Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hemelryck dat is Lof-sangh van 't Rijcke der hemelen (1621)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hemelryck dat is Lof-sangh van 't Rijcke der hemelen
Afbeelding van Hemelryck dat is Lof-sangh van 't Rijcke der hemelenToon afbeelding van titelpagina van Hemelryck dat is Lof-sangh van 't Rijcke der hemelen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.62 MB)

ebook (3.01 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

lofdicht(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hemelryck dat is Lof-sangh van 't Rijcke der hemelen

(1621)–Joannes Stalpaert van der Wiele–rechtenstatus Auteursrechtvrij

'twelck eertijds beweeght heeft Adrianum rechter van Nicomedien tot het gheloof ende martyrie ons' Heeren Iesv Christi


Vorige Volgende

Veerthiende Ghedicht.

De eeuvvighe Saeligheydt vergheleecken by een costelijcke Parel, by een verburghe Schat, ende by een Rijcken Dagh Penningh.
 
Dit is de Ga naar margenootpParel weer. Maer siet toch eens hoe claer!
 
Een Parel die van prijs de alderdierste waer,
 
Iae heel de rontte selfs, des werelts gaet te boven.
 
Wat Iuwelier en sou hier voor niet willen loven,
 
Alwaer hy noch soo wreck, van reysen noch soo moe,
 
Al 'tghene dat hy hadt, en noch syn selven toe?
 
Ey! 'tis te schoonen stuck: wilt ghy't u niet beclagen,
 
Soo'n laet u dit geluck, van niemandt toch ontdragen.
 
De cans comt u te schoon: want daer een ander loopt
 
Schier al syn leven lang, eer hy een leurtgien coopt,
 
Soo comt dit schoon Iuweel van selfs u voor de voeten.
 
Mijn Heer, omhelst de schat. Ey! wilt de Parel groeten:
 
Het alderschoonste stuck, het alderdierste pandt.
 
En laet u toch gheen Hoff, En laet u toch gheen Landt,
 
Gheen eer, geen hooge staet, geen rijckdom, noch geen weelden,
 
Gheen heele Wereldt oock, met all' haer yele beelden
 
(Want anders gheeftse niet) verleyden van het stuck.
 
'Tis al te grooten deel, 'tis al te rijcken pluck;
[pagina 49]
[p. 49]
 
En ghy te wysen Man, die immers nae de reeden,
 
Alree wel mercken cunt wat datmen te besteeden
 
Behoort voor sulcken waer. Nu, nu ken twyffel niet,
 
Als ghy haer noch maer eens, en andermael besiet,
 
Of ghy sult syn gemoedt daer voor tot prys te gheven,
 
Alleen niet eer en goedt, maer selver oock u leven.
 
Och! Iae met goede reen, want met een handt vol bloedts,
 
Te coopen een Ga naar margenootqThresoor vervult met soo veel goedts,
 
Een parel van een croon, een pack van sulcke cleeren,
 
De blyschap met eenwoordt, een ryck, een vreucht des heeren;
 
Is al te goede coop. Den arbeydt, naer ick meyn,
 
Voorwaer is al te cort, voor seecker is te cleyn.
 
All wat wy cunnen doen; wat Ga naar margenootrwy hier cunnen lyden,
 
En heeft gheen maet altoos, by 'tgheen dat in die tyden
 
Den Heer ons gheven sal: Hy nomt het Ga naar margenootsarbeydts loon
 
Tis waer, maer tis een ryck, het is de hooghste croon
 
Van daldermeeste prijs, vant d'alderdierste waerde,
 
Die hier oydt Coningh drough des werelts opter aerde.
 
Doch niettemin een loon, want al hoe wel de stoff
 
Des werricks in sich selfs, is van geringe lof;
 
Soo heeft het niettemin den Heer soo hoogh verheven,
 
Dat hy ons heeft belooft als loon daer voor te gheven
 
De weelde van syn rijck. Ga naar margenoottAls ghy sult lijden pijn,
 
Sprack hy, verblijdt u; want u loon sal eeuwigh sijn.
 
Loon dat voor corten tijdt, u eeuwigh by sal blyuen.
 
Dit is de miltheyt Godts, die ghy dit toe moet schrijuen.
 
Maer nu 'them heeft belieft soodaenigen Ga naar margenootvaccoordt
 
Te maecken met den mensch, gelijck hy met syn woordt
 
Ons heeft geopenbaert, dat nimmermeer can missen;
 
Soo meught ghy immers daer wel seeckerlijck nae ghissen.
[pagina 50]
[p. 50]
 
Te meer alsoo de prijs die aen het werck ons feylt
 
Weerom door syn genae vervult werdt en voldeylt,
 
Die min of meer en gheeft syn bystandt aen de krancken,
 
Dan als een Ga naar margenootwWijngaert struyck het leven aen haer rancken,
 
En 'thooft Ga naar margenootxaen all' sijn leen. hier op soo steunt de croon,
 
Die ons de mildtheyt Godts geeft als verdiende loon
 
voor ons bedreven werck al waert noch thienmael slechter;
 
Ten eynde van dien dagh, Ga naar margenootyals een rechtveerdigh rechter,
 
In Ga naar margenootzwight getal en maet. Ick bidt u beste vrindt,
 
Dat ghy met rypen raedt, dit punt toch wel versindt
 
Siet hier dit's Ga naar margenootalesten uyr, den Heer die doedt u nooden,
 
Door onsen cleynen dienst: dat ghy u vande gooden,
 
En vande werelt oock, hoe eer hoe liever scheydt.
 
Zy gheven vier en roock; Maer hy sal d'arrebeydt
 
Die ghy dit uyrtgien tydts voor hem noch sult besteeden,
 
Vergelden met een loon van een geruste vreede,
 
Die eeuwigh duyren sal. En Siet dit is de munt,
 
Die voor soo corten schoft den Hemel u vergunt.
 
Begeeft u maer te werck, betrout hem alde reste,
 
Dat hy meer als Ga naar margenootbgelijck den eersten metten leste,
 
Sal doen in d'uyr des doodts. Ey! voor een Ga naar margenootcogenblick,
 
(Roupt vry; O miltheyt Godts! roupt vry; ist mogelick)
 
Sal hy met volle maet, met opgehoopte schaelen,
 
Al compt ghy noch soo laet, u 'trijcke loon betaelen.
 
Maer past wel op het uyr, en houdt voor vast bescheydt,
 
Dat van dit ogenblick, weer hangt uw' eeuwegheydt.
 
Of eeuwigh, neempdyt waer, behouden en vercooren:
 
Of eeuwigh, dit's te swaer, verweesen en verlooren.

margenootp
Math. 13. v. 45.
margenootq
Math. 13 44.
margenootr
Ad Rom. 8. 18.
margenoots
Math. 20. 5. 2. et 8.
margenoott
Math. 5. 12.
margenootv
Math. 20. 2.
margenootw
Ioan. 15 5.
margenootx
Ephes. 5. 15. et cap. 6. 23.
margenooty
2. Timoth 4. 8.
margenootz
Sap 11. 2r
Lucae 6. 38.
margenoota
1 Iohan. 2 18.
margenootb
Math. 20. 13.
margenootc
2. Corint. 4. 17.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken