Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Rook in het hoofd (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Rook in het hoofd
Afbeelding van Rook in het hoofdToon afbeelding van titelpagina van Rook in het hoofd

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.08 MB)

Scans (19.23 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Rook in het hoofd

(1964)–Kees Stempels–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

IX / (Nogmaals Kareltje)

Eigenlijk behoort de schrijver van Flims verhaal nu weer aan de beurt te komen om verslag uit te brengen over Flims overpeinzingen, maar de vent verveelt me ondertussen stierlijk. De auteur bedoel ik, niet Flim. Bovendien kan ik het slot net zo goed schrijven, omdat ik Flim onlangs heb opgezocht.

De tijd dat we elkaar zonder voorafgaande afspraak opzochten is lang voorbij. Flim is getrouwd en heeft kinderen. Zijn vrouw wil de kamer aan kant hebben als er bezoek

[pagina 75]
[p. 75]

komt - een redelijk verlangen. Bovendien wonen we een eind van elkaar vandaan; je neemt niet het risico een lange reis voor niets te maken.

Het begin van de avond verliep als alle andere bezoeken aan Flim sinds hij getrouwd is. Zijn vrouw vertelde wat over de kinderen, Flim en ik wisselden ervaringen uit over ons werk. Af en toe stokte het gesprek. Dan zoog Flim krachtig aan zijn pijp. We dronken twee kopjes koffie met wat erbij en vervolgens twee borreltjes, ook met wat erbij. We beginnen al oude heren te worden. Flims vrouw, Netty, ging om elf uur naar bed. Ik wilde opstappen, maar hij stelde voor dat ik er nog eentje zou nemen voor mijn vertrek.

Voordat ik het verhaal vervolg moet ik nog even vermelden dat Netty mijns inziens in de voorgaande beschrijvingen onrecht is aangedaan. Ze is in feite een doodgewone, hartelijke huisvrouw en dat ze Flim een beetje gedresseerd heeft is alleen maar te prijzen. Flim is nog altijd even slordig en als ze hem zijn gang zou laten gaan zou het huishouden in een oogwenk ontwricht zijn. Flim zal de eerste zijn om dat te beamen.

Goed, Flim en ik zaten dus als twee oude heren bij de haard in de vlammen te kijken, Flim met zijn benen over de leuning van zijn fauteuil. Flim schonk voor de zoveelste maal in uit de fles die tussen ons in op de grond stond. Netty had het bijzettafeltje al weggezet, waarschijnlijk in de veronderstelling dat het inderdaad bij één glaasje zou blijven. Op de schoorsteenmantel tikte een schorre klok.

‘Weet je wie ik laatst nog gezien heb?’

‘Geen idee,’ zei ik. ‘Wie dan wel?’

‘Olga.’ Flim staarde in de vlammen. Hij is niet iemand die even kijkt welk effect zijn woorden maken. ‘Ze was erg veranderd.’

‘Dat zal wel.’

‘Weet je, ik heb er nooit over nágedacht, maar zonder haar zou ik hier geloof ik niet zitten.’

[pagina 76]
[p. 76]

‘Hoe bedoel je dat?’

‘Het is moeilijk uit te leggen. Voordat ik bij haar die kamer had dacht ik dat alles vanzelf zou gaan. Afstuderen, een goeie baan, een vrouw, een betere baan, kinderen, een nog betere baan, een auto enzovoort. Het is een beetje simplistisch uitgedrukt, maar zo rechtlijnig zag ik het toch ongeveer. Ik dacht er niet bij na, maar in ieder geval leek het me logisch. Na die affaire met Olga, nee, bij het begin al, snapte ik pas dat je iets afkapt als je zo denkt. Je sluit je af voor alles wat buiten de routine van je eigen milieu ligt. Je kapt een stuk van je zelf af. Weer sterk uitgedrukt misschien, maar zo iets is het toch. Ik zag mezelf toen ineens over tien, twintig jaar. Met het notabele buikje, een prijzige vrouw, gladde kinderen. Een dure auto, een portier die eerbiedig tegen zijn pet tikt als je je kantoor binnenstapt, een secretaresse die bang is voor je ochtendhumeur. Ik besefte dat dat toch niets voor mij was. Niemand behoeft me te vertellen dat ik er nu ook niet veel van heb gemaakt, maar ik heb me tenminste niet verkracht. Het is jammer dat ik met mijn mond vol tanden stond toen ik haar tegenkwam. Achteraf had ik haar nog van alles willen vragen. Wat doet ze nu? Hoe is het met Liesje? En hoe gaat het met haar ouders? Dat is het natuurlijk niet wat ik had willen vragen, maar het heeft er wel mee te maken.’

‘Haar ouders zijn dood,’ zei ik onvoorzichtig.

‘Hoe weet jij dat?’

‘Schenk nog eens in,’ zei ik. Ik had me ervan af kunnen maken door te zeggen dat ik de overlijdensberichten in de krant altijd volg, maar het was niet het ogenblik om Flim te bedonderen. ‘Haar moeder is al ruim negen jaar dood. Olga is toen bij haar vader gebleven. Die man moest verzorgd worden en bovendien kon hij een beetje over Liesje vaderen.

‘Hoe weet je dat allemaal?’

‘Olga wilde avondcursussen gaan volgen en ze heeft me indertijd om advies gevraagd.’

[pagina 77]
[p. 77]

‘Olga en avondcursussen? Wie had dat ooit kunnen denken!’

‘Jij zelf bent degeen geweest die opmerkte dat ze zeer intelligent is.’

‘Heb ík dat gezegd?’

‘Ja. Herinner je je horoscopen niet meer?’

‘Horoscopen? Man ik heb nooit wat van astrologie afgeweten.’

‘Dat dacht ik al.’

Flim klopte met veel misbaar zijn pijp uit in de kolenkit, maar de helft van de as en de onverbrande resten vielen ernaast. Daarna pakte hij de fles. Hij was zo in gedachten verzonken dat ik hem erop moest wijzen dat hij mij oversloeg.

‘En is het wat geworden met die cursussen?’

‘Man, ze barst van de diploma's. Ze heeft er meer dan jij en ik samen. Trouwens: jij bent degeen geweest die heeft opgemerkt dat ze erg veel wilskracht heeft.’

‘Dat had ik nooit verwacht. Dat verklaart wel waarom ze zo veranderd is. Je zit toch niet te zwetsen, he? En moet ík gezegd hebben dat ze zo wilskrachtig is?’

‘Ja jij. Jij, met je verdomde horoscopen.’

‘En Liesje?’

‘Die zit op de h.b.s.’

‘En haar vader? Wanneer is die gestorven?’

‘Een maand of twee geleden.’

Flim greep ietwat radeloos naar zijn glas, dat hij naast de fles op de grond had gezet. Als hij zich flink uitrekte kon hij er net bij met zijn bengelende arm. ‘Man,’ zei hij, ‘je spreekt haar kennelijk regelmatig.’

‘Zo zou je het kunnen noemen. Geef mij ook nog maar wat te drinken.’

‘Hoe is het toen met haar echtscheiding afgelopen?’

‘Karel en Olga zijn inderdaad gescheiden, maar hij behoefde haar geen alimentatie te betalen.’

[pagina 78]
[p. 78]

Flim klungelde ondertussen met de fles. De helft kwam naast mijn glas terecht, dat ik naast het zijne op de grond had gezet. ‘Ha,’ zei hij ineens. ‘Nu heb ik je.’ Er glom een verraderlijk licht in zijn ogen.’ ‘Als jij dan zo precies weet hoe het met Olga gesteld is, dan zal je me ook wel antwoord kunnen geven op deze vraag. Ze liet iets doorschemeren, toen we elkaar spraken. Ja, ze heeft toch nog wat verteld. Als je zo goed op de hoogte bent zal je me deze inlichting wel kunnen geven.’

‘Vraag maar op.’

‘Ze zei dat ze misschien binnenkort zou gaan trouwen. Als jij haar dan zo regelmatig ziet weet je zeker ook wel met wie.’

‘Dat weet ik ook.’

‘Met wie dan?’

‘Met mij.’

De gezichten die Flim trok waren ietwat akelig om te zien. Argwaan, verrassing, spijt, wantrouwen, verbouwereerdheid, afschuw van een misplaatste grap, ontroering, dit alles viel afwisselend op zijn gezicht te lezen. Eindelijk kwam hij langzaam overeind. ‘Kerel, Kareltje, mijn hartelijke...’

De rest van de zin ging verloren in een geweldige klap. Ik dacht eerst dat hij over de fles of de kolenkit of de haard of misschien toch wel het bijzettafeltje viel, maar toen zag ik dat hij met een armzwaai de klok van de schoorsteenmantel had geslagen. De koude rillingen liepen me over de rug. ‘Flim,’ zei ik, ‘Flim. Denk na. Wanneer zag je eerder een klok van de schoorsteenmantel slaan? Verdomme, Flim, denk na! Flim! denk na!’

Maar hij kon niet, hij was bezopen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken