Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wisconstighe gedachtenissen. Deel 1: van 't weereltschrift (1608)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wisconstighe gedachtenissen. Deel 1: van 't weereltschrift
Afbeelding van Wisconstighe gedachtenissen. Deel 1: van 't weereltschriftToon afbeelding van titelpagina van Wisconstighe gedachtenissen. Deel 1: van 't weereltschrift

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.94 MB)

XML (2.98 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/wiskunde
non-fictie/natuurwetenschappen/natuurkunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wisconstighe gedachtenissen. Deel 1: van 't weereltschrift

(1608)–Simon Stevin–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 92]
[p. 92]

Seste onderscheyt des eersten bovcx, vande vinding van Venusloop deur ervarings dachtafels.

Bepaling.

Morghensche Venus en Mercurius noemtmen alsse s'morghens voor de Son op staen, en avontsche alsse savents na de Son ondergaen.

 

Want Venus en Mercurius altijt ontrent de Son blijven, en datmense daerom niet dan somwijlen smorghens, somwijlen t'savents en siet, gelijck int volghende 36 voorstel gheseyt sal worden, soo is d'oirsaeck des naems van morghensche en aventsche Venus en Mercurius bekent: Tot breeder verclaring van t'welck noch te weten is, dat wanneerse voorder inden duysteraer staen dan de Son, soo sijnse aventsche, maer de Son voorder wesende, alsdan morghensche, en dat om bekende redenen.

36 Voorstel.

Te verclaren hoemen deur ervarings dachtafels uyt den rouvven merckt den tijt van Venus omloop, mette ghedaente van haer deysing en stilstant: Oock datse in een inront draeyt.

 

T'voornemen sijnde t'ondersoucken de ghedaente van Venus loop deur ervarings dachtafels (in wiens plaets wy de berekende van Stadius ghebruycken, om de redenen verclaert int 1 voorstel) ick let op de seste pilaer heur angaende, en sie datse deur t'gantsche bouck nummermeer tot tegestant der Son en comt, ghelijck de voorgaende vier Dwaelders wel ghedaen hebben, maer blijft daer altijt ontrent, nu vooren dan achter. Als by voorbeelt, int jaer 1554 op den 21 December, vinde ick haer grootsche aventsche afwijcking van 47 tr. 29 ①, na dien tijt begintse daghelicx de Son te naerderen tot datmense niet en siet: Daer me in saming gheweest hebbende, haer schijnbaer duysteraerlangde wort dan cleender als die der Son, sulcx datse daer na weerom des morgens begint te schijnen, wijckende daghelicx meer en meer van de Son totten 19 Meye toe int jaer 1555, en alsdan ten versten daer af sijnde, te weten 45 tr. 46 ①, begint daer na

[pagina 93]
[p. 93]

weerom de Son te naerderen. Vande voorschreven uyterste aventsche afwijcking totte morghensche, sijn verloopen ontrent 5 maenden, en van die morghensche totte eerstcommende uyterste aventsche, die ghebeurde den 28 Iulius int jaer 1556, is een jaer en wat bet dan 2 maenden. Maer ghelijck hier van dese uyterste aventsche afwijcking totte morghensche, gheweest sijn ontrent 5 maenden, en vande morghensche tot haer eerstvolghende aventsche een jaer en wat bet dan twee maenden, alsoo gatet oock met d'ander.

Venus dan aldus altijt ontrent de Son wesende nu vooren dan achter, en dat oock met deysing en stilstant, het gheeft met reden vermoen datse in een inront draeyt, diens middelpunt altijt ontrent de Son is, waer uyt men besluyten mach des inronts middelpunts loop even te sijn mette Sonloop, dats daghelicx als int 3 voorstel 59 ① 8. 17.13.12.31. Sulcx dat de tafel des loops der Son in het 3 voorstel, oock dienen can voor Venus, nochtans soo wortse deur anderen gemeenelick noch eens by Venus in haer eygen beschrijving gestelt, om haer loop alst noot is niet inde beschrijving van een ander Dwaelder te moeten soecken, en berekenen: Welcke wijse volgende, ick sal de selve tafel hier stellen.

[pagina 94]
[p. 94]

uyren tr. ① ② ③ ④ ⑤ ⑥
1 0 2 27 50 43 3 1
2 0 4 55 41 26 6 2
3 0 7 23 32 9 9 3
4 0 9 51 22 52 12 5
5 0 12 19 13 35 15 6
6 0 14 47 4 18 18 7
7 0 17 14 55 1 21 9
8 0 19 42 45 44 24 10
9 0 22 10 36 27 27 11
10 0 24 38 27 10 30 12
11 0 27 6 17 53 33 14
12 0 29 34 8 36 36 15
13 0 32 1 59 19 39 16
14 0 34 29 50 2 42 18
15 0 36 57 40 45 45 19
16 0 39 25 31 28 48 20
17 0 41 53 22 11 51 21
18 0 44 21 12 54 54 23
19 0 46 49 3 37 57 24
20 0 49 16 54 21 0 25
21 0 51 44 45 4 3 27
22 0 54 12 35 47 6 28
23 0 56 40 26 30 9 29
Dagē  
1 0 59 8 17 13 12 31
2 1 58 16 34 26 25 2
3 2 57 24 51 39 37 33
4 3 56 33 8 52 50 4
5 4 55 41 26 6 2 35
6 5 54 49 43 19 15 6
7 6 53 58 0 32 27 37
8 7 53 6 17 45 40 8
9 8 52 14 34 58 52 39
10 9 51 22 52 12 5 10
11 10 50 31 9 25 17 41
12 11 49 39 26 38 30 12
13 12 48 47 43 51 42 43
14 13 47 56 1 4 55 14
15 14 47 4 18 18 7 45
16 15 46 12 35 31 20 16
17 16 45 20 52 44 32 47
18 17 44 29 9 57 45 18
19 18 43 37 27 10 57 49
20 19 42 45 44 24 10 20
21 20 41 54 1 37 22 51
22 21 41 2 18 50 35 22
23 22 40 10 36 3 47 53
24 23 39 18 53 17 0 24
25 24 38 27 10 30 12 55
26 25 37 35 27 43 25 26
27 26 36 43 44 56 37 57
28 27 35 52 2 9 50 28
29 28 35 0 19 23 2 59
30 29 34 8 36 36 15 30
60 58 8 17 13 12 31 0
90 88 42 25 49 48 46 30
120 118 16 34 26 25 2 0
150 147 50 43 3 1 17 30
180 177 24 51 39 37 33 0
210 206 59 0 16 13 48 30
240 236 33 8 52 50 4 0
270 266 7 17 29 26 19 30
300 295 41 26 6 2 35 0
330 325 15 34 42 38 50 30
360 354 49 43 19 15 6 0

[pagina 95]
[p. 95]

Iaren. tr. ① ② ③ ④ ⑤ ⑥
1 359 45 24 45 21 8 25
2 359 30 49 30 42 17 10
3 359 16 14 16 3 25 45
4 359 1 39 1 24 34 0
5 358 47 3 46 45 42 35
6 358 32 28 32 6 51 30
7 358 17 53 17 28 0 5
8 358 3 18 2 49 8 40
9 357 48 42 48 10 17 15
10 357 34 7 33 31 25 50
11 357 19 32 18 52 34 25
12 357 4 57 4 13 43 0
13 356 50 21 49 34 51 35
14 356 35 46 34 56 0 10
15 356 21 11 20 17 8 45
16 356 6 36 5 38 17 20
17 355 52 0 50 59 25 55
18 355 37 25 36 20 34 30
36 351 14 51 12 41 9 0
54 346 52 16 49 1 43 30
72 342 29 42 25 22 18 0
90 338 7 8 1 42 52 30
108 333 44 33 38 3 27 0
126 329 21 59 14 24 1 30
144 324 59 24 50 44 36 0
162 320 36 50 27 5 10 30
180 316 14 16 3 25 45 0
198 311 51 41 39 46 19 30
216 307 29 7 16 6 54 0
234 303 6 32 52 27 28 30
252 298 43 58 28 48 3 0
Iarē. tr. ① ② ③ ④ ⑤ ⑥
270 294 21 24 5 8 37 30
288 289 58 49 41 29 12 0
306 285 36 15 17 49 46 30
324 281 13 40 45 10 21 0
342 276 51 6 30 30 55 30
360 272 28 32 6 51 30 0
378 268 5 57 43 12 4 30
396 263 43 23 19 32 39 0
414 259 20 48 55 53 13 30
432 254 58 14 32 13 48 0
450 250 35 40 8 34 22 30
468 246 13 5 44 54 57 0
486 241 50 31 21 15 31 30
504 237 27 56 57 36 6 0
522 233 5 22 33 56 40 30
540 228 42 48 10 17 15 0
558 224 20 13 46 37 49 30
576 219 57 39 22 58 24 0
594 215 35 4 59 18 58 30
612 211 12 30 35 39 33 0
630 206 49 56 12 0 7 30
648 202 27 21 48 20 42 0
666 198 4 47 24 41 16 30
684 193 42 13 1 1 51 0
702 189 19 38 37 22 25 30
720 184 57 4 13 42 50 0
738 180 34 29 50 3 34 30
756 176 11 55 26 24 9 0
774 171 49 21 2 44 43 30
792 167 26 46 59 5 18 0
810 163 4 12 15 25 52 30

[pagina 96]
[p. 96]

Merckt noch dat Venus met elcken keer diese int inront doet, twee saminghen mette Son crijcht (daer in verschillende van d'ander voorgaende Dwaelders) d'eene by haer snelste voortganck, d'ander ontrent het middel haerder deysing, daer na weerom een by haer snelste voortganck, en soo gheduerlick overhandt voort met d'ander: Als by voorbeelt inde saming (ghenomen datmense had connen sien) op den 18 Meye 1554 liepse op dien dach 1 tr. 14 ①: Maer inde eerstvolgende saming op den 7 Martius 1555, wasse ontrent het middel haerder deysing, die gheduerde vanden 14 Februarius totten 29 Maerte, het middel van welcken tijt valt op den boschreven 7 Martius. Tbeslvyt. Wy hebben dan verclaert hoemen deur ervarings dachtafels uyt den rouwen merct den tijt van Venus omloop, mette ghedaente van haer deysing en stilstandt: Oock datse in een inront draeyt, na den eysch.

37 Voorstel.

Te verclaren de gedaenten van Venus uyterste afvvijckinghen vande Middelson.

 

Angesien Venus tot geen tegestant der Son en geraect deur het 36 voorstel, soo en canmen haer tegestanden niet gebruycken gelijckmen in d'ander voorgaende Dwaelders gedaen heeft. Ten anderen, hoe wel haer saminghen in dese dachtafels staen, soo is nochtans te ghedencken dat eygentlicke ervarings dach-

illustratie

[pagina 97]
[p. 97]

tafels die niet hebben en souden, om datmen Venus dan niet en siet: Sulcx datmen in dese leering de saeck moet nemen al ofter die saminghen niet beschreven en stonden. Maer om soodanighe swaricheyt te voorcommen, men sal sich hier behelpen met Venus uyterste afwijckinghen vande Middelson, wiens gedaente wat verclaring vereyschende, ick hebber dit voorstel af gemaeckt. Laet dan A B C den inrontwech beteyckenen, diens middelpunt D, den Eertcloot E, op welcke als middelpunt beschreven is den duysteraer F G H, voort sy A des wechs verstepunt, F t'schijnbaer verstepunt, C t'naestepunt, H het schijnbaer naestepunt, daer na op A als middelpunt het inront I K, en op B het inrondt L M, voort sy ghetrocken de lini D B, met haer evewijdeghe E G, daer na de vier linien E I, E K, E L, E M, gerakende de inronden ande punten I, K, L, M, als uyterste afwijckinghen die Venus vande Middelson daer crijgen can. Dit soo sijnde, en het inront met sijn middelpunt eerst gheweest hebbende an A, en alsdan de Middelson an F, men siet dat Venus uyterste aventsche afwijcking an I vande Middelson F, te weten den houck F E I, even is ande morghensche F E K, en dit overmits des inronts middelpunt A an sijn wechs verstepunt is: Men siet oock dat sghelijcx ghebeuren soude wesende des inronts middelpunt ant naestepunt C, alwaer sulcke twee houcken oock even moeten vallen, doch grooter als an A. Maer het inronts middelpunt buyten die twee punten A of C wesende, als an B, daer is de morgensche G E L grooter dā haer aventsche G E M: Voort ghelijck die morgensche grooter is, alsoo sietmen alle morghensche int eerste halfrondt A B C grooter te moeten vallen: Maer int ander halfrondt C A moeten openbaerlick alle aventsche de grootste wesen. Tbeslvyt. Wy hebben dan verclaert de ghedaente van Venus uyterste afwijckinghen vande Middelson, na den eysch.

38 Voorstel.

Deur ervarings dachtafels te vinden de verheyt van Ven us totte Middelson in haer uy tersteafvvijckinghen.

 

Ghenomen dat ick t'begeerdeanvang te soucken op den 1 Februarius 1554, bevinde daer Venus onder den 295 tr. 33 ①, en de ware Son onder den 322 tr. 2 ①, welcke verschillen 26 tr. 29 ① voor Venus morghensche afwijcking op dien dach, maer want dat de grootste niet en is, soo sien ick voorwaert in Maerte en April, alwaerse daghelicx vercleenende tot in Meye toe, sy begint daer na weerom te vermeerderen tot op den 20 December, wesende dan, gelijck oock op den 21 en 22, van 47 tr. 29 ①, van welcke drie dagen den 21 int middel sijnde, soo segh ick Venus op den 21 December 1554 te wesen in haer uyterste afwijcking vande ware Son en dat aventsche, om dat haer schijnbaer duysteraerlangde doen grooter was.

Dit aldus bekent sijnde mette ware Son, ick moet hier me nu voorder wercken om dergelijcke te vinden mette middelson, tot dien einde aldus seggende:

De Sonwechs verstepunt of begin is deur het 4 voorstel onder den 94 tr. 24 ①.
En daer was de Son in dit jaer 1554 op den 17 Iunius: Vanden selven totten boveschreven 21 December sijn 187 dagē, waer op de middelson gheloopen heeft 185 tr. 18 ①.
Die vergaert totte 94 tr. 24 ① eerste in d'oirden, comt 279 tr. 42 ①.

Om nu te weten wanneer Venus ten versten vande Middelson was, ick ver-

[pagina 98]
[p. 98]

gaer totte boveschreven 279 tr. 42 ①, den loop der middelson eens dachs van 59 ① 8 ②, comt 280 tr. 41 ① voor plaets der middelson op den 22 December: En doende dergelijcke noch 5 of 6 daghen voorder, of soo veel alsmen al werckende noodich bevint, men stelt die onder malcander, en nevens elcken dach sulcke Venus plaetsen als de dachtafels an wijsen, ghelijck hier na volght:

December. Middelson. Venus.
21. 279 tr. 42. 326 tr. 37.
22. 280 tr. 41. 327 tr. 38.
23. 281 tr. 40. 328 tr. 38.
24. 282 tr. 39. 329 tr. 39.
25. 283 tr. 39. 330 tr. 39.
26. 284 tr. 38. 331 tr. 39.
27. 285 tr. 37. 332 tr. 39.
28. 286 tr. 36. 333 tr. 40.
29. 287 tr. 35. 334 tr. 40.
30. 288 tr. 34. 335 tr. 40.
31. 289 tr. 33. 336 tr. 40.
Ianuarius.  
1. 290 tr. 32. 337 tr. 40.
2. 291 tr. 31. 338 tr. 36.
3. 292 tr. 31. 339 tr. 32.

Dit boveschreven gebruyck ick nu al oft een dachtafel waer, siende op welcken dach t'grootste verschil of uyterste afwijcking valt, en vinde die op dē 1 Ianuarius 1555 voor t'begeerde van 47 tr. 8 ①, wesende aventsche Venus onder den 337 tr. 40 ①. Tbeslvyt. Wy hebben dan deur ervarings dachtafels ghevonden de verheyt van Venus totte middelson in haer uyterste afwijcking, na den eysch.

Vervolgh.

Tis kennelick hoemē deur t'voorgaende oirdentlick by een sal connen vergaren al Venus morgensche uyterste afwijckingen vande middelson, sghelijcx oock al de aventsche dieder inde dachtafels sijn, om die in alle ontmoetende werckinghen gherievelick te ghebruycken, waer af ick hier tot sulcken einde eenighe stellen sal, en eerst de afwijckinghen van de ware Son als volght.

Tjaer. Venus morgensche uyterste afwijckingen vande ware Son.
1555. 19 Meye. 45 tr. 46.
1556. 18 Decem. 45 tr. 59.
1558. 23 Iulius. 46 tr. 18.
1560. 26 Febr. 46 tr. 4.
1561. 2 Octob. 46 tr. 18.
1563. 15 Meye. 45 tr. 38.
1564. 15 Decem. 46 tr. 3.
1566. 21 Iulius. 46 tr. 2.
1568. 1 Mart. 45 tr. 43.
1569. 30 Sept. 46 tr. 19.
1571. 9 Meye. 45 tr. 46.
1572. 13 Decem. 46 tr. 7.
1574. 21 Iulius. 46 tr. 8.
1576. 27 Febr. 45 tr. 40.
1577. 27 Sept. 46 tr. 15.
1554. 21 Decem. 47 tr. 29.
1556. 28 Iulius. 45 tr. 1.
1558. 1 Mart. 45 tr. 59.
1559. 4 Octob. 47 tr. 6.
1561. 13 Meye. 44 tr. 53.
1562. 20 Decem. 47 tr. 32.
1564. 26 Iulius. 44 tr. 42.
1566 1 Mart. 46 tr. 5.
1594. 14 Decem. 46 tr. 51.
1602. 3 Decem. 47 tr. 4.

[pagina 99]
[p. 99]

Dese Venus uyterste afwijckinghen vande ware Son aldus gestelt sijnde, ick souck deur elck van dien de uyterste afwijckingen vande Middelson, na de leering deses voorstels, en met sulck ghevonden maeck ick t'begin eens tafels, als volght.

Tafel der vyterste afwyckingen van Venvs en de middelson.

T'jaer. Venus morgensche uyterste afwijckingen vande Middelson.
1555. 24 Meye. 44 tr. 33.
1556. 15 Decem. 46 tr. 20.
1558. 25 Iulius. 46 tr. 56.
1560. 28 Febr. 44 tr. 8.
1561. 2 Octob. 48 tr. 28.
1563. 20 Meye. 44 tr. 21.
1564. 7 Decem. 46 tr. 30.
1566. 23 Iulius. 46 tr. 39.
1568. 1 Mart. 43 tr. 48.
1569. 30 Sept. 48 tr. 26.
1571. 15 Meye. 43 tr. 48.
1572. 12 Decem. 45 tr. 27.
1574. 24 Iulius. 46 tr. 36.
1576. 25 Febr. 43 tr. 47.
1577. 27 Sept. 48 tr. 24.
1555. 1 Ianuar. 47 tr. 8.
1556. 27 Iulius. 43 tr. 49.
1558. 2 Mart. 47 tr. 26.
1559. 4 Octob. 45 tr. 24.
1561. 12 Meye. 45 tr. 47.
1562. 22 Decem. 46 tr. 58.
1564. 23 Iulius. 43 tr. 37.
1566. 1 Mart. 47 tr. 28.
1594. 17 Decem. 46 tr. 53.
1602. 12 Decem. 47 tr. 17.

39 Voorstel.

Te verclaren hoemen deur ervarings dachtafels merct Venus inronts vvech uytmiddelpuntich te vvesen.

 

Soo Venus uyterste afwijckingen vande Middelson overal evegroot bevonden wierden, t'soude teycken sijn den inrontwech overal evena den Eertcloot te wesen, en vervolghens gheen verstepunt noch naestepunt te hebben: Maer t'verkeerde van dien blijckt int vervolgh des 38 voorstels, alwaer de versaemde uyterste afwijckinghen uyt de dachtafels ghetrocken wesende seer verscheyden vallen. Tbeslvyt. Wy hebben dan verclaert hoemē deur ervarings dachtafels merckt Venus inronts wech uytmiddelpuntich te wesen, na den eysch.

40 Voorstel.

Deur ervarings dachtafels te vindē de schijnbaer duysteraerlangde van Venus inrontvvechs verstepunt en naestepunt.

 

Men sal int vervolgh des 38 voorstels oversien de uyterste afwijckingē aldaer by een versaemt, en souckender twee evegroote d'eene morghensche d'ander aventsche, in welcke de Middelson elcke mael geweest hebbe tot een selve duysteraerlangde: Die ghevonden wesende: soo moet de Middelsonnens plaets het

[pagina 100]
[p. 100]

schijnbaer verstepunt of schijnbaer naestepunt wesen. Souckende daer na noch twee andere evegroote uyterste afwijckingē d'eene morgensche d'ander aventsche, in welcke de Middelson elcke mael gheweesthebbe antGa naar margenoot* tegenoverpunt vant voorgaende, en die ghevonden wesende, soo moet de Middelsonnens plaets het schijnbaer verstepunt of schijnbaer naestepunt sijn, te weten t'verste soo dese twee laetste afwijckhoucken cleender sijn als van t'eerste paer, maer t'naestepunt, grooter wesende.

Ick soude van t'gene tot hier toe int gemeen geseyt is nu voorbeelt gheven, souckende inde tafel des vervolgs vant 38 voorstel twee evegroote afwijckingē, hebbende de Middelson in elcke een selve duysteraerlangde, d'eene morgēsche d'ander aventsche: Doch alsooder gheen na ghenouch en sijn om tot voorbeelt te meughen verstrecken, en dat daerenboven t'verlanghen van sulcken tafel meer tijts soude behouven dan my te pas comt daer an te besteden, ick salt daer by laten berusten, te meer dat de saeck ghenouch verstaen schijnt, en dattet voornaemste einde deses handels niet en streckt om der Dwaelders plaetsen met groote sekerheyt te vinden, ghelijck elders oock gheseyt is, maer alleen om de ghemeene reghel te verclaren, hoemen doen sal alsmen in plaets van der ouden verloren ervarings dachtafels ghenouch ander sal ghecregen hebben. Maer wantmen dit begheerde op noch een ander wijse soude meughen soucken, ick sal daer af wat segghen: By aldienmen Venus in saming voor de Son can sien, ghelijck Averroes seght Mercurius daer voor ghesien te hebben (daer af men meer bescheyts soude weten, soo de menschen weerom tot sulcken sterooging gerochten alsser schijnt gheweest te hebben by de ghene daer t'woort sterooging af commen is) en uyt sulcke gaslagingen bemerckt en opgheschreven sijnde Venus saminghen mette Middelson, men soude daer me op een ander wijse dan de voorgaende, meughen vinden Venus inrontwechs verstepunt of naestepunt, te weten gelijckt van d'ander Dwaelders gevonden wiert. Om t'welck by voorbeelt te verclaren, ghenomen dat de saminghen van Venus en de Son in Stadius dachtafels beschreven, alsoo deur dadelicke ervaringhen ghevonden hadden gheweest: Dit aldus ghestelt, ick soucker een saming in soodanich, datse op alle twee even tijden d'een daer voor d'ander daer na, evegroote afwijckinghen vande Son heeft, d'eene morghensche d'ander aventsche (want dat teycken is sulcke saming ontrent des inrontwechs verstepunt of naestepunt te moeten gheschien, soo deur der ghelijcke int 17 voorstel van Saturnus opentlicker verstaen can worden) en vinde die ten naesten op den 4 December 1603, onder den 262 tr. want een jaer daer te vooren, te weten den 4 December 1602, was haer aventsche afwijcking 48 tr. 2 ①, maer sulck een jaer daer na, te weten dē 3 December 1604, was de morgensche van 46 tr. 53 ①, alleenelick verschillende 1 tr. 9 ①. En derghelijcke doende op 2 jaren voor en nae, men vindt de morghensche op den 4 December 1601 van 36 tr. 9 ①, de aventsche op den 3 December van 36 tr. 12 ①, alleenelick 3 ① verschillende. En sulcx alsoo ondersouckende op 3 jaren voor en na, mē vindt verschil alleenelick van 1 tr. 3 ①. Nu dan anghesien t'naestepunt bevonden is als vooren onder den 262 tr. soo soude het teghenoverpunt van dien dats het verstepunt sijn onder den 82 tr. Doch dit is alsoo voorbeeltsche wijse mette ware Son ghedaen, dan t'soude om voorgaende redenen mette Middelson moeten gheschien: T'welck alsment dede, t'verstepunt soude behooren ghevonden te sijn ontrent onder den 76 tr. 20 ①, ghemerckt Stadius dachtafels daer op berekent sijn: En dese plaets, te weten den 76 tr. 20 ①, ne men wy voor de begheerde.

[pagina 101]
[p. 101]

T'beslvyt. Wy hebben dan deur ervarings dachtafels ghevonden de schijnbaer duysteraerlangde van Venus inrontwechs verstepunt en naestepunt, na den eysch.

41 Voorstel.

Deur ervarings dachtafels Venus loop in haer inront op een ghegheven tijt te vinden en daer af een tafel te beschrijven.

 

Ick souck int vervolgh des 38 voorstels inde tafel der uyterste afwijckinghen, twee evegroote, beyde aventsche of beyde morgensche, onder een selve duysteraerlangde gebeurt, want daer me op een bekende tijt Venus keeren int inront volcommen moeten sijn, sonder vande uytmiddelpunticheden van Venuswech noch des Sonwechs hinder te crijghen: Dese twee afwijckingen hoese langher tijt na malcander vallen, hoe sekerder besluyt om de redenen van derghelijcke vooren breeder verclaert. D'eene van soodanighe vinde ick ten naesten int jaer 1558 den 2 Maerte van 47 tr. 46 ①: D'ander int jaer 1566 den 1 Maerte van 47 tr. 28 ①, sulcx datter alleenelick 2 ① overschiet boven haer volcommen keeren int inront: Van d'eerste ervaring totte tweede sijn 8 Egipsche jaren 1 dach, op welcken tijt Venus inde dachtafels bevonden wort ghedaen te hebbē int inront 5 keerē, met noch de boveschrevē overschietende 2 ①: Daerom segh ick, 8 Egipsche jaren 1 dach makende 2921 daghen, geven 5 keeren 2 ①, wat 1 dach? Comt 36 ① 58 ②: T'welck luttel schilt van Ptolemeus en Copernicus stelling 36 ① 59 ②.

Nu dan den loop eens dachs wesende als boven, t'is kennelick hoemen daer me soude connen maken ghelijck vande Sonloop int 3 voorstel ghedaen is, een tafel om daer deur met lichticheyt te vinden, na t'begeerde deses voorstels, Venus loop in haer inront op alle ghegheven tijt indeGa naar margenoot* daet ghemeenelick te vooren commende: Maer anghesien wy Ptolemeus tafels voorbeeltsche wijse ghebruycken sullen, om de redenen van derghelijcke inde Sonloop en Maenloop verclaert, soo sal ickse stellen als volght.

[pagina 102]
[p. 102]

uyren tr. ① ② ③ ④ ⑤ ⑥
1 0 1 32 28 34 42 58
2 0 3 4 57 9 25 57
3 0 4 37 25 44 8 56
4 0 6 9 54 18 51 54
5 0 7 42 22 53 34 53
6 0 9 14 51 28 17 52
7 0 10 47 20 3 0 50
8 0 12 19 48 37 43 49
9 0 13 52 17 12 26 48
10 0 15 24 45 47 9 46
11 0 16 57 14 21 52 45
12 0 18 29 42 56 35 44
13 0 20 2 11 31 18 42
14 0 21 34 40 6 1 41
15 0 23 7 8 40 44 40
16 0 24 39 37 15 27 38
17 0 26 12 5 50 10 37
18 0 27 44 34 24 53 36
19 0 29 17 2 59 36 34
20 0 30 49 31 34 19 33
21 0 32 22 0 9 2 32
22 0 33 54 28 43 45 30
23 0 35 26 57 18 28 29
Dagē  
1 0 36 59 25 53 11 28
2 1 13 58 51 46 22 56
3 1 50 58 17 39 34 24
4 2 27 57 43 32 45 52
5 3 4 57 9 25 57 20
6 3 41 56 35 19 8 48
7 4 18 56 1 12 20 16
8 4 55 55 27 5 31 44
9 5 32 54 52 58 43 12
10 6 9 54 18 51 54 40
11 6 46 53 44 45 6 8
12 7 23 53 10 38 17 36
13 8 0 52 36 31 29 4
14 8 37 52 2 24 40 32
15 9 14 51 28 17 52 0
16 9 51 50 54 11 3 28
17 10 28 50 20 4 14 56
18 11 5 49 45 57 26 24
19 11 42 49 11 50 37 52
20 12 19 48 37 43 49 20
21 12 56 48 3 37 0 48
22 13 33 47 29 30 12 16
23 14 10 46 55 23 23 44
24 14 47 46 21 16 35 12
25 15 24 45 47 9 46 40
26 16 1 45 13 2 58 8
27 16 38 44 38 56 9 36
28 17 15 44 4 49 21 4
29 17 52 43 30 42 32 32
30 18 29 42 56 35 44 0
60 36 59 25 53 11 28 0
90 55 29 8 49 47 12 0
120 73 58 51 46 22 56 0
150 92 28 34 42 58 40 0
180 110 58 17 39 34 24 0
210 129 28 0 36 10 8 0
240 147 57 43 32 45 52 0
270 166 27 26 29 21 36 0
300 184 57 9 25 57 20 0
330 203 26 52 22 33 4 0
360 221 56 35 19 8 48 0

[pagina 103]
[p. 103]

laren. tr. ① ② ③ ④ ⑤ ⑥
1 225 1 32 28 34 39 15
2 90 3 4 57 9 18 30
3 315 4 37 25 43 57 45
4 180 6 9 54 18 37 0
5 45 7 42 22 53 16 15
6 270 9 14 51 27 55 30
7 135 10 47 20 2 34 45
8 0 12 19 48 37 14 0
9 225 13 52 17 11 53 15
10 90 15 24 45 46 32 30
11 315 16 57 14 21 11 45
12 180 18 29 42 55 51 0
13 45 20 2 11 30 30 15
14 270 21 34 40 5 9 30
15 135 23 7 8 39 48 45
16 0 24 39 37 14 28 0
17 225 26 12 5 49 7 15
18 90 27 44 34 23 46 30
36 180 55 29 8 47 33 0
54 271 23 13 43 11 19 30
72 1 50 58 17 35 6 0
90 92 18 42 51 58 52 30
108 182 46 27 26 22 39 0
126 273 14 12 0 46 25 30
144 3 41 56 35 10 12 0
162 94 9 41 9 33 58 30
180 184 37 25 43 57 45 0
198 275 5 10 18 21 31 30
216 5 32 54 52 45 18 0
234 96 0 39 27 9 4 30
252 186 28 24 1 32 51 0
270 276 56 8 35 56 37 30
288 7 23 53 10 20 24 0
306 97 51 37 44 44 10 30
324 188 19 22 19 7 57 0
342 278 47 6 53 31 43 30
360 9 14 51 27 55 30 0
378 99 42 36 2 19 16 30
396 190 10 20 36 43 3 0
414 280 38 5 11 6 49 30
432 11 5 49 45 30 36 0
450 101 33 34 19 54 22 30
468 192 1 18 54 18 9 0
486 282 29 3 28 41 55 30
504 12 56 48 3 5 42 0
522 103 24 32 37 29 28 30
540 193 52 17 11 53 15 0
558 284 20 1 46 17 1 30
576 14 47 46 20 40 48 0
594 105 15 30 55 4 34 30
612 195 43 15 29 28 21 0
630 286 11 0 3 52 7 30
648 16 38 44 38 15 54 0
666 107 6 29 12 39 40 30
684 197 34 13 47 3 27 0
702 288 1 58 21 27 13 30
720 18 29 42 55 51 0 0
738 108 57 27 30 14 46 30
756 199 25 12 4 38 33 0
774 289 52 56 39 2 19 30
792 20 20 41 13 26 6 0
810 110 48 25 47 49 52 30

[pagina 104]
[p. 104]

T'beslvyt. Wy hebben dan deur ervarings dachtafels Venus loop in haer inront op een ghegheven tijt ghevonden, en daer af een tafel beschreven, na den eysch.

42 Voorstel.

Deur ervarings dachtafels den loop van Venus inrontvvechs verstepunt te vinden.

 

Anghesien de dachtafels van Stadius (die wy nemen al ofse deur ervaringhen bevonden waren, om de redenen verclaert int 1 voorstel) te cort sijn om daer deur bequamelick t'begheerde te vinden, soo sal ick tot hulp nemen de ervaringhen van Ptolemeus, welcke int 2 hooftstick sijns 10 boucx Venus inrontwechs verstepunt bevondē heeft onder des duysteraers 55 tr. Maer int 40 voorstel bevintment onder den 76 tr. 20 ①, t'welck 21 tr. 20 ① voorder sijnde, het verstepunt is na dese rekening soo veel verloopen op dien tijt bedraghende ontrent 1450 jaren: En hier me wort bekent des verstepunts loop op alle ghegheven tijt: Als by voorbeelt om die te hebben op een jaer, ick segh 1450 jaren geven 21 tr. 20 ①, wat 1 jaer? Comt 53 ②. Tbeslvyt. Wy hebben dan deur ervarings dachtafels den loop van Venus inrontwechs verstepunt ghevonden, na den eysch.

43 Voorstel.

Deur ervarings dachtafels Venus inrondts middelpunts loop in sijn vvech te vinden.

Den loop van Venus inrontwechs verstepunt wort op een jaer bevonden deur het 42 voorstel van 53 ②.
Die ghetrocken van Venus of de Sonnens middelloop oock op een jaer, te weten een Fgips, doende deur het 3 voorstel 359 tr. 45 ①.
Blijft voor begheerde loop des inronts middelpunt in sijn wech op een Egips jaer 359 tr. 44 ①.

En is openbaer dat alsoo ghevonden sal worden den loop van alle voorgestelde tijt. Tbeslvyt. Wy hebben dan deur ervarings dachtafels Venus inronts middelpunts loop in sijn wech ghevonden, na den eysch.

margenoot*
Punclum oppositum.

margenoot*
Praxi.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken