Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Daraide (1630)

Informatie terzijde

Titelpagina van Daraide
Afbeelding van DaraideToon afbeelding van titelpagina van Daraide

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.54 MB)

ebook (3.22 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

blijspel / komedie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Daraide

(1630)–Jan Jansz. Starter–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

V. Handelinghe, III. Wtkomst.

Diana, Lardenie.
 
Dian.
 
HElaes Lardenie! waer magh Darayde toeven.
 
Lard.
 
Me Vrou, ey wilt u doch soo bijster niet bedroeven,
 
Ick droomde dat Darayde 'thuys quam dese nacht,
 
En dat hy Florisel ghevangen met hem bracht,
 
En of hy al wat toeft het weer is niet gheduerigh,
 
De Winden en de Zee zijn wonder wispeltuerigh,
[pagina 63]
[p. 63]
 
Die houden hem van hier, dat kond ghy dencken licht,
 
Want sonder dat hy waer al langh voor u ghesicht.
 
Diaen
 
Lardenie ick tel, en ick her-tel de daghen
 
Van sijn af-wesen met een onuytspreeck'lijck klaghen.
 
Ick karm vast dagh en nacht, en roep Neptunum aen,
 
Op dat hy veyligh hem laet op sijn rugghe gaen,
 
Hoe menighmael heb ick gheklommen op den toren,
 
En na die geen ghesien, dien ick acht voor verloren:
 
Maer huyden docht my doen ick op den Toren lagh,
 
Dat ick een heerlijck Schip van verre konmen sagh,
 
De Zeylen swollen op, de kroese witte baren
 
Bespronghen 't weeligh schip, of sy uytsinnigh waren,
 
Ick hippelden van vreughd, en docht in mijnen sin
 
Daer is mijn Engel, ach! daer is Darayde in.
 
Larde
 
Me-Vrou vervrolijckt u, want het kan licht'lijck komen,
 
Dat het noch heden sal gheschieden na mijn dromen,
 
Het leyd my op het hart dat hy niet veer van hier
 
Kan wesen, ja my dunckt ick sie hem selven schier.
 
Dus steld u hart gherust, en staeckt u droevigh trueren,
 
Want sijn af-wesen sal ver-seeker niet langh dueren.
 
Dian.
 
O Hemel! mocht dat schien, soo waer mijn siel gerust,
 
Want hy is de Fonteyn, de borne van mijn lust,
 
Kom, gaen wy in ons Hof, daer ick in mijn ghedachten,
 
Sijn blijde komste met lanckmoedigheyd verwachten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken