Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Handleiding tot de kennis van onze vaderlandsche spreekwoorden en spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan de scheepvaart en het scheepsleven, het dierenrijk en het landleven ontleend (1844)

Informatie terzijde

Titelpagina van Handleiding tot de kennis van onze vaderlandsche spreekwoorden en spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan de scheepvaart en het scheepsleven, het dierenrijk en het landleven ontleend
Afbeelding van Handleiding tot de kennis van onze vaderlandsche spreekwoorden en spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan de scheepvaart en het scheepsleven, het dierenrijk en het landleven ontleendToon afbeelding van titelpagina van Handleiding tot de kennis van onze vaderlandsche spreekwoorden en spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan de scheepvaart en het scheepsleven, het dierenrijk en het landleven ontleend

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.44 MB)

Scans (23.91 MB)

XML (1.45 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

verzameld werk
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Handleiding tot de kennis van onze vaderlandsche spreekwoorden en spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan de scheepvaart en het scheepsleven, het dierenrijk en het landleven ontleend

(1844)–J.P. Sprenger van Eijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina XIX]
[p. XIX]

Derde Register. Donkere spreekwoorden en spreekwoordelijke zegswijzen, meerendeels opgehelderd.

  Bladz.
Alle dagen een draadje, is een hemdsmouw in 't jaar 6
[Alle] gelijkenissen gaan mank 27
Als de Abt de teerlingen geeft, dan mogen de Monniken wel dobbelen 6
[Als] Paschen komt op een Zondag, is elk een kind van zijn eigen vader 2
[Als] 't regent en de zon schijnt, dan is het kermis in de hel 7
Dat is een huis uit de breeveertien gebouwd 33
[Dat is een] Ronzebons. Van waar die naam? 25
[Dat is een] stukje van ALBRECHT DURER 2
[Dat] past als een tang op een varken 19
[Dat] zijn dukdalven, voor: palen of liever paalhoofden 26

[pagina XX]
[p. XX]

De blijden gaan vooraan 32
[De] gekken vragen naar de klok; maar de wijzen weten hun tijd 21
[De] jongste schepen vellen het vonnis 31
[De] maan schijnt in het water 18
[De] Westkappelsche Engel rijdt 30
[De] zee zoekt vijgen 16
Die de dante trouwt om de wante, verliest de dante en houdt de wante 2
Een groene Kersmis maakt een witte Paschen 4
[Een] kleine put in de aarde, een groote ruimte in huis 32
[Een] oogenblik staans verlet, veel gewonnen 17
Er loopt iemand over mijn graf: als men over zijn ligchaam grilt 16
[Er] zijn pannen op het dak, voor; men wordt beluisterd 12
Helder op, Machieltje! 29
Het gaat daar schotsch toe 24
[Het] is een arme, onnoozele hals 17
[Het is een] gravelle 18
[Het is een] klikspaan, voor: een verklikker 28
[Het is een] omgekeerde Arminiaan, van een opengespouwene, gestoofde baars gebruikt 16
[Het is een] verachte fakkel 16
[Het is een] winterkoning, voor: iemand die ’s winters ziekelijk is 12
[Het is een] zielverkooper, voor: ronselaar 25
[Het is] kliekjesdag, voor: dag waarop de overgeschotene spijs gebruikt wordt 24
[Het is] uit het Evangelie van den spinrok 11

[pagina XXI]
[p. XXI]

  Bladz.
Het ontbreekt mij aan PILLIPPUS Quartus, voor: geld 15
[Het] zijn Heeren van zes weken 11
[Het zijn] zieltjes van potaarde 21
Hij bakt kleine broodjes 24
[Hij] bleef met het mes in den buik, zitten 28
[Hij] doet een bedelaars gebed, voor: hij telt geld 21
[Hij doet] gist in zijn schoenen 30
[Hij] draait hem een rad voor de oogen, voor: hij misleidt hem 28
[Hij] gaat naar Palermo 30
[Hij] geeft hem het heilige kruis achterna 32
[Hij] heeft dubbel en dwars genoeg gehad 32
[Hij] een stuk van een oud net gegeten 8
[Hij heeft] Dirk aan 't oor geslagen 7
[Hij] houd den gek in den mouw 8
[Hij] is een rijke fokker [8]
[Hij is] er mede verlegen als ANNA met haar moêrs (moeders) ziel 8
[Hij is] gedropen, voor: bij onderzoek onbekwaam gekeurd 15
[Hij is] morsdood 17
[Hij is] zoo harig als elft in de Mei 4
[Hij is zoo] fijn, als gemalen poppenst…t 18
[Hij is zoo] stout, als of hij nog een lijf in de kist had 4
[Hij] kan ook wel Duitsch 9
[Hij] krijgt van de taart, voor: hij wordt beknord 19
[Hij] loopt het vuur uit de sloffen 13
[Hij] meent dat hij goud zal drinken uit een horentje 4
[Hij] of zij is er bij voor spek en appels 26

[pagina XXII]
[p. XXII]

  Bladz.
Hij of zij is met het verkeerde been uit het bed gestapt, voor: in geen goed humeur 13
[Hij] slaapt een gat in den dag, voor: zeer lang 21
[Hij] sloeg er onder als malle Jan onder de hoenders 28
[Hij] speelt er mede als Jan Potage met zijn muts 5
[Hij] steekt den bezem uit 29
[Hij] stooft hem een kool, voor: hij fopt of benadeelt hem 19
[Hij] verblijdt zich met een doode mees, voor: eene ijdele hoop 29
[Hij] watertand er van 18
[Hij] weet wel te parlesanten 24
[Hij] zend hem een kattebel, voor: klein briefje 25
[Hij] zendt hem van PONTIUS naar PILATUS 20
[Hij] zit op de klapbank [20]
Ik ben geen Bremer, voor: iemand die iets steken laat 14
[Ik] heb ook een woord in het kapittel te zeggen, en hij is gekapitteld, voor: doorgehaald 27
[Ik] wil om de keur van den balk niet vallen 1
[Ik] zou hem wel een knapzak vol hooi toevertrouwen, had ik borg voor 't leer 5
Karnemelk is kooper, en wie is borg? 29
Kom je van Lillo, dat je mandje zoo druipt? 30
Komt de duivel in de kerk, dan wil hij op het hoogaltaar zitten 9
Koster stoot eens aan den zandlooper 12
Loop voor St. Velten 9
Men moet geen wolf in zijn hart (ook wel zijn buik) laten smoren 18

[pagina XXIII]
[p. XXIII]

  Bladz.
Met Nieuwejaar zijn de dagen eene haneschree (niet schreeuw) gelengd 21
Mijn deur zij ver van mijn heers deur 5
Nog leven de geuzen! 10
Nu zijn de poppen aan het dansen, voor: nu is alles in beweging of aan den gang 20
Ongelukkig in 't spel, gelukkig in de liefde 27
Op je neus geturfd, dan heb je geen zoldertje van nooden 20
Over honderd jaar komen de Heidenen in 't land 11
Slapperdement, Slapperdemallemosterd 26
Tusschen Paschen en Pinksteren vrijen de onzaligen 6
Twee joden weten wel wat een bril kost 17
Vreemde zorgen dooden den ezel 12
Zulk (een) volk, zulk (een) weêr 29
Zij bestaan elkander van kniejen noch ellebogen 6
Zijne niertjes liggen warm, (zacht) voor: hij lacht al zeer ligt 13


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken