margenoote
Subjicere.
margenootf
Fatum.
margenootg
Concipere.
margenooth
Necessitas inevitabilis.
margenooti
Seipsum intelligere.
margenootk
Liberè.
margenootl
Necessariò.
margenootm
Documento moralia.
margenootn
Forma.
margenooto
Actiones pravae.
margenootp
Affectus.
margenootq
Necessariò.
margenootr
Contingenter.
margenoots
Miracula.
margenoott
Ignorantia.
margenootu
AEquipollentia.
margenootw
Existentia.
margenootx
Religio.
margenooty
Genus argumentandi.
margenootz
Impossibile.
margenoota
Ignorantia.
margenootb
Sententia.
margenootc
Miracula.
margenootd
Tractatus Thologico-politicus.
margenoote
Senatores.
margenootf
Sancti.
margenootg
Essentia.
margenooth
Materia.
margenooti
Spatium imaginarium.
margenootk
Compages.
margenootl
Apparitio.
margenootm
Immediatè.
margenootn
Apparitiones.
margenooto
Revelationes.
margenootp
Captus.
margenootq
Opiniones.
margenootr
Mens.
margenoots
Doctrina.
margenoott
Hypothesis.
margenootu
Argumenta.
margenootw
Carnaliter.
margenootx
Spiritualiter.
margenooty
Homunciones.
margenootz
Praesumere.
margenoota
Miracula.
margenootb
Demonstrare.
margenootc
Sapientia doctrinae.
margenootd
Phrases.
margenoote
Hebraizare.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken