Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

65. Iemand afzouten,

d.w.z. iemand afschepen. Deze uitdr. die sedert de 17de eeuw voorkomt, wil eig. zeggen: iemand zouten, met zout (pekel), een bijtend vocht, inwrijven en wegjagen; op eene gevoelige wijze van zich wegzenden. Winschooten, bl. 132 stelt haar gelijk met: ‘iemand lustig in den baard vaaren’, ‘iemand ruuw bejegenen’, ‘iemand de volle laag geeven’. Vgl. bij Heemskerk, Arcadia bl. 26: Deze beleefde vryer wilde noch met haar na een Duyn toe, om ze aldaar om en om te wentelen, en tot spels besluit, met zant te zouten. Evenzoo bij Cats. Voor de hier gegeven verklaring vgl. hd. jemand mit scharfem Salze laugen oder reiben; jem. den Buckel salzen (afranselen); eng. to give a p. pepper, iem. afranselen; to be peppered, afgeranseld worden; en Winschooten, 272: Iemand iets souten, d.i. iemand iets duur aansmeren, hem iets aanzouten, zooals Sewel, 997 zegt; fr. saler, of zooals men in Zuid-Nederland nog zegt: hem iets (be)peperen naast op iemand peper geven, hem afranselen; Limb. iemand peper geven ('t Daghet XII, 187); iem. afpeperen, afranselen (Teirl. 36); hd. jem. den Pelz pfeffern; fr. une vinaigrette, een standje, en onze uitdr. dai riekt naar den mosterd (zie ald.). In het Friesch zijn bokkings met zout harde verwijten. Thans beteekent in het Oostfr. ofsolten nog: einen mit Salz (= scharfes, bitteres, beissendes etc.) gewürzten Verweis geben (Ten Doornk. Koolm. II, 676); zie verder Molema, 295 b; en vgl. iem. afpoeieren (no. 55); iem. iets inpeperen, iem. door den mosterd halen.Ga naar voetnoot1)

voetnoot1)
Dat de uitdr. ontleend zou zijn aan de Friesche gewoonte om een kind op St.-Nicolaas in het ‘korfke’ een zakje zout te geven, als teeken dat het in 't volgende jaar niet weer mag opzetten (ôfsâltsje), komt me onwaarschijnlijk voor, daar ze reeds bij Winschooten als zeer gewoon wordt opgegeven en in dien tijd eene geheel andere beteekenis had.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken