Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Refereinenbundel, Anno 1524 (1930)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.87 MB)

Scans (22.49 MB)

ebook (3.84 MB)

XML (1.52 MB)

tekstbestand






Editeurs

Willem van Eeghem

Frédéric Lyna



Genre

poëzie

Subgenre

refreinen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Refereinenbundel, Anno 1524

(1930)–Jan van Stijevoort–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Reffereijn CLXXXVI
Sy leerden mij int dwilde den huben huijuen

 
Ga naar margenoot+TSadt laesten een meysken wt allen drucke
 
om voghelen te vanghen mitten teere
 
Sij hadde in twildt ghestelt haer crucken
 
Voert sach sij een jonxken die tallen ghelucke Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
mit enen huben quam van veere Ga naar voetnoot5
 
Dmeijsken riep koomt hier / tionxken sprac ic en deerre Ga naar voetnoot6
 
hem docht dat sij wat leep was in haren gront
 
Soe leent mij uwen huben sprac dmeijsken sijt niet eerre
 
ic sal hem gaen wijsen eenen nijeuwen vont
[pagina 110]
[p. 110]
10[regelnummer]
Tioncksken leenden huer sijnen huben ter stont
 
dit sal ic hem sprac sy ouer thooft gaen scuijuen
 
Dat ghi noch segghen selt goet ront Ga naar voetnoot12
 
sij leerde mij int dwilde den huben huijuen
 
 
 
Djoncksken verwonderde hem duer de recke
15[regelnummer]
hij en sachs sijn daghe noijt gheschien
 
Want sy nam hubene mitten becke Ga naar voetnoot16
 
Daer sy ghestelt was op een rou plecke
 
hem settende behendelic tusschen haer knijen
 
Huben spertelde mer hij en mochts niet ontulien
20[regelnummer]
sy huijfden jentelijck als een muscet
 
Djoncksken sprac nu als ic die const hebbe ghesien
 
sal ic huben oeck huyuen altemet
 
Sy heeft huben mittet huyuen deerlic geplet
 
diesmen ouer al sach syn pluymkens ruijuen
25[regelnummer]
Ga naar margenoot+Dus djoncksken bekende segghende onghelet
 
sij leerde mij int dwilde den huben huijuen
 
 
 
Sij hadde mit hubene groot solaes
 
want hy van hongher stont en knicte
 
Dmeijsken heeft hem ter stont ghegeuen syn aes
30[regelnummer]
Sy hadde voer huben een beetgen seer craes
 
en aesdene dat hy hem aen tstuck verslicte
 
Huben stont soe hertelyck en hickte
 
dat hem van pynen syn huijf ontschoot
 
Want syn aes hem niet wel bij een en schickte
35[regelnummer]
duer die vermoeitheyt dat was die noot
 
Sy clokerden huben ouer thoot
 
en maecten hem tam ghelijc eender duijuen
 
Dwelc dionxken noch vertelde voer cleyn en groot
 
sij leerde mij int dwilde den huben huijuen
[pagina 111]
[p. 111]
 
Prinche
 
 
40[regelnummer]
Huben en const niet langher ghepleijen
 
sy stelde hem propelyck te neste
 
Ende wandelden duer twilde onder hem beijen Ga naar voetnoot42
 
Djonxken liet ter stont een bancket bereijen
 
ter naester herberghen by dat gheweste
45[regelnummer]
Sy aten vrolic en droncken de reste
 
voert soe namen sy oorlof aen elcken cant
 
Hij dancte dmeijsken hertelick int leste
 
dat sij hem gheleert hadde t rechte verstant
 
Ga naar margenoot+Al heuet hem wat ghecost den quant
50[regelnummer]
hij was nochtans dancber der sueter duijuen
 
Tquam hem wel te passe dat seggick want
 
sij leerde hem int dwilde den huben huijuen

margenoot+
Fol. 262 (iic liii)
voetnoot4
die boven het doorgeh. tot en de t van tallen eventjes boven den r. bijgeschr.
voetnoot5
boven de v van veere staat eene punt.
voetnoot6
deerre boven den r. bijgeschr., met een streep die begint by deerre en eindigt onder de laatste e van ghelucke
voetnoot12
de D van Dat verb. uit d
voetnoot16
het eerste staafje der u in hubene verb. uit eene onvolm. e
margenoot+
Fol. 262v (iic liiiv)
voetnoot42
de d van onder verb. uit e
margenoot+
Fol. 263 (ijc liiii)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken