Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Monumenten in Nederland. Noord-Holland (2006)

Informatie terzijde

Titelpagina van Monumenten in Nederland. Noord-Holland
Afbeelding van Monumenten in Nederland. Noord-HollandToon afbeelding van titelpagina van Monumenten in Nederland. Noord-Holland

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (37.41 MB)

Scans (107.54 MB)

XML (2.90 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/architectuur


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Monumenten in Nederland. Noord-Holland

(2006)–Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 8]
[p. 8]

Ten geleide

Monumenten in Nederland is een naslagwerk over de meest waardevolle objecten en structuren in de verschillende provincies, in dit geval de provincie Noord-Holland. Het is géén reisgids en bevat dan ook geen routebeschrijvingen of wandelingen. De stadsplattegronden in het boek zijn bedoeld om de onderlinge situering van objecten visueel te verduidelijken. Het boek geeft in een compact, samenhangend overzicht een breed beeld van bestaande, cultuurhistorisch interessante objecten en structuren, waarbij op beknopte wijze relevante feitelijke informatie wordt vermeld.

De inleidende hoofdstukken plaatsen de gegevens in een groter verband en schenken aandacht aan het karakteristieke van de provincie Noord-Holland. Hier worden ook relaties gelegd met belangrijke ontwikkelingen in het verleden. De eerste inleiding bevat een historische schets van de provincie. De twee volgende hoofdstukken besteden respectievelijk aandacht aan de stijlen en vormen van de gebouwen en aan de toegepaste materialen en constructies. De vierde en laatste inleiding behandelt de eigenheid van de verschillende regio's die samen de provincie Noord-Holland vormen. Daarbij wordt vooral gekeken naar historisch-geografische ontwikkelingen en de bebouwingskarakteristiek. De hiernaast opgenomen overzichtskaart toont de regio-indeling van de provincie. De kaart geeft tevens een overzicht van de gemeenteindeling in 2005.

Het omvangrijkst is het op de inleidingen volgende onderdeel Steden, Dorpen, Monumenten, dat een beschrijving bevat van de meest belangwekkende bouwwerken van alle steden en dorpen in Noord-Holland. Dit deel is alfabetisch op plaatsnaam geordend. Voor de indeling zijn niet de gemeentegrenzen bepalend, maar de afzonderlijke bebouwingsconcentraties - de kernen - zoals ze historisch zijn gegroeid. Samen geven alle kernen een cultuur-topografisch overzicht van de provincie.

Er is onderscheid gemaakt in hoofdkernen, kernen, geïncorporeerde kernen, omgevingskernen en omgevingsobjecten. Hoofdkernen zijn kernen die tevens hun naam aan een gemeente geven (bijvoorbeeld Haarlem, Hoorn, Hilversum). Bij een gewone kern wordt in de aanhef steeds verwezen naar de gemeente waartoe deze behoort, bijvoorbeeld: Schoorl (gemeente Bergen). De zogeheten geïncorporeerde kernen zijn in de loop van hun geschiedenis deel gaan uitmaken van een grotere kern. Zo is bijvoorbeeld Broekerhaven onderdeel van Bovenkarspel geworden. Deze geïncorporeerde kernen worden behandeld als onderdeel van het grotere geheel. Amsterdam neemt een bijzondere en omvangrijke plaats in en is daarom in enkele stukken opgedeeld. Zo komt eerst Amsterdam binnen de Singelgracht aan de orde, gevolgd door het aangrenzende deel buiten de Singelgracht en vervolgens de verder weg liggende stadsdelen: Amsterdam-Bijlmermeer, Amsterdam-Buitenveldert, Amsterdam-Buiksloot, Amsterdam-Nieuwendam, Amsterdam-Sloten, Amsterdam-Sloterdijk en Amsterdam-Watergraafsmeer.

Omgevingskernen zijn nederzettingen die wel genoemd moeten worden, maar waarvan de informatie over de bebouwing slechts één of enkele objecten betreft. Ze worden dan onder een nabijgelegen, vaak grotere kern vermeld: zo staat Opmeer bij Spanbroek, Wadway bij Wognum en Krommeniedijk bij Krommenie. De beschrijvingen van omgevingskernen zijn niet alfabetisch geplaatst, maar kunnen moeiteloos via het topografisch register teruggevonden worden. Omgevingsobjecten zijn de op het platteland gesitueerde gebouwen als kapellen, kloosters, kastelen, molens en boerderijen. Deze worden beschreven bij de meest nabije kern binnen de gemeente, bijvoorbeeld de kerk van Zwaagdijk-West bij Zwaag en het Noorderpolderhuis van de Schermer bij Stompetoren.

Elke kern heeft een eigen inleiding, waarin de historische ontwikkeling en de topografische of stedenbouwkundige veranderingen kort behandeld worden. Van de belangrijkste steden is een plattegrond opgenomen, waarop de interessantste objecten zijn aangegeven. Objecten die veel voorkomen, zoals woonhuizen, winkels of pakhuizen, zijn niet in de plattegronden opgenomen, tenzij ze als een opvallend groot voorbeeld of als complex de aandacht trekken. Voor de plattegronden van Amsterdam moest een strenge selectie plaatsvinden en zijn ook scholen, hofjes en kantoren beperkt opgenomen. De nummers op de plattegrond verwijzen naar het bijschrift,

[pagina 9]
[p. 9]


illustratie

[pagina 10]
[p. 10]

waarin de oorspronkelijke functie zonder het (eventuele) voorvoegsel ‘voorm.’ is vermeld. Het bijschrift bevat een verwijzing naar de pagina van de objectbeschrijving. De nummers uit de plattegrond staan ook vermeld bij de beschrijving zelf.

Per kern is gezocht naar de meest geëigende indeling en volgorde om de objecten te beschrijven. De gekozen rangorde in de beschrijvingen wordt bepaald door het historische centrum van een kern en begint met het oudste en/of voor de ontwikkeling van de kern belangrijkste gebouw. Doorgaans gaat het daarbij om de kerk, maar soms betreft het een kasteel. Afzonderlijke objecten en structuren worden als het ware in ‘schillen’ vanuit de dorpskern besproken, waarbij drie hoofdregels zijn aangehouden: van publiek naar particulier, van oud naar jong en van binnen naar buiten. Vergelijkbare objecten en gebouwtypen zijn zoveel mogelijk na elkaar geplaatst of in een verzamellemma opgenomen.

Het boek bevat in principe alle waardevolle objecten en structuren in de provincie. De breedte van het spectrum, ook ontstaan door het opnemen van de jongere bouwkunst uit de periode 1850-1940, maakt het echter onvermijdelijk om keuzes te maken. De uiteindelijke selectie is die van de auteurs. Objecten kunnen zijn opgenomen omdat ze kenmerkend zijn voor een breder voorkomend verschijnsel of juist omdat ze een uniek of zeldzaam voorbeeld zijn. Beslissende criteria bij de selectie waren: gaafheid, historische betekenis, architectonische kwaliteit of bouwhistorische waarde. Het is van belang te beseffen dat de meeste, maar lang niet alle, opgenomen gebouwen beschermde rijksmonumenten zijn. In het algemeen worden objecten opgenomen die van vóór de Tweede Wereldoorlog dateren. Een enkele keer worden gebouwen van na 1940 belicht, bijvoorbeeld met betrekking tot kerken en raadhuizen, maar ook als de wederopbouw een duidelijk stempel op een kern heeft gedrukt. Met het opnemen van de modernste architectuur is grote terughoudendheid betracht.

Het boek geeft een overzicht van de op dit moment bestaande gebouwde omgeving. Er wordt geen aandacht geschonken aan objecten die in het (recente) verleden zijn verdwenen. Cultuurhistorisch waardevolle objecten en structuren die met sloop of totale wijziging bedreigd worden - dat is helaas nogal eens het geval - zijn opgenomen als ze op het moment van het afsluiten van het manuscript nog aanwezig waren. Aan archeologische monumenten wordt alleen aandacht besteed wanneer dat voor het begrip van de ontwikkeling van een kern noodzakelijk is.

De teksten in dit boek zijn grotendeels gebaseerd op de officieel gepubliceerde literatuur in boeken en tijdschriften, waaronder de vier delen over Noord-Holland van de Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst, en verder op de bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg voorhanden zijnde gegevens, waaronder de per gemeente in het kader van het Monumenten Inventarisatie Project (MIP) opgestelde rapporten. Ook is gebruik gemaakt van het hieruit voortgekomen Monumenten Selectie Project (MSP). Voor de beschrijvingen van diverse kerkinterieurs is geput uit informatie berustend bij de Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland. Aanvullend bronnenonderzoek of het uitputtend nalopen van de ‘grijze literatuur’ behoorde niet tot de opdracht. Wel zijn op grond van eigen waarnemingen waar nodig verbeteringen of aanvullingen op de bestaande literatuur aangebracht.

Om het omvangrijke cultuurhistorische erfgoed van de provincie Noord-Holland binnen de voor het boek gestelde ruimte te kunnen behandelen was het nodig de objecten beknopt te karakteriseren. De nadruk ligt op feitelijke gegevens over de bouwgeschiedenis en de huidige situatie van het object, zoals: adres, functie, ontwerpen bouwdata, namen van opdrachtgevers en architecten, ontwerpers en uitvoerende kunstenaars. Verder vermeldt de beschrijving zoveel mogelijk de bouwstijl of de bepalende architectuurelementen. De beschrijving van het uiterlijk van objecten blijft beperkt tot de belangrijkste kenmerken. Waar nodig komen ook de toegepaste materialen en constructies ter sprake. Bij de belangrijkste objecten en structuren wordt de historische ontwikkeling kernachtig behandeld en waar mogelijk aan opdrachtgevers gekoppeld. Informatie over interieur en inventaris van de gebouwen wordt alleen verstrekt als deze van belang is. Musea zijn alleen opgenomen indien het gebouw vermelding verdient; de museale collecties krijgen in dit boek geen aandacht. Restauraties en verbouwingen aan de objecten zijn in principe alleen vermeld als die tot belangrijke wijzigingen hebben geleid. Bij onderhoudsgevoelige objecten als molens wordt doorgaans alleen de meest recente restauratie vermeld. De huidige functie van gebouwen wijkt vaak af van de oorspronkelijke bestemming. De nieuwe situatie wordt alleen vermeld als er sprake is van een opvallend ander gebruik van het object. Aangezien gebouwen tegenwoordig vrij snel van functie veranderen, is ook hierin terughoudendheid betracht.

Een belangrijk onderdeel van het boek wordt gevormd door de foto's, die een representatieve selectie van de objecten en structuren in de provincie geven. Belangrijke criteria voor de keuze van de af te beelden objecten en structuren zijn hun ouderdom, hun verspreiding over de provincie en de verdeling over de verschillende soorten objecten. De foto's weerspiegelen steeds zoveel mogelijk het karakter van de desbetreffende kern. Gezien de hoeveelheid besproken objecten en kernen is het onmogelijk

[pagina 11]
[p. 11]

om van elk afzonderlijk object een afbeelding op te nemen. De meeste foto's zijn speciaal voor dit boek gemaakt. Waar dit niet het geval is, staat het jaartal van de foto in het bijschrift vermeld.

In het boek is van een aantal belangrijke kerken, kastelen en andere objecten een plattegrond met bouwfasen opgenomen. In de legenda is voor de aanduiding van die bouwfasen gebruik gemaakt van de verkorte architectuurhistorische dateringsmethode, waarbij Romeinse cijfers eeuwen aangeven, gevolgd door de hoofdletters A en B die staan voor halve eeuwen of de kleine letters a, b, c, d voor kwart eeuwen en m voor midden: XVIIa betekent eerste kwart van de 17de eeuw. De jaarringen van hout geven vaak de mogelijkheid om het kapjaar van de boom te bepalen en daarmee het betreffende deel van de constructie te dateren. Deze dendrochronologische datering wordt in dit boek aangegeven met (d). In de tekst zijn de voornamen van personen die leefden vóór het jaar 1800 voluit geschreven, daarna zijn de initialen vermeld. De aanduidingen van de plaatsnamen en hun alfabetische volgorde zijn gebaseerd op de Elsevier Alfabetische Plaatsnamengids van Nederland ('s-Gravenhage 2001; 17de druk), met correcties voor de sindsdien heringedeelde gemeenten. Achter in het boek staat een beknopte literatuurlijst met de gebruikte algemene literatuur, aangevuld met de voor de provincie belangrijkste publicaties op architectuurgebied. Verder zijn een verklarende woordenlijst, een topografisch register en een index op namen toegevoegd.

 

Voor hun hulp bij de totstandkoming van dit boek danken wij als auteurs onze opdrachtgever de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, zijn directie, de leden van de projectgroep, de afdeling cultuurwaardenonderzoek en de fotografen van deze dienst, alsmede de medewerkers van de bibliotheek en van het foto- en tekeningenarchief, met name Jantiene van den Heuvel voor de coördinatie van de foto's en ten slotte de uitgever. Tevens willen we bij deze graag Fons Asselbergs danken voor zijn inspiratie en stimulans bij het totstandkomen van de serie.

Voor de hulp die wij vanuit de provincie mochten ontvangen gaat onze dank uit naar Anita van Breugel, Helga Danner, Ernst van der Kleij, Irmgard van Koningsbruggen, Jos van der Lee, Heleen Pronk, Carla Rogge, Jaap van der Veen, en van het Bureau Monumentenzorg Amsterdam: Ronald Glaudemans, Jos Smit en Jouke van der Werf.

Daarnaast zijn wij dank verschuldigd aan de Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland, met name in de persoon van Tim Graas, aan de eigenaars en beheerders van kerken en andere gebouwen die ook van binnen zijn bezocht, voorts aan Ronald Rommes, Leo Dubbelaar, Ivo Blom, G.H. Keunen (molens), R.W. van Straten (orgels) en W.J. Diepenhorst (orgels). Voor hun hulp bij het afwerken van het manuscript bedanken wij Eric Strijbos, Jeroen van Meerwijk en Joos Leistra.

 

Utrecht, september 2005

 

Ronald Stenvert

Chris Kolman

Saskia van Ginkel-Meester

Elisabeth Stades-Vischer


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken