Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Refereinenbundel, Anno 1524 (1930)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.87 MB)

Scans (22.49 MB)

ebook (3.84 MB)

XML (1.52 MB)

tekstbestand






Editeurs

Willem van Eeghem

Frédéric Lyna



Genre

poëzie

Subgenre

refreinen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Refereinenbundel, Anno 1524

(1930)–Jan van Stijevoort–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Reffereijne CCLVI
O kinmisse dat ic v niet eer en kinde

 
WE mij onsalighe / in sonden versmacht geheel
 
gheheel // ouerdadich / van god ghescheijen
 
Siele / en lyf den viant / ombedacht / gheheel
 
gheheel // ouergheuende / duer tsondich beleijen
5[regelnummer]
Wat is dan tverbeyen // Anders dan die doot
 
Ga naar margenoot+ter hellen werts reijen // och noeit meerder noot
 
Erde schuert / verslint my / dect my ghi berghen groot
 
Hoot voer hoot
 
Alle wateren / riuieren / sijt mij verdrinckende Ga naar voetnoot9
[pagina 253]
[p. 253]
10[regelnummer]
sinckende
 
Lucht/vier schuyt mi/sonne/mane/hoe muechdi bloot Ga naar voetnoot11 Ga naar voetnoot11
 
schynen root
 
op my vuylste der pryen / sondichst hinckende
 
stinckende
15[regelnummer]
Wat sydj dinckende
 
mistroostich herte
 
Weest tranen schinckende // raet wert dyn smerte
 
O siele wien dat ic ghestelt heb int swerte
 
V onsculdich / my misdadich ic nu beuinde
20[regelnummer]
o kinnisse dat ic v niet eer en kinde
 
 
 
Waer syn nu eylaes die vloeyende beeken
 
beeken // der tranen / versteken versluijst int pleyn
 
Waer blyfdi berouwighe voeyende beken Ga naar voetnoot23
 
beken // ziel en lyf makende / van sonden reijn
25[regelnummer]
Wat soudic oeck vileyn // nu eerst bewenen meest Ga naar voetnoot25
 
ic en weets niet certeyn // wanhope hout den geest
 
therte blyft versteent / hertneckich ombeureest
 
inden keest
 
cout / onachsom / vol met sonden beclast Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
euen vast
 
Gheen quaetheyt ter werlt soe int sondich oreest
 
Ga naar margenoot+quaetheyt volleest
 
Daer my sondighe valscheijt niet bouen en wast
 
dits den last
35[regelnummer]
Tfij v onwerdich gast
 
die den weert van eeren
 
Mits uwer sonden mast // doet van v keren
 
Ic hebbe ghesondicht o heere der heeren Ga naar voetnoot38
 
voer my te cleyn kin ic die helsche allinde
40[regelnummer]
o kinnisse dat ic v niet eer en kinde
[pagina 254]
[p. 254]
 
Waer bin ick verseijlt / weeldich leuen / duer v
 
duer v / ic noeijt duecht te doen en begheerde
 
Cleyn achterdincken / ic hebt bedreuen duer v
 
duer v // bin ick de sondersse vermeerde Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
Myn grote houerde // bouen vaste strect
 
wtwendich van weerde // bouen Dijna bevlect
 
Bouen Eua ben ic tot gulsicheijt gherect
 
seer perfect
 
bouen Caym quaet tot Abel nydich ontbonden
50[regelnummer]
gheuonden
 
Oncuysch stinckic als Zodoma verweckt
 
ombedect
 
Ergher tot naboth dan Jezabel die de honden
 
verslonden
55[regelnummer]
Ick bin tvat vol sonden // der redene rebel Ga naar voetnoot55
 
mit openne wonden leuende doot niet el
 
Ey sinlicheyt die my hebt gherockent dit spel
 
te laet rout my dat ic v oyt minde
 
Ga naar margenoot+Och kinnisse dat ic v niet eer en kinde
 
 
60[regelnummer]
Schat goet en eere en schoon vrouwen lieflic
 
lieflic / heb ic bemint / god achtersettende
 
Ende hem verswerende int aenschouwen lieflic Ga naar voetnoot62
 
lieflick // op der kercken virdaghen niet lettende
 
tghebot verplettende / van myn ouders vroet Ga naar voetnoot64
65[regelnummer]
Myn handen besmettende manslachtich bebloet
 
dieflick stellende int ouerspel vast en zeer soet
 
valsch verwoet
 
ghetugenis geuende menigherhandick
 
viandelick
70[regelnummer]
Myns euen mensch huysurouwe eer en goet
 
mitter spoet
[pagina 255]
[p. 255]
 
begherende hem te makenne afhandelick
 
scandelick
 
Wee mij tijrandelick in wercken in woerden
75[regelnummer]
gheen soe onuerstandelick oost west zuyt noch noorden Ga naar voetnoot75
 
Alle dat alle quaetheyt toe behoerden Ga naar voetnoot76
 
es in my dies my weluaren es ten inde
 
Och kennisse dat ic v niet eer en kinde
 
 
 
Prinche
 
 
 
O prinche der princhen god / ghenade gheen recht
80[regelnummer]
gheen recht / mer een zoet sachtmoedich ontfermen
 
Verleent my al est zeer spade / gheen recht
 
Ga naar margenoot+gheen recht // dat bid ic met deuote termen
 
duer v blodighe ermen Ga naar voetnoot83
 
Handen voeten doerwont
85[regelnummer]
Wilt my cout verwermen en maken my ghesont
 
ick heb verdient tsittene inden helschen gront
 
nu ter stont
 
Mits dat ic voer den viant sondich ghebult Ga naar voetnoot88
 
heb gehult
90[regelnummer]
Mer leyt mij soe scriftuere oorcont
 
daer goet ront
 
Noet vruecht doer v godlick wesen vergult Ga naar voetnoot92
 
is veruult
 
O heer this myn schult Gheeft gheen sentencie Ga naar voetnoot94
95[regelnummer]
al bin ic verdult / hebt patiencie
 
Tot berouwe biecht en abstinencie
 
tuwer eeren heer ic my verbinde Ga naar voetnoot97
 
Och kinnisse dat ic v niet eer en kinde

margenoot+
Fol. 348 (cccxli)
voetnoot9
vóór Alle en Lucht staan in marg. l. twee schuine streepjes.
voetnoot11
bloot boven den regel bijgeschreven.
voetnoot11
vóór Alle en Lucht staan in marg. l. twee schuine streepjes.
voetnoot23
na de v van voeyende is l doorgehaald.
voetnoot25
na soudic is oeck boven den regel bijgeschreven.
voetnoot29
na vol is het eerste gedeelte eener e doorgehaald.
margenoot+
Fol. 348v (cccxliv)
voetnoot38
de eerste h van ghesondicht verb. uit d
voetnoot44
na de is de doorgehaald.
voetnoot55
de tweede t van tvat verb. uit c
margenoot+
Fol. 349
voetnoot62
na hem is h doorgehaald.
voetnoot64
na verplettende // is manslachtich bebloet doorgehaald en van myn ouders vroet in marg. r. bijgeschreven.
voetnoot75
de s van oost verb. uit r
voetnoot76
de d van behoerden verb. uit t
margenoot+
Fol. 349v
voetnoot83
de d van duer verb. uit het eerste gedeelte eener v
voetnoot88
na voer is eene uit eene i verb. v doorgehaald.
voetnoot92
Na Noet is wesen doorgehaald en vruecht erboven bijgeschreven, verder is de o van doer verb. uit a
voetnoot94
de (lange) s van sentencie verb. uit eene onvolm. t
voetnoot97
na tuwer is h doorgehaald.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken