Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuwe gedichten (1827)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuwe gedichten
Afbeelding van Nieuwe gedichtenToon afbeelding van titelpagina van Nieuwe gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.56 MB)

ebook (2.83 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuwe gedichten

(1827)–A.C.W. Staring–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 8]
[p. 8]

aant.

De leerling van Pankrates.

 
De Kunst ten halve slechts aan Meesters af te zien,
 
En voor volleerd zich in hun rij te zetten,
 
Loopt op beschaming uit! Was een bewijs of tien
 
Nog niet genoeg, wat zou mij letten,
 
Dat ik er twintig gaf! Maar, één uit Luciaan
 
Kan hier volstaan.
 
 
 
Ná Trismegist; het blijkt niet hoeveel jaren;
 
Was al de wijsheid van Egypte zaamgevaren
 
In 't kale hoofd van Pankrates,
 
Professor Hyperphysices
 
Te Memphis. Doch alleen die reeds Adepten waren
 
Bragt Pankrates op wijsheids hooger baan:
 
Den grenspaal ver voorbij, waar Lavoisier bleef stuiten,
 
Ving Híj́ zijn cursus jaarlijks aan;
 
De Kleine Sleutel van den grooten MajorkaanGa naar voetnoot*)
 
Behoeft zijn jongrental geen Voorhof meer te ontsluiten;
 
De zilvren poorten zijn zij door;
 
Maar hier verslindt de nacht het minbetreden spoor,
 
Tot dat de Leeraar wenk'. Hij wenkt! een vloed van stralen
[pagina 9]
[p. 9]
 
Spreidt glans, waarbij geen zon kan halen;
 
Wat Paracels', wat Helmont nimmer zag,
 
De Tempel van 't Geheim staat flikkrend in dien dag,
 
En 't breed portaal is goud - karbonkel 't welf der zalen!
 
 
 
't Was niet genoeg! Wie, drie jaar achtereen,
 
Met zijn MinervalGa naar voetnoot*) ter bepaalde stond verscheen,
 
En (wat den leerling, onder 't walmen der retorten,
 
Vaak zuur viel!) nooit zijn hulp bij 't onderwijs liet schorten,
 
Dien gaf Professor Pankrates
 
De Tooverkunst ten beste, in de afscheidsles.
 
 
 
‘De Tooverkunst!’ Hier spitst Ergdenkendheid hare ooren!
 
Doch laat geen valsch begrip haar zielenrust verstoren:
 
Ik meen de KunstGa naar voetnoot†), door Adam uitgedacht;
 
In Noachs Ark gered, voor 't late nageslacht;
 
Door grijze Magiërs, door Salomo gedreven;
 
En bij de Hohenlohs en Michels nog in leven.
 
 
 
Kort was het onderwijs: ‘Twee enkle woorden maar,
 
Op zíjn toon punktlijk nagesproken,
 
Zoo bondt gij en ontbondt de Geestenschaar!
 
Gesteld: een taak viel u te zwaar;
 
Gij wenschtet hulp; wel nu! een stok, in 't lang gestoken
 
Door 't buisjen van een slaaf, en abracá gezeid;
[pagina 10]
[p. 10]
 
Gij hadt uw wil! de stok en 't buisje waren
 
Veranderd in een knecht! en bleef de magerheid
 
Van 't hout hem bij, hij was in iedre kunst ervaren -
 
Tot iedren dienst bereid.’
 
 
 
Dus sprak Professor. Een student, Eukraat geheten,
 
Noteert dit half recept: ‘Meer heb ik niet te weten’
 
Denkt hij; ontsluipt het auditorium,
 
En speelt straks, bij een huislijk publicum,
 
Den wonderman. Juist bleek zijn hospita verlegen,
 
Om water voor een badkuip: ‘Anders niet! - -
 
In IsisGa naar voetnoot*) onbeperkt gebied,
 
Komt alle kracht den wenk des Wijzen tegen.
 
Een wandelstaf, een slavenkleed,
 
Zijn 't eenigst hier vereischt.’ Men brengt ze hem; hij treedt
 
Een tred zes zeven aan een zijde;
 
Verbiedt, na magistraal gehem,
 
Met rimpels op 't gelaat, en met vergroofde stem,
 
Het luistren elken ongewijde;
 
Bromt abracá; en 't lukt! de Pop, die voor hem staat,
 
Werd Mensch! ‘Draag water in die badkuip, kameraad!’
 
De Kameraad vat straks twee emmers op, en gaat -
 
Brengt water - gaat - brengt water - gaat; de kuip is
 
Weldra gevuld. ‘Hou op, vriend!’ zeit Eukraat.
 
De Vriend.... werkt voort. ‘Een rare potentaat!
 
't Is of hij gek, of aan de zuip is!
[pagina 11]
[p. 11]
 
Vent, hoor je niet? hou op!’ De Vent... werkt voort.
 
Een molenbeek stort klettrend van den boord
 
Der badkuip. Alles drijft. - Men poogt hem weg te jagen,
 
Die 't onheil sticht; met schoppen en met slagen
 
Begroet men hem; - vergeefs! - Daar valt Eukraat een bij!
 
Omtrent den haard in 't oog; hij grijpt die in der ijl:
 
‘Voor 't lest; laat blijven, doove kinkel!’
 
Vergeefs! - - Krak vliegt de schareminkel
 
Doormidden! En wat volgt? - O wee!
 
Verdubbeld springt hij op; de Dragers zijn nu Twee!
 
Vier emmers vullen zich, en lozen
 
Hun vloeibren inhoud! 't wordt een zee;
 
Een zee; en springtij zonder poozen!
 
Het schuimt de woning uit - de straat op; - zitbank, disch,
 
Kas, kist raakt vlot! - De Huisbestierster is
 
Voorlang gevlugt; Eukraat op 't punt van vlugten;
 
Wanneer professor komt! ‘Wat speelt men hier voor kluchten?’
 
Roept hij - bromt ‘acarbá’ en, ziet,
 
Een stok, in tweên gekapt, ligt daar; geen emmer giet
 
Meer water uit, de zundvloed is verloopen;
 
En, met een lange neus, Eukraat naar honk gedropen.

voetnoot*)
De clavicula van den Alchymist Raymundus Lulius van Majorka.
voetnoot*)
Schoolgeld.
voetnoot†)
Cabbala.
voetnoot*)
De Natuur.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken