Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8,97 MB)

ebook (6,37 MB)






Genre
sec - taalkunde

Subgenre
non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett

Vorige Volgende

192. Bekocht zijn,

d.w.z. bij een koop bedrogen zijn, een slechten koop gedaan hebben, gesnoten zijn (17de eeuw); ook fig. In de middeleeuwen kende men een wkw. enen becopen, in den zin van bij een verkoop winst behalen op iemand, een goeden verkoop doen aan iemand; in het passief becocht, duur gekocht, van een zaak, bijv. een onderneming; becocht sijn, bekocht zijn, met schade koopen, een slechten koop doen; Mnl. Wdb. I, 811; Ndl. Wdb. II, 1625. Hiernaast in de 16de eeuw het nu nog in dialect bekende miskocht zijn; zie Plantijn: Ick ben miskocht, je suis trompé de mon achept, fefellit me emptio mea; syn. van aan iets bezet zijn (Winsch. 20); fri. bikoft wêze mei of oan. Vgl. een koopje hebben aan iets; iemand een koopje leveren of geven, iemand er in laten loopen, dupeeren.


Vorige Volgende