Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wisconstighe gedachtenissen. Deel 5: van de ghemengde stoffen (1608)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wisconstighe gedachtenissen. Deel 5: van de ghemengde stoffen
Afbeelding van Wisconstighe gedachtenissen. Deel 5: van de ghemengde stoffenToon afbeelding van titelpagina van Wisconstighe gedachtenissen. Deel 5: van de ghemengde stoffen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.14 MB)

XML (0.62 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/wiskunde
non-fictie/natuurwetenschappen/natuurkunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wisconstighe gedachtenissen. Deel 5: van de ghemengde stoffen

(1608)–Simon Stevin–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

9 Hooftstick.
Vande staetmaking of balance.

TIs by veel Cooplien int ghebruyck, eens t'siaers te oversien hoe winst en verlies op t'selve jaer afgheloopen heeft, t'welck sy Balance of Staetmaken noemen, men mochtet oock heeten berekening des capitaels: Tot dien einde vergarense ghelt, waren, en debitenrs dieder in wesen sijn ter eender sijde, en crediteurs ter ander, t'verschil der sommen (alle schulden goet wesende) is hun suyver capitael, en soo veel dat verschilt vant suyver capitael des voorgaenden jaers, soo veel is de winst of t'verlies datse soucken. Om dese manier van doen te volghen in ons voorgestelde bouckhouding, soo neem ick voor al deur t'gedacht al of int Schultbouck noch niet beschreven en waren de sommen des debets en credits, metsgaders de resten aldaer naderhandt ghestelt by slote der posten. Dit soo sijndeick vergaer sulcke partien als boven geseyt is, te weten van ghelt, waren, en debiteurs, sonder daer in te brengen de reste der poste des capitaels, of yet dat vermeerderende of verminderende capitael beteyckent, als hier der posten van oncosten van coopmanschap, oncosten vanden huyse, winst en verlies, maer alleenelick die wesentlicke saken daermen ghemeenelick staet me maeckt, en dit op eenen sekeren dach, waer toe by velen den laetsten des jaers dats den 31 December ghenomen wort: En sulcx beginnende t'ondersoucken met d'eerste poste des Schultboucx van naghelen, bevinde datter gheen en sijn, als altemael vercocht wesende, sulcx dat ick die overslae, en commende totte tweede poste van noten, bevinde datter wesen moeten 173 ℔ 5 oncen, die ick stel tot sulcken prijs alsse teghenwoordich gaet, t'welck ick neem te wesen soose inghecocht sijn, dats tot 7 β t'pondt, bedraghende 60 ℒ 13 β 2 ₰, die ick onder den debet stel, alsmen siet: En derghelijcke doende mette volgende posten van waren, Debiteurs, Crediteurs, en Casse, soo is de staet als volght:

[pagina 35]
[p. 35]

Staet van my dierick

Roose gemaeckt op den laetsten December 1600.

Staet of capitael debet. Staet of capitael credit.
 
Per Aernout Iocobs fol. 14 51.8.0. Per noten fol. 7 - 173 ℔ 5 onc. tot 7 β t'pont, comt 60.13.2.
Rest debet hier ghestelt by slote van desen 3140.9.1. Per peper fol. 7 - 120 ℔ tot 40 ₰ t'pont, comt 20.0.0.
  _____  
Somme 3191.17.1.  
  Per Omaer de Swarte fol. 9. 513.12.0.
  Per Adriaen de VVinter fol. 11 150.6.0.
  Per Pieter de VVitte fol. 11 448.0.0.
  Per Iacques de Somer fol. 13 54.18.6.
  Per casse fol. 19 1944.7.5.
  _____
  Somme 3191.17.1.

Sulcx dat Debiteurs, met ghereet ghelt en waren, hier meer bedraghen dan Crediteurs voor weerde des capitaels op den laetsten van December 1600 3140.9.1.
Maer op den laetsten December 1599, of t'begin des jaers 1600 dat een selve is, was het capitael van 2153 ℒ 3 β 8 ₰, want treckende den debet 514 ℒ 6 β, vandē credit 2667 ℒ 9 β 8 ₰, blijft als voorē 2153.3.8.
Welcke getrocken vande 3140 ℒ 9 β 1 ₰, blijft voor t'ghene datter op dit jaer verovert is, ende in dese staet ghesocht wiert 937.5.5.

Staetproef.

MAer om nu te sien of het boveschrevē vast gaet, so dient dit tot een proef: Ick vergaer al de resten der posten van vermeerderende of verminderende capitael, t'welck sijn de resten der posten die inde voorgaende staetmaking niet en quamen, als totte wesentlicke staet niet behoorende: Ende want de selve sijn partyen van winst en verlies voorgevallen inden tijt deser bouckhouding, dats sedert 0 Ianuarius 1600, welcke by aldien men het bouck slote (ghelijck int volgende 10 Hoofistick gedaē sal wordē) op rekening van winst en verlies souden commen, soo moet dan daer deur oock verovering bevonden worden van 987 ℒ 5 β 5 ₰. Tot desen einde beghin ick het Schultbouck te overloopen van vooren aen, ende ontmoet my eerst de poste der naghelen fol. 5, waer op ick winst bevinde van 75.4.7. daer na ontmoeten my noten en ander goeden, als hier na volght. Doch staet noch te ghedencken, dat overschietende goeden hier berekent worden ten selven prijse als inden voorgaenden staet, om dat wy nemen haer weerde soo te wesen, wildemen in d'een en d'ander nemen den prijs verandert te sijn, men soudet oock meughen doen.

winst en verlies debet. Winst en verlies credit.
 
Per oncosten van coomschap fol. 16 57.7.0. Per winst op naghelen fol. 5 75.4.7.
Per oncosten vanden huyse fol. 16 107.10.0. Per winst op noten fol. 7 109.7.2.
  _____  
Somme 164.17.0. Per winst op peper fol. 7 18.19.0.
  Per winst op gimber fol. 9 41.8.4.
Rest credit als prouffijt o vereencommende mette voorgaende rekening hier ghestelt per solde 987.5.5. Per rekening van winst en verlies (wiens poste te ghedencken is dat ten tijde deser wercking in debet alleenelic hadde twee partyen, te wetē vā 100 ℒ en 12 ℒ, maer in credit drie partiē als 4 ℒ 3.4. en 15 ℒ met 1000 ℒ) fol. 19 907.3.4.
  _____   _____
Somme 1152.2.5. Somme 1152.2.5.

[pagina 36]
[p. 36]

Nu dan het prouffijt deur dese wijse oock bevondē sijnde van 987 ℒ 5 β 5 ₰, als te vooren int slot des staets, soo mach dit tot proef des wercx verstrecken.

Mercket ten 1.

T'is int gebruyck dat een Coopman staet makende, weeght, meet en telt tot dien einde alle goeden by hem in wesen, siende alsoo hoe t'selve overcomt met t'ghene sijn bouck anwijst, en hoewel hy ghemeenelick meer of min vindt, soo hebben wy nochtans hier vooren ghenomen bevonden te sijn alles effen uyt te commen: En niet teghenstaende sulcke heel effen uytcomst selden gebeurt, soo ist hier nochtans voorbeeltsche wijse ghenouch, want alsmen de menichte der goeden inden staet stelt soomen se dadelick vindt, t'ghene datter ghebreeckt is scha, datter te veel bevonden wort streckt tot baet, sonder dat daerom onvolcommenheyt inde bouckhouding valt.

Merckt ten 2.

Van sulcke staten als de voorgaende, wort by de Cooplien jaerlicx een ghedachtenis ghemaeckt, sonder die (na t'ghebruyck van sommighe) int Iornael of Schultbouck te stellen, ten waer alsmen het gantsch bouck sluyten wil, daer wy nu af segghen sullen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken