Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nagelate schriften (1677)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nagelate schriften
Afbeelding van Nagelate schriftenToon afbeelding van titelpagina van Nagelate schriften

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.16 MB)

ebook (3.80 MB)

XML (2.37 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/filosofie-ethiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nagelate schriften

(1677)–Benedictus de Spinoza–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Zesenvyftigste Brief.
Antwoort op de voorgaande B.d.S. aan ....

Myn Heer,

 

UW brief, op gisteren ontfangen, is aan my zeer aangenaam geweest, zo om mijn verlangen naar enige tijding van u, als om dat ik zie dat gy my noch niet gantschelijk hebt vergeten. En hoewel anderen misschien voor een quaad voorteeken zouden achten dat nachtspoken, of geesten d'oorzaak van uw schrijven aan my zijn geweest; ik, in tegendeel, bemerk daar in iets, dat groter is; dewijl ik overweeg dat niet alleenlijk ware zaken, maar ook beuzelingen en inbeeldingen aan my tot voordeel konnen strekken.

Maar laat ons dit, te weten of 'er nachtspoken, grillen en inbeeldingen zijn, ter zijde stellen: dewijl dit by u een ongemene zaak schijnt, te weten niet alleenlijk t' ontkennen dat 'er enigen zijn, maar ook daar aan te twijffelen; als de geen, die van zo veel geschiedenissen, de welken ouden en jongen daar af verhalen, overtuigt is. De hoge achting, die ik u altijt toegedragen heb, en noch toedraag, laat my niet toe dat ik u tegenspreek, veel minder dat ik u vlei. De middelweg, die ik tusschen beide zal houden, is te verzoeken dat het u belief, van zo veel geschiedenissen, die gy van spoken gelezen hebt, een of twee uit te kiezen, aan de welken men minst kan twijffelen, en die klarelijkst bewijzen dat 'er nachtspoken zijn: want, om rechtüit te spreken, ik heb nooit een geloofwaerdig Schrijver gelezen, die klarelijk toonde dat zij 'er zijn. Ik weet ook tot noch toe niet wat zy zijn; en niemant heeft ooit zulks aan my konnen zegeen. 't Is echter zeker dat men van een ding, 't welk van

[pagina 618]
[p. 618]

d'ondervinding zo klarelijk getoont word, nootzakelijk moet weten wat het is: andersins kan men zwarelijk uit enig verhaal besluiten dat 'er spoken zijn ; maar wel dit, dat 'er iets is, en dat echter niemant weet wat het is. Indien de Ga naar margenootaWijsbegerigen die dingen, de welken men niet kent, spoken willen noemen, zo zal ik hen niet konnen ontkennen; dewijl 'er onëindige dingen zijn, daar af ik geen kennis heb.

Eindelijk, mijn Heer, ik bid u, eer ik my veerder in deze stoffe verklaar, dat gy aan myzegt, welke dingen deze spooken, of geesten zijn. Zijn 't Kinderen, zotten, of dullen? dewijl het geen, dat ik daar af gehoort heb, eer dingen van harssenloze, dan van verstandige menschen schijnen, en die, ten besten genomen, nergens beter naar gelijken, dan naar kinderspel, of tijtverdrijf van zotten. Ik dan, een einde hier af makende, zal u noch een zaak te gemoet voeren; dat is, dat die zucht, de welk de menschen gemenelijk hebben, om de dingen te vertellen, niet gelijk zy zijn, maar naar zy hen willen hebben, beter in de vertellingen van geesten en nachtspoken, dan in anderen, gekent word. De voornaamste oorzaak hier af is, gelijk ik geloof, dat, dewijl diergelijke geschiedenissen geen andere getuigen hebben dan de genen, die hen vertellen, de vinder daar af, naar zijn eige welgevallen, d'omstandigheden, de welken hem best schijnen, daar kan bijvoegen, of afneemen, zonder dat hy behoeft te schromen dat iemant hem zal tegenspreken, en bezonderlijk om de vrees, die hem over zijn dromen en grillen bevangen heeft, te rechtvaerdigen, of ook om zijn stoutheit, geloofen mening te bekrachtigen. Behalven dit heb ik noch andere redenen gevonden, die my bewegen om te twijffelen, is 't niet aan de geschiedenissen zelven, ten minsten aan d'omstandigheden, met de welken zy verhaalt worden, en die tot het besluit, 't welk men uit deze geschiedenissen tracht te trekken, meest dienstig zijn. Ik zal 't dan hier by laten, tot dat ik verstaan heb welken die geschiedenissen zijn, daar af gy in dier voegen overtuigt zijt, dat u dunkt dat zelfs daar aan te twijffelen een ongerijmde zaak is.

margenoota
Philosophi.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken