Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Toon afbeeldingen van Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenzoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8,98 MB)

ebook (6,37 MB)

XML (5,27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

36. Een aardje naar zijn vaârtje,

van een zoon gezegd, die - hetzij ten kwade of ten goede - naar zijnen vader aardt; Ndl. Wdb. I, 537. Deze zegswijze is in de 17de eeuw al zeer gewoon. Voor bewijsplaatsen zie Harrebomée I, 5; Brederoo III, 191; Ogier, 28:

 
En had' ick de weet
 
Dat gy waert een aertjen, naer't Vaertjen, ick smeet
 
U met de Cop tegen de steenen.

Ook in Zuid-Nederland is zij thans nog bekend volgens Schuermans, die bl. 5 citeert: 't Is een aar(t)ken naar zijn vaârken; bl. 171: Hij heeft een haarke van (naar) zijn vaarke (Antw. Idiot. 114); zie ook Waasch Idiot. 271: Een haarken van zijn vaarken hebben, naar zijn vader aarden. In verwante Duitsche dialecten ontmoeten wij deze zegswijze eveneens; o.a. in het Nederduitsch: 't is een Artje van Vârtje (Eckart, 2) of ook 'n ârdje fan 't fârtje (Dirksen, I, 9). Vergelijk verder nog Tuinman I, 6; Erasmus, 334-337; Teirl. 8: Hie heet 'n aarke va' zijn' vaarke; fri. in aerdtsje nei (fen) syn faertsje, en de Groninger zegswijze: Zij heeft een snoertje van haar moertje (Taalgids VIII, 108), dat te vergelijken is met Waasch Idiot. 607 b: een snoerken van moerken hebben, en nedersaks. oortjen van 't moortjen (Taalgids IV, 266).Ga naar voetnoot1)

voetnoot1)
Laurillard bl. 93 meent den oorsprong der zegswijze te moeten zoeken in Joh. 38-44, vergeleken met Hand. VII: 51, 52. Vgl. ‘zoo moer, zoo dochter’ ontleend aan Ezech. XVI; 44.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken