Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

122. Asschepoester (-poetster).

Deze benaming voor het meisje, dat thuis alle werk moet verrichten, terwijl hare zusters uitgaan, is ontleend aan het sprookje van dien naam, dat sedert de 18de eeuw (anno 1775) bij ons bekend is en vertaald is naar dat van Ch. Perrault: Cendrillon ou la petite pantoufle de verreGa naar voetnoot2). Het woord ‘asschepoester’ was bij ons reeds bekend, voordat Perrault zijne ‘contes’ uitgaf, en beteekende ‘iemand die steeds bij den haard in de asch zit te poesten, te blazen’.Ga naar voetnoot3) Toen men nu het fr. cendrillon moest vertalen, heeft men daarvoor het reeds bekende ‘asschepoestertje’ gebruikt; hd. Aschenbrödel; Aschenbuttel; Aschenpudel; eng. cinderella; fri. yeskepûster.

voetnoot2)
Een der verhalen voorkomende in Ch. Perrault's Contes de ma mère l'Oye (1697).
voetnoot3)
Het beteekent dus hetzelfde als het vroegere aschvijster, iemand die altijd bij den haard in de asch zit te veesten, ook een aschgat genaamd; zie het Ndl. Wdb. II, 725 en 733. In Vlaanderen heet zij ook Vuil-velleken, Sloddeken-vuil of Vuiltje-vaagt-den-oven. Vgl. ook J. Bolte und G. Polivka: Anmerkungen zu den Kinder- und Hausmärchen der Brüder Grimm, Leipzig 1913; blz. 165-188.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken