Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wisconstighe gedachtenissen. Deel 5: van de ghemengde stoffen (1608)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wisconstighe gedachtenissen. Deel 5: van de ghemengde stoffen
Afbeelding van Wisconstighe gedachtenissen. Deel 5: van de ghemengde stoffenToon afbeelding van titelpagina van Wisconstighe gedachtenissen. Deel 5: van de ghemengde stoffen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.14 MB)

XML (0.62 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/wiskunde
non-fictie/natuurwetenschappen/natuurkunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wisconstighe gedachtenissen. Deel 5: van de ghemengde stoffen

(1608)–Simon Stevin–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

6 Hooftstick.
De manier der oversetting uyt het Iornael int Schultbouck van Domeine.

DE manier der oversetting vande partien in Domeine, is ghelijck d'oversetting in coomschap hier vooren beschreven, maer want in Domeine anders dan in coomschap can vallen een oirdentlick vervolgh der postē van groote bequaemheyt, sulcx dat de boucken van vervolghende Iaren met malcander een groote gelijckheyt hebben, soo sal ick daer afverclaren t'ghene my nu best dunckt, wesende de manier soose hier dadelick ghebruyckt wort.

Voor al ghestelt sijnde d'eerste poste van capitael, soo volght d'oversetting des Rentmeesterschaps generael, t'welck staende als opschrift met groote capitale letters, soo volghen de opschriften der posten daer onder sorterende, eerst van casse, daer den Tresorier onder verstaen wort, daer na sulcke Debiteurs als het Iornael anwijst, te weten eerst Davit de Ionge, achter hem Vincent Pieters, en soo voorts totten laetsten. De Debiteurs aldus overghestelt sijnde, ick comme totte Crediteurs sorterende onder t'selve Rentmeesterschap generael, wesende d'eerste in des Iornaels tweede groote partie, welcke al overghestelt sijnde, ick vervough ten laetsten daer noch by de opschriften van posten die voorgaende rekeninghen my thoonen int selve Rentmeesterschap generael te vallen, als neem ick Dispense vande Keucken, Dispense van des Heeren Camer, Dispense vande Stal, Dispense vande Hondejacht, Dispense vande Vogeljacht, Dispense der Rekencamer: Daer na Zeepartien, Boeten, en ten laetsten Extraordinaire partien des Rentmeesterschaps generael, dienende dese poste voor partien die selden commen, en onder gheen van d'ander posten en schijnen te behooren. Maer soo voorgaende boucken aenwesen meerder onderscheyt der posten noodich te wesen, men soude meer sulcke opschriften stellen. Ende is te weten dat dese laetste neghen opschriften der posten, voor t'eerste sijn sonder somme of dadelicke partie daer onder, dienende alleenelick tot plaetsen die bewaert sijn voor partien welcke daer na onder de selve commen sullen.

[pagina 57]
[p. 57]

Aldus ghedaen sijnde d'oversetting des Rentmeesterschaps generael, soo volght d'oversetting der particuliere, als des Rentmeesterschaps van Nieustadt, waer in oock eerst ghestelt wort het opschrift der poste des Rentmeesters van dien: Daer na der Debiteurs; Achter welcke volgen de Crediteurs: En ten laetsten de opschriften van posten die voorgaende rekeninghen my thoonen int selve Rentmeesterschap noodigh te wesen, t'welck hier alleenelick is neem ick Extraordinaire partien des Rentmeesterschaps vā Nieustadt. Daer na stel ick op dergelijcke voet ooc over de partien van al d'ander Rentmeesterschappen: Ten laetstē vervough ick daer noch by t'opschrift der poste van winning en verlies.

Merckt noch dat hoewel het in Coopmans bouckhouding een ghemeen ghebruyck is, den dach van yder partie die ten Iornael staet, oock te stellen inde overghedreghen partie int Schultbouck, nochtans soo en volghen wy dat niet volcommelick int oversetten der Maentstaten dieder commen int derde deel des Iornaels, maer stellē daer voor de Maent daer de staet af is: Als by voorbeelt de partie int volghende Iornael vanden 8 Febr. bedraghende 230 ℒ, en wesende een Maentstaet van t'ghene inde Maent Ianuarius van verscheyden persoonen ontfanghen is by Reynier de Leeu, ende anden Bouckhouder behandight op den voorschreven 8 Febr. Dese partie overghedreghen wesende int Schultbouck, soo en wort daer niet by ghestelt dien 8 Febr. maer de maent Ianuarius, sonder eenighen sekeren dach: Ten eersten om dat den ontfanck der ghedeelten van dese partie op verscheyden daghen in Ianuarius gheschiet is: Ten anderen om dat hier me int Schultbouck claerder blijckt wat yder Maents ontfanck en betaling bedraecht, dan of in plaets des eyghen Maents een ander stonde, als den boveschreven 8 Februarius. Doch is noch te weten dat in d'oversetting des credits, dats der besonder persoonen die betaelt hebben, elcken dach comt int Schultbouck ghelijckse ten Iornael staet; al t'welck de natuerlicke oirden schijnt te volghen.

De boveschreven twee eerste groote capitale partien des Iornaels aldus int Schultbouck overgheset sijnde, soo merckt nu wat besonders in Domeine, dat in Coomschap soo niet vallen en can, te weten datter voor dit jaer gheen ander nieuwe posten meer by commen en sullen, maer alle partien des daghelickschen handels vant derde deel des Iornaels, sullen sijn vervullinghen der boveschreven posten: Inder voughen dat elck Schultbouck jaerlicx in hem sal hebben alde Rentmeesterschappen oirdentlick achter malcander volghende t'een jaer als t'ander, waer afhet eerste altijt is het Rentmeesterschap generael, daer na het Rentmeesterschap van Nieustadt, en soo voorts met d'ander: Oock is in yder Rentmeesterschap t'vervolgh der Debiteurs en Crediteurs met sulcken oirden, ghelijckse inde bureelsche Rekeninghen commen, niet teghenstaende ontfanck en uytgheven hier met brockelinghen comt, soose de Rentmeesters in haer Maentstaten overschrijven ontfanghen en betaelt te hebben, daert inde bureelsche rekeninghen heele partien sijn, om de redenen elders verclaert, waer uyt kennelick is dat de ghene die dese Schultboucken veel handelen, of daer me ommegaen, lichtelick int ghedacht connen prenten de ghemeene form en ghestalt daer in begrepen, om van alle partie daer questie af is, terstont de plaets te vinden daerse staet of ghestelt moet worden, en dat sonder den A, B, C, te moeten ghebruycken, die tot meerder overvloet daer noch nevens gaet. Oock is kennelick dat de resten van alle Crediteurs en Debiteurs, soo wel Pachters als Rentmeesters, gheduerlick voor ooghen staen, om yghelick t'alder uyren alst noodich is te meughen manen, want t'verschil tusschen de sommen des debets en credits de begheerde rest anwijst.

[pagina 58]
[p. 58]

Angaende ymant dencken mocht dese oirden te sullen ghebroken worden, wanneer een sijde volschreven sijnde datmen de rest des slots moet overdragen verre van daer buyten dat Rentmeesterschap. Hier op wort gheseyt dat sulcke overdraging by slote hier soo niet en sal gebeuren als in coomschap, om de regels wille inhoudende dat elck Rentmeester so Generael als particulier int jaer ten hoochsten maer twaelf Maentstaten over en sendt, waer uyt volght dat des Tresoriers poste dats de casse, in elck jaer altijt vā twaelf partien in debet is, met noch twaelf in credit, en want elcke partie altijt maer een regel en behouft, soo weetmen dat in die poste opt jaer over elcke sijde maer twaelf regels en commen: En so veel en souder oock ten hoochsten maer connen vallen inde poste van yder particulier Rentmeester, ten waer dat de penningē die sijn Maentstatē inhoudē andē Tresorier betaelt te wesen, uyt de selve Maentstaten niet te bouc gestelt en worden, maer uyt die des Tresoriers om de redenen daer afhier voorē verclaert, waer uyt volght dat so dicwils hy intjaer betaling andē Tresorier doet, so veel regelen meer inden credit van sijn poste te connen vallen: Inder vougen dat by aldiē sulcke betaling met elcke Maentstaet eens gebeurde, dat seer dicwils waer so soudender 24 regelē sijn: Sgelijcx is ooc te verwachtē van d'ander postē: Maer op een sijde connen veel meer dan 24 regelen staen, waer deur men lichtelick can voorsien datter gheen overdraging van slote noodigh en valt: Doch soot anders gebeurde deur eenige plaetsen te cleen genomen te hebben, of deur diender int oversettē der twee eerste groote capitale partien des Iornaels eenige posten vergeten waren, of diergelijcke, dat sal selden commen, en soudē achter de laetste posten des Schultboucx meugē gestelt wordē sonder groote onoirdening te veroirsaken: Of die sulcx noch vermijdē wilde, mocht tē einde der postē van elck Rentmeesterschap twee ledige sijden laten, om daer in by aldient noodich viel, sulcke versuymde partien in haer eygen Rentmeesterschap te brengē. Maer soder noch eenige nieuwe posten by moesten commē, mette voorgaende geen gemeenschap hebbende, als neem ick een nieu Rentmeesterschap voorgevallen int loopende jaer, deur coop, erfnisse, of vercrijging van ander landen, sulck Rentmeesterschap soude sonder eenige onoirdening int Schultbouc volgen achter d'ander. Noch sal ick hier ten laetsten by vougen mijn gevoelē angaende de eenderley form dieder in een Vorstelicke bouckhouding oirboir is. Verscheydē Bouchouders in coomschapgebruyckē verscheydē manier en form van beschrijving der partien, d'een stelt den dach boven de poste, d'ander op de cant, d'een seght int Iornael Casse debet per Pieter, d'ander Per casse an Pieter: D'een linieert sijn bouckē andersals d'ander met diergelijcke, en̄ hoewel het al op een selve besluyt uyt comt, nochtans acht ick oirboir in eē Vorstelicke bouchouding daer verscheyden Bouchouders in sijn, dat die altemael een selve oirdē volgen, op dat in welcke bouchouding men siet, overal een selve gemeene regel sy: Sulcx dat somen oirboir verstonde yet te veranderen, datmē die verandering by elckē behoort te doē gebruycken: En̄ so eē der Bouchouders hem liet duncken sijn wijse best te welen, hy mocht trachtē t'selve also by d'ander te doē angenomē wordē, maer dat niet willende vallē, t'waer oirboirder te volgē t'gene hē so goet niet en docht, dan sulck beter, ongelijc sijnde vā d'ander, alleē te doē.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken