Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

10. Kort aangebonden zijn,

d.i. niet veel speelruimte hebben, maar spoedig aan het einde van zijn geduld zijn, dus niet veel scherts verstaan, spoedig boos worden. Oor-

[pagina 4]
[p. 4]

spronkelijk moet dit gezegd zijn van nijdige, kwaadaardige honden, aan welke men belet een groote ruimte onveilig te maken, en die daarom aan een kort touw aan het hok of een paal gebonden zijn; zie Ndl. Wdb. I. 74; Harreb. III, 1; Jord. 76; Antw. Idiot. 98; 699; vgl. De Brune, Bank. 1, 154: Men ziet dat in de honden, die aen een korten band, geleght zijn, dat ze wreed en half dol werden; Chomel I, 322: Daar gekomen zynde, laat men 'r den spoorhond, dien men kort aangebonden heeft, by naderen; Com. Vet. 58; Wander II, 841: einen bösen Hund musz man kurz anbinden; zie iemand kort houden. In het Zaansch en in West-Friesland noemt men dit kort an'edraaid of ook gauw an'edraaid zijn (Boekenoogen, 3), waarmede te vergelijken is het Gron. slap andraid wezen, goedaardig zijn of lichamelijk zwak zijn; een sukkel zijn (Molema, 383 b); westfri. de ooren staan hem don (deun) aan de kop; in het Brabantsch kort ingespannen zijn, d.i. kort van stof zijn, spoedig in gramschap geraken (Schuermans, 281); elders in Zuid-Nederland kortgehalsd zijn (Volkskunde XII, 99); kortom zijn (Schuerm. Bijv. 173 b) of knap af zijn (bl. 166 a) en in het Hagelandsch köt oepgehange zijn (= kort opgehangen zijn; Tuerlinckx, 340). Vgl. ook het hd. kurz angebunden sein en het Oostfriesche kört anbunnen wesen. In het Fri.: koart oanboun wêze; in Groningen kört van kop (Molema, 220), dat iets gelijkt op het bij Sart. IV, 21 voorkomende hy is kort voor 't hooft, moribus parum commodis et irritabili ingenio; en het fri. de holle is him koart. Syn. is gauw aangebrand zijn (Harreb. III, 11; De Vries, 1; Boekenoogen, 3).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken