Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van Abélard tot Zoroaster. Literaire en historische figuren vanaf de renaissance in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater (1994)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van Abélard tot Zoroaster. Literaire en historische figuren vanaf de renaissance in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater
Afbeelding van Van Abélard tot Zoroaster. Literaire en historische figuren vanaf de renaissance in literatuur, muziek, beeldende kunst en theaterToon afbeelding van titelpagina van Van Abélard tot Zoroaster. Literaire en historische figuren vanaf de renaissance in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.21 MB)

Scans (31.64 MB)

ebook (9.74 MB)

XML (1.03 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van Abélard tot Zoroaster. Literaire en historische figuren vanaf de renaissance in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater

(1994)–Peter Altena, Léon Stapper, Michel Uyen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Tamerlan

(1336-1405) is de in Europese bronnen gebruikelijke naam voor de meedogenloze heerser Timoer Lenk. In de Turkse overlevering heet hij Timur Beg of Timur-Bec. Met Alexander de Grote en Djenghis Khan behoort hij tot de grootste veroveraars uit de wereldgeschiedenis. De naam Timoer is Perzisch voor ‘ijzer’. Vanwege zijn lichamelijke handicap, in 1363 opgelopen in de strijd om de macht, kreeg Timoer de bijnaam ‘Lenk’, de kreupele.

Timoer was de zoon van een Mongoolse gouverneur. Zijn afkomst kreeg extra glans door het gerucht dat hij afstamde van Djenghis Khan. In 1370 verwierf hij de heerschappij over Transoxanië (het tegenwoordige Oezbekistan), waarbij hij profiteerde van de afbrokkelende macht van het Mongoolse Rijk. Bij deze strijd om de heerschappij deinsde Timoer er niet voor terug om regelmatig van partij te wisselen en verraad te plegen. Na 1370 vestigde hij zijn reputatie als ontembare imperialist. Zijn veldtochten naar Perzië, Rusland en het Osmaanse Rijk resulteerden in roemruchte overwinningen. Met uiteenlopende proeven van sadisme - hij liet mensen levend inmetselen en begraven of genoot tijdens de maaltijd van de executie van enkele overheidsdienaren die zijn ongenoegen hadden opgewekt - vergrootte hij het angstige ontzag waarmee zijn naam werd uitgesproken. Timoer werd het toonbeeld van wreedheid en liet zich bij zijn expedities leiden door het ongebreidelde verlangen het Mongoolse Rijk in ere te herstellen en de wereld te bekeren tot de islam.

De meeste indruk maakte Timoers overwinning op de trotse Turkse sultan Bajazid i. In 1401 werd Bajazid, die in West-Europa grote bekendheid genoot onder de naam Bajazet, bij de slag om Ankara gevangen genomen en vervolgens diep vernederd: omdat Bajazid al eens getracht had te vluchten, werd hij in een ijzeren kooi geketend en aldus rondgedragen. Volgens de overlevering gebruikte Timoer de overwonnen Bajazid als opstapje bij het bestijgen van zijn paard. De sultan verdroeg deze vernederingen niet en pleegde in 1403 zelfmoord.

Tijdens de voorbereidingen op de oorlog tegen China stierf Timoer in het legerkamp. Kort na Timoers dood raakten zijn zonen en kleinzonen slaags over de opvolging: het resultaat was dat zij de nalatenschap verspeelden.

 

Terwijl zijn aanhangers en geloofsgenoten Timoer in kronieken en andere geschriften prezen om zijn streng en rechtvaardig bestuur en om zijn vroomheid, werd hij in het christelijke Europa gezien als heidense tiran. De aangename zijde van Timoer kwam aan bod in het werk van zijn biograaf Ali Yazdi, ook wel Sharifu'd Din genaamd, die als beschermeling van Timoers kleinzoon Ibrahim Soltan in zijn Zafarnama uit 1436 verslagen van verbluffende heroïek combineerde met onderhoudende anekdotiek. Yazdi zette met zijn werk de traditie van de Zafarnama's

[pagina 219]
[p. 219]
(Boeken der veroveringen) voort: ook in opdracht van Timoer zelf waren dergelijke overvloedig geïllustreerde kronieken van gewonnen veldslagen vervaardigd. In de Osmaanse wereld waren echter ook tegenstemmen te horen: Ahmed Ibn Arabshah bijvoorbeeld noemde Timoer een onrechtvaardig monarch en een vijand van de islam. Europese gezanten berichtten het vaderland van Timoers

illustratie
Tamerlan bestijgt zijn paard en gebruikt daarbij Bajazet als voetbank, gravure in een uitgave van Serwouters' drama Den grooten Tamerlan (1657).


veroveringen en wreedheden. Ruy González de Clavijo, een Spaanse gezant, bezocht in 1403 het hof van Timoer en deed daar verslag van. Publikatie van zijn verslag van de reis en de ambassade onder de titel Historia del gran Tamorlán e itinenario y enarracción de la embaxada, een wonderlijke vermenging van authentieke beschrijvingen en fantastische verhalen, volgde pas in 1582. Mexía baseerde zich voor zijn Tamerlan-biografie (in Silva de varia lección, 1540) op Clavijo. In de tweede helft van de 16e eeuw is de geleerde belangstelling voor Timoer enorm. Prominent is zijn aanwezigheid in de historiografie van het Osmaanse Rijk: in Historiam de origine atque rebus Turcorum (1556; vermoedelijk al gepubliceerd omstreeks 1470) van de Atheense historicus Laonicus Chalcocondylas neemt Timoer een sleutelpositie in. Datzelfde geldt ook voor The Generall Historie of the Turkes uit 1603 van Knolles. Het aantal Timoer-biografieën is imposant: Perondino 1553, Abraham Ortelius (in Theatrum orbis terrarum, 1564) en vooral Du Bec 1594. Het werk van Du Bec, een cisterciënzer abt uit Rouaan, werd vele malen herdrukt en uitgegeven in tal van talen (o.a. het Nederlands). Du Bec, die zei zich te baseren op het werk van Timoers Arabische gezel Alcaher, portretteerde de heerser als een vriendelijk en deugdzaam mens en bovendien als een warm
[pagina 220]
[p. 220]

pleitbezorger van religieuze tolerantie. Ook in het werk van Chalcocondylas en Knolles worden de positieve kanten van Timoer benadrukt. Met name de relatie van de Mongoolse veroveraar met Axalla, zijn christelijke gunsteling, baarde opzien. De nieuwe visie op Timoer, zoals die werd geboden door Du Bec, had weliswaar niet onmiddellijk gevolgen voor de beeldvorming - in de verbeelding bleef Timoer langdurig de meedogenloze tiran - maar op de wat langere duur zou het Tamerlan-beeld in positieve zin worden beïnvloed door de heroïsering in de teksten van historici.

In de Europese literatuur debuteerde Timoer in 1590, toen Christopher Marlowe zijn drama Tamburlaine the Great publiceerde. Marlowe liet zich inspireren door het werk van Mexía en Perondino. In deze tragedie ontwikkelt Tamerlan zich van onbeduidende schapendief tot afschrikwekkende ‘oosterse’ tiran. Zijn wreedheid werd vooral getoond in de ontmoeting met de Turkse sultan Bajazet. Marlowe verbeeldde in Tamerlan de eerzuchtige en meedogenloze mens, zoals hij die in zijn eigen tijd aantrof. Vermoedelijk nam hij met Tamerlan, wiens ambities slechts verderf zaaiden, afstand van dit Machiavellistische type renaissance-mens.

In het treurspel La nueva ira de Dios y gran Tamorlan de Persia (De nieuwe toorn van God en de grote Tamerlan van Perzië, 1624) gaf Vélez de Guevara, die Du Becs biografie negeerde, de geschiedenis van Tamerlan en Bajazet een nieuwe wending: de vroegere geliefde van Bajazet en diens vrouw ontsnappen aan Tamerlan en zij wreken de zelfmoord van Bajazet door Tamerlan te vergiftigen. Ten overvloede wordt het leger van Tamerlan ook nog door het Griekse leger vernietigd. Dit Spaanse treurspel werd in 1657 nagevolgd en tegelijkertijd ingrijpend gewijzigd door Serwouters in Den grooten Tamerlan, met de doodt van Bayaset de I, Turks keizer. Serwouters was wel op de hoogte van de Tamerlan-studies, maar hij hield desondanks vast aan het algemeen gekoesterde beeld van de wrede tiran. Serwouters thematiseerde in zijn Tamerlan-drama de problematiek van de tirannie, een in de jonge Republiek pijnlijk actuele zaak.

De titel van Serwouters' drama herinnerde overigens niet zozeer aan het treurspel van Guevara als wel aan de titel van het Franse Tamerlan-drama van Magnon uit 1647: Le grand Tamerlan ou la mort de Bajazet. In het werk van Magnon werd met Tamerlans wanhopige liefde voor de echtgenote van Bajazet het element van een liefdesgeschiedenis geïntroduceerd. Uitgewerkt werd dat in het invloedrijke treurspel uit 1675 van Pradon, waar Tamerlans liefde Bajazets dochter gold. Pradon portretteerde Tamerlan als tragische held: de zelfmoord van Bajazet brengt Tamerlan tot inkeer en doet hem afzien van zijn amoureuze bedoelingen jegens Bajazets dochter. De invloed van het werk van Du Bec is onmiskenbaar aanwezig in het treurspel van Pradon. Marginaal is de rol van Tamerlan in Astérie ou Tamerlan, een novelle uit 1675 van Madame de Villedieu, maar Tamerlans naam in de titel kon om commerciële redenen moeilijk worden gemist. In 1672 ging Bajazet, het treurspel van Racine, in première: hoewel de titelheld niet kan worden geïdentificeerd met de tragische Turkse sultan Bajazid i, kan de stofkeuze moeilijk los worden gezien van de Westeuropese ‘Turkomanie’ in de tweede helft van de 17e eeuw, die ook de populariteit bevorderde van de geschiedenis van Timoer en de andere Bajazet.

In The Sacrifice uit 1686 van Fane wordt Tamerlan net als bij Pradon getekend als een zichzelf wegcijferende minnaar. In drama's, novellen en romans kreeg Tamerlan, welhaast als personificatie van loyaliteit en vriendentrouw, in toenemende mate de trekken van een moderne tolerante vorst: voorbeelden zijn het Tamerlan-drama uit 1702 van Rowe en de roman Thémir ou Tamerlan, empereur des Tartares uit 1708 van Mademoiselle de la Roche-Guilhem. In Engeland werd onder invloed van Rowe de tegenstelling tussen Bajazet en de inmiddels als kampioen van

[pagina 221]
[p. 221]

verdraagzaamheid gehuldigde Tamerlan opgevat als metafoor voor de contemporaine strijd tussen Lodewijk xiv en de vereerde Willem iii, die het stadhouderschap in de Republiek combineerde met het Britse koningschap. Een erg lang leven was deze metafoor niet beschoren, omdat Willem iii in maart 1702 nu niet bepaald in de stijl van Tamerlan van zijn paard viel en aan de gevolgen overleed.

Opmerkelijk zijn ook de speculaties over Tamerlans flirt met het christendom. Ofschoon aan zijn orthodox mohammedanisme zelden werd getwijfeld, bood de opmerking over Timoers belangstelling voor het christendom in Bibliothèque orientale (1697) van Herbelot een vrijbrief om in Timoer de nodige christelijke beginselen latent aanwezig te achten. Deze annexatie van niet-christelijke helden staat vermoedelijk in verband met het deïstische offensief tegen het christelijk monopolie op deugdzaamheid.

Reizigers uit het Westen tekenden tijdens hun reizen naar het Oosten berichten op over Tamerlan, zoals deze in de volksoverlevering voortleefde. Stellig was hun belangstelling in den vreemde voor de Tamerlan-geschiedenissen gevoed door de Europese Tamerlan-traditie. De Amsterdamse burgemeester Nicolaes Witsen bezocht aldus ‘Tartarye’ en in 1705 publiceerde hij zijn bevindingen in Noord en Oost Tartaryen (opgedragen aan ‘Heer Zaar en Groot-Vorst Peter Alexewitz’): in het ‘Mugalenland’ was de herinnering aan Tamerlaen - ‘aldaar bekend onder de naam Utoi chan of Temir Axack, dat is ijzervoet’ - niet gesleten. Witsen, die meldde dat volgens sommigen Tamerlan ‘van Duitsche afkomst’ was, nam uit Zuid-India een portret van ‘den grooten Tamerlaan’ mee. Dat portret van omstreeks 1685 berust momenteel in het Rijksprentenkabinet (Rijksmuseum, Amsterdam).

In zijn tijdschrift Den Echo des Weerelds wijdde Weyerman in november 1726 een feuilleton aan Tamerlan, door hem Timur genoemd. Weyerman ontleende het verhaal over de confrontatie met Bajazet en dat over Timurs dood vermoedelijk aan de vierdelige Histoire de Timur-Bec uit 1722 van Pétis de la Croix. Bij Weyerman, die het verhaal tot satire bewerkte, is Tamerlan wijs als Salomo en snedig als Weyerman zelf. In zijn journalistieke werk verwijst hij zo regelmatig en vaak zo terloops naar Tamerlan en Bajazet, dat mag worden aangenomen dat de geschiedenis een ruime bekendheid genoot. Die bekendheid wordt ook geïllustreerd door de publikatie in 1737 van het kluchtspel Arlequin Tamerlan. In dat kluchtspel, vermoedelijk vertaald door de Amsterdamse medicus Van Elvervelt, speelt Arlequin te midden van andere vaste personages uit de ‘commedia dell'arte’ tijdelijk de rol van de wrede heerser. Dit olijke toneelstuk in een toneelstuk heeft vele trekken van een ‘afterpiece’, volgend op opvoeringen van Serwouters' drama. De verheerlijking van Timoer in de literatuur van die tijd stond in scherp contrast met de eerdere demonisering. De verwarring die daarvan het gevolg was, blijkt uit een vroeg-18e-eeuwse encyclopedie die het Tamerlan-lemma als volgt opent: ‘Zommigen pryzen zyne vriendelykheit, maar anderen laken zyne wreedheit.’

Terwijl Timoer in de 16e eeuw vooral in de wetenschappelijke historiografie populair was en in de 17e eeuw de favoriete hoofdrolspeler in treurspelen was, schitterde hij in de 18e eeuw bij uitstek in de opera. Het libretto van Piovene, dat voor het eerst werd gebruikt in de opera van Ziani (Il gran Tamerlano, 1689), bewees nadien ruim vijftien componisten zijn dienst, onder anderen Gasparini 1710, Händel 1724, Vivaldi 1735, Guglielmi 1765, Reichardt 1799 en Winter 1802. In 1806 werd een ballet opgevoerd, Tamerlan und Bajazet, op muziek van Bishop.

In de 19e eeuw boette de Tamerlan-stof aan populariteit in. In 1811 verscheen het drama Timour the Tartar van Lewis, die vooral als auteur van The Monk bekend zou blijven. In 1822 zag Poe in Richmond een voorstelling van Lewis' spektakelstuk met veel paarden en gezwaai van zwaarden, en schiep in

[pagina 222]
[p. 222]

1827 zijn eigen Tartaar in het Byroniaanse gedicht ‘Tamerlane’. In deze bekentenis in verzen verhaalt de Mongoolse heerser van de vergankelijkheid van aardse roem en ‘grandeur’. Naar verluidt zou het gedicht van Poe moeten worden opgevat als een persoonlijke allegorie, waarin hij zijn ongelukkige liefde voor Sarah Almira Royster verbeeldde. Intussen had Goethe Tamerlan in zijn Westöstlicher Divan van 1819 beroofd van zijn in eeuwen moeizaam verworven humaniteit. Onderdeel van de Divan was het ‘Buch des Timurs’, met daarin het gedicht ‘Der Winter und Timur’. Goethe zag in Timur een prefiguratie van Napoleon: beiden waren symbolen van demonische gewelddadigheid, amorele natuurkrachten, die uiteindelijk op natuurlijke wijze ten onder zullen gaan. Zo is de parallel met Napoleon en diens jammerlijk mislukte campagne tegen Rusland duidelijk als Timur het bij Goethe aflegt tegen de barre winterse omstandigheden.

In de 20e eeuw is Timoer bijna uit de herinnering verdwenen. Uitzondering vormen de romans Temir der Eiserne uit 1938 van Okay en Tamerlan des coeurs uit 1955 van Obaldia. In de laatste dient de geschiedenis van de tiran als parallel voor het verhaal van een Parijse schrijver die alles en iedereen, vooral de vrouwen die hem beminnen, opoffert aan zijn persoonlijke ontwikkeling.

Afbeeldingen van Timoer zijn schaars, het voortleven beperkt zich goeddeels tot boekillustraties. In de St. Stephan te Wenen bevindt zich een achttal wandtapijten van Nederlandse makelij uit de tweede helft van de 17e eeuw, waarop diverse taferelen uit het leven van Tamerlan staan uitgebeeld. In Slot Gripsholm bevindt zich een anoniem (gefingeerd) portret. Een Indische miniatuur van email is te vinden in het Musée de l'Ariana te Genève. Verfilmd werden de lotgevallen van Timoer in twee Russische films, geregisseerd door Rasumny 1940 en Kuleshov 1942.

Shockley 1941; Manz 1989; Lentz/Lowry 1989; Brouwer 1992; Nagel 1993


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken