Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (1820)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten
Afbeelding van GedichtenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.86 MB)

ebook (3.01 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten

(1820)–A.C.W. Staring–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 156]
[p. 156]

De zee.
Eene Cantate.

 
Duetto.
 
A.
 
Moog' hij 't zalig Veld bezingen,
 
Die op 't veld zijn woning bouwt!
 
B.
 
Uit zijn heuvlen - door zijn woud,
 
Moog' het schaatrend loflied dringen;
 
Wen de Meimaand bruiloft houdt!
 
A en B.
 
Ons, aan 's aardrijks eind gezeten;
 
Ons, op de effen reê,
[pagina 157]
[p. 157]
 
Trekt het oog naar 't ongemeten;
 
Past uw roem, o Zee!
 
Aria.
 
Hoe vriendlijk is uw rust,
 
Als de avendstilte uw baren sust;
 
Het kalme tij uw spiegel naauw doet kroken;
 
De heldre lamp der maan,
 
Aan 't blaauw gewelf ontstoken,
 
Den visscher toeblinkt op zijn baan!
 
 
 
Uw ruim verbreedt zich niet,
 
Waar 't ons geen gouden oogsten biedt,
 
Van 't weemlig vlak tot in de diepste kolken.
 
Gij draagt des waerelds schat!
 
Door u is 't heer der volken
 
Al zamen burger te eener stad!
 
Terzetto.
 
A. De schare komt, van Zuid en Noorden,
 
Uw paden langs. B. Van Nijl en Rijn;
[pagina 158]
[p. 158]
 
Van Zilvervloeds en Indus boorden;
 
C. Bij vredes milden zonneschijn.
 
A, B en C.
 
Herbouwt, breidt uit, met feestgezangen,
 
De muren door hun vlijt bezocht!
 
Ach, vrede, vrede leidt hun gangen,
 
En blijde welvaart sluit den togt!
 
Coro.
 
De schare komt, van Zuid en Noorden,
 
Ter haven in! Van Nijl en Rijn;
 
Van Zilvervloeds en Indus boorden;
 
Bij vredes milden zonneschijn!
 
Duetto.
 
A.
 
Laat hun dank den Redder prijzen,
 
Die de orkanen bond!
[pagina 159]
[p. 159]
 
B.
 
Wiens sterke hand de kiel deed rijzen,
 
Boven bank en slibbergrond.
 
A en B.
 
Laat hun dank den Redder prijzen!
 
Menig zag het land verrijzen,
 
Waar zijn lijk slechts berging vond.
 
Recitativo.
 
A.
 
Hoort, het murmelt luider in de touwen,
 
En al woester zwalpt het toornig meer.
 
De oever, straks zoo lieflijk aan te schouwen,
 
Kaatst den golfslag onheilspellend weêr.
 
B.
 
Terug, vermeetlen! In de branding loert
 
De Dood, van 't steil der klippen. Boven haar
[pagina 160]
[p. 160]
 
Ontvlamt de donderwolk. Terug!
 
Eilaas,
 
Reeds huilt de stormwind; de oceaan verheft
 
Zijn waatren, met gebulder; duisternis
 
Omhult het diep; het raatlend zwerk verdooft
 
Des scheeplings angstgejammer; toomloos vliegt
 
De kiel ten hemel; schiet ten afgrond neêr;
 
Botst krakend tegen 't rif; en is niet meer!
 
Aria.
 
Der tijden jeugd zag dus zich 't oproer paren
 
Van vloeden, en van zwerk:
 
Daar kwam 't gestuwde nat zijn perk
 
Verdelgend uitgevaren!
 
Daar week het duin! Daar scheurde 't land!
 
En 't Britsch gebergt' werd strand!
 
Coro.
 
Ach, zoude ook eens de stonde komen,
 
Die spotten zal met menschenkracht;
[pagina 161]
[p. 161]
 
Als Hollands Erf, geprangd van zee en stroomen,
 
Bezwijkt voor dubbele overmagt?
 
Recitativo.
 
Rampzalig eind van eeuwen zwoegens! Neen,
 
Gij toeft gewis Europa's Wonder niet!
 
't Geweld der baren flinkt aan de eertrofeên,
 
Van Heemskerk, die zijn bakens achter liet,
 
Langs Zemla's ijs; van Tasman, die 't gebied
 
Der neevlen peilde, om 't zuider aspunt heen.
 
Aria.
 
Onschendbre zuilen staan,
 
En wijzen 't kleinkind op de daân
 
Van Neêrlands Heldenbloed;
 
Gestevend, in De Ruijters spoor,
 
't Vijandlijk ijzer door;
 
De Zege na; den Roem te moet!
[pagina 162]
[p. 162]
 
Coro.
 
Bewaart een jonger waereld dan,
 
O Holland, uwen naam, in rots geschreven;
 
Uw naam blijft hier ook met die Teekens leven;
 
Hij siert ze, en leent er sieraad van!
 
Duetto.
 
A. Moog' hij 't zalig Veld bezingen,
 
Die op 't veld zijn woning bouwt!
 
B. Uit zijn heuvlen - door zijn woud,
 
Moog' het schaatrend loflied dringen;
 
Wen de Meimaand bruiloft houdt!
 
A en B, daarna het Koor.
 
Ons, aan 's aardrijks eind gezeten;
 
Ons, op de effen reê,
 
Trekt het oog naar 't ongemeten;
 
Past uw roem, o Zee!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken