Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (1820)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten
Afbeelding van GedichtenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.86 MB)

ebook (3.01 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten

(1820)–A.C.W. Staring–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 22]
[p. 22]

Zangstuk voor het kerkfeest van Jezus hemelvaart.

I.

 
Zangkoor.
 
Wijk van ons; wijk, o ijdle Zorg der aarde!
 
Gij Droomen van Genot, vliedt heen!
 
Wat eeuwig blijft, en nimmer daalt in waarde,
 
Vervulle ons hart alleen!
[pagina 23]
[p. 23]

II.
(Evangel. gez. Nr. 146, vs. 1)

 
Gemeente.
 
Triomf, Halléluja! triomf!
 
Ja, tot in eeuwigheid triomf!
 
O glorie aller dagen!
 
Halléluja! Halléluja!
 
Wij staan niet meer op Golgotha,
 
Maar bij den zegewagen,
 
Die onzen Vorst, met blij geschal,
 
Door lucht en wolken voeren zal,
 
Ver boven duizend zonnen,
 
Om, ons tot heil, voor God te staan,
 
En zijnen vrienden voor te gaan,
 
Die hier den strijd begonnen.
[pagina 24]
[p. 24]

III.

 
Zangkoor.
 
Den kelk der smart had Jezus uitgedronken;
 
Verraad omgaf hem, in den nacht;
 
Met smaad bedekt werd hij aan 't kruis geklonken;
 
Hij neigde 't hoofd, en 't was volbragt!
 
 
 
Zoo klom zijn baan door rotsen op ten hoogen!
 
Niet lang behield de Dood haar buit:
 
De Ontslaapne rijst; hij zweeft, voor aller oogen,
 
Den grenskring van 't verganklijke uit!

IV.
(Evangel. gez. Nr. 143, vs. 1)

 
Gemeente.
 
Aarde, zucht niet meer,
 
Kom den hemel nader,
 
Zing uws Redders eer:
 
Hij de Vorst der aard,
[pagina 25]
[p. 25]
 
Jezus Christus vaart
 
Tot zijn' God, zijn' Vader.
 
 
 
(Eerste Rust)

V.

 
Zangkoor.
 
Gods paleis ontsluit zijn deuren;
 
't Voorhof zendt zijn wierookgeuren,
 
Bij der englen vreugdegroet,
 
Hem, die stierf en leeft, te moet.
 
 
 
Talloos vloeit de schaar hem tegen;
 
Heilig palmloof dekt zijn wegen;
 
Beurtlings dreunt bazuingeschal -
 
Trilt de harp, in Salems wal.
 
 
 
Ziet, hij nadert! Biddend knielen
 
Serafs, Cherubs, Menschenzielen;
[pagina 26]
[p. 26]
 
Harpklank en bazuingalm zwijgt,
 
Daar hij Sions kruin bestijgt!
 
 
 
's Heeren burgt verheft zijn tinnen;
 
Hij, die stierf en leeft, gaat binnen;
 
Op zijn paden stroomt het licht
 
Van Jehova's aangezigt!

VI.
(Evangel. gez. Nr. 145, vs. 2)

 
Gemeente.
 
Des hemels Heer, des Menschen Zoon
 
Stijgt in triomf op 's Vaders troon,
 
Nu juichen alle troonen:
 
‘Hij komt, de Heer der heerlijkheid!
 
Hij komt, bekleed met majesteit,
 
Om eeuwig hier te wonen!’
[pagina 27]
[p. 27]

VII.

 
Zangkoor.
 
Hoe drong die juichtoon door de wolken!
 
Nog kaatst zijn galm op aarde weêr;
 
Maar 't lofgezang van 's waerelds volken
 
Geeft Jezus als Verlosser eer!
 
Het Menschdom durft hem Broeder heeten,
 
Al volgde 't luistrend zwerk zijn stem;
 
Toen 't, boven hem, werd opgereten,
 
En dienstbaar neêrboog, onder hem.
 
Ja, 't Menschdom durft u Broeder heeten,
 
Gij Vorst van 't rijk der zaligheid!
 
Nabij den stoel, door u bezeten,
 
Heeft ons uw liefde een plaats bereid.

VIII.
(Evangel. gez. Nr. 143, vs. 7 en 8)

 
Gemeente.
 
Schoon geen oog hem ziet
 
(Wat zou' 't zien hier baten!)
[pagina 28]
[p. 28]
 
Hij vergeet mij niet.
 
Schoon 'k zijn bijzijn mis,
 
Voor den Godmensch is
 
't Heengaan geen verlaten.
 
 
 
Deed hij aan het kruis
 
Ons zijn liefde blijken,
 
In zijns Vaders huis,
 
Waar hij 't heil voltooit,
 
Zal zijn liefde nooit,
 
Nooit weêr van ons wijken.
 
 
 
(Tweede Rust)

IX.

 
Zangkoor.
 
Poogt Hem een lied te danken,
 
Wiens gunst den Redder zond,
 
Te zwak zijn onze klanken,
 
En te onrein hart en mond.
[pagina 29]
[p. 29]
 
Doch wijdt uw Naam de toonen,
 
Gij, die in 't stof kwaamt wonen,
 
Zoo schenkt des Vaders oor
 
Het prijzend lied gehoor,
 
 
 
Laat dan een lied hem danken,
 
Wiens gunst den Redder zond;
 
Al flaauwen ook de klanken;
 
Al feilen hart en mond.
 
Laat blijvereende wijzen
 
Des Vaders goedheid prijzen;
 
En aller stemmen koor
 
Klimm' feestlijk tot zijn oor!

X.
(Evangel. gez. Nr. 4, vs. 1, 7 en 8)

 
Gemeente.
 
De Heer is God, en niemand meer!
 
Verheerlijkt hem, gij Vromen!
 
Wie is als aller scheps'len Heer,
 
Zoo heerlijk, zoo volkomen?
[pagina 30]
[p. 30]
 
De Heer is groot, zijn naam is groot,
 
De luister zijner deugden groot,
 
Oneindig groot zijn wezen.
 
 
 
Gij zijt regtvaardig, heilig, goed;
 
Bij reinen wilt gij wonen.
 
Hem, die uw' wil met vreugde doet,
 
Zult g' ook met vreugde kroonen.
 
Gij hebt d' onsterf'lijkheid alleen.
 
Hoogst zalig zijt g' in eeuwigheên,
 
O rijke Bron van vreugde!
 
 
 
Of zou' de gloed dier majesteit
 
Mij zondaar ook verteren?
 
Neen! nu 't geloof uw heerlijkheid
 
In Christus mag vereeren,
 
Nu klimt mijn lied: de Heer is groot!
 
De Heer is onuitspreek'lijk groot!
 
Oneindig groot in liefde!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken