Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nagelate schriften (1677)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nagelate schriften
Afbeelding van Nagelate schriftenToon afbeelding van titelpagina van Nagelate schriften

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.16 MB)

ebook (3.80 MB)

XML (2.37 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/filosofie-ethiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nagelate schriften

(1677)–Benedictus de Spinoza–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 591]
[p. 591]

Zevenenveertigste Brief.
B.d.S. aan de zelfde.

Waarde Vrient,

 

DE Ga naar margenootaHoogleeraar ...... my onlangs bezoekende, zeide, onder andere dingen, dat hy gehoort had dat mijn Ga naar margenootbGodgeleerde Staatkundige Verhandeling in de Nederlantsche taal vertaalt was, en dat iemant, zonder te weten wie, voorgenomen had de zelfde te doen drukken. Ik verzoek dieshalven zeer ernstiglijk van u dat gy hier naar belieft te vernemen, om, indien het mogelijk is, het drukken daar af te beletten. Dit is niet alleenlijk mijn verzoek, maar ook dat van veel mijner goede bekenden, die niet gaerne zouden zien dat men dit boek zou verbieden, gelijk zonder twijffel geschieden zal, zo het in de Nederlantsche Taal uitgegeven word. Ik vertrou vastelijk dat gy dit my en de zaak te geval zult doen.

Zeker vrient heeft, enige tijt geleden, my een boekje t' huis gezonden, Homo Politicus, of Staatkundig Man genoemt, van 't welk ik te voren veel gehoort had. Ik heb het uitgelezen, en het zelfde het schadelijkste boek, dat van menschen bedacht kan worden, bevonden. Het opperste goet van de geen, die 't gemaakt heeft, is het gelt, en d'eer, naar 't welk hy zijn leer schikt: en hy wijst de weg aan om daar toe te geraken; te weten met innerlijk alle Godsdienst te verwerpen, en uitterlijk zodanige aan te nemen, die meest tot zijn vordering kan dienen, en voorts aan niemant getrou te zijn, dan voor zo veel tot zijn voordeel strekt. Wat het overige aangaat, hy prijst ten hoogsten het veinzen, beloven zonder geven, liegen, valsche reden, en meer andere dingen. Ik, dit gelezen hebbende, kreeg gedachten, om van ter zijden hier tegen een boekje te schrijven, daar in ik van 't opperste goet zou handelen, en voorts d' ongeruste en elendige stant van de genen, die geltgierig en eerzuchtig zijn, tonen, en eindelijk met klare redenen, en veel voorbeelden aanwijzen dat de gemene Staten nootzakelijk door onverzadelijke eerzucht en geltgierigheit vergaan moeten, en vergaan zijn.

Warelijk, hoe veel beter en voortreffelijker de gedachten van Thales van Myletus waren, dan die van deze voorgedachte Schrijver, blijkt uit deze volgende redenering. Alle dingen, zeide hy, zijn

[pagina 592]
[p. 592]

onder de vrienden gemeen: de wijzen zijn de vrienden der goden: dieshalven behoren alle dingen aan de wijzen. In dezer voegen heeft deze zeer wijze man zich zelf de rijkste gemaakt, meer met de rijkdom edelmoediglijk te verächten, dan met hem gratiglijk na te jagen. Hy toonde echter in een ander tijt, dat de wijzen niet uit noot, maar vry williglijk geen rijkdom bezaten. Want toen zijn vrienden zijn armoede aan hem verweten, gaf hy aan hen tot antwoort: wilt gy dat ik toon dat ik ook het geen, 't welk ik onwaerdig voor mijn arbeit acht, en daar gy zo gratiglijk naar tracht, kan verkrijgen? En toen zy ja hier op gezegt hadden, huurde hy alle de parssen van geheel Grieken: want hy, die in de loop der starren zeer ervaren was, had gezien dat 'er in dat jaar een grote overvloet van olyven, van de welken in de voorgaande jaren grote schaarsheit had geweest, zou wezen: in voegen dat hy deze parssen, die hy voor weinig gelt gehuurt had, tot een hoge prijs verhuurde, dewijl zy hen tot d' olie uit d' olijven te parssen moesten gebruiken: daar door hy in een jaar grote rijkdom voor zich verkreeg, die hy daar na zo mildelijk omdeelde, als hy hem schranderlijk had verkregen. Ik eindig, met te betuigen dat ik ben. enz.

 

's Gravenhage. 17. Febr. 1671.

margenoota
Professor.
margenootb
Tractatus Theologico-politicus.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken