Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

203. Geen (flauw) benul hebben van iets,

d.w.z. geen begrip van iets hebben, geen grint van iets hebben, zooals in de Zaanstreek gehoord wordt; vandaar: een onbenul of onbenullig zijn, onbeteekenend, niets waardig zijn. Vroeger zeide men niet ‘benul’, maar belul hebben, welks afleiding nog niet voldoende verklaard is.Ga naar voetnoot2) Bij Weiland staat het nog niet opgeteekend, en nog in het midden dezer eeuw gold de oude vorm, blijkens het welbekende gedichtje uit ‘Braga’: ‘Tu habes nullum ναι nullum belullum, nullum belullum de artibus’. Zie het Ndl. Wdb. II, 1809; Lvl. 245; Falkl. VI, 35; Harreb. I, 46 b; Ten Doornk. Koolman I, 147 a; Eckart, 42; Molema, 29 a; Gallée, 4 b; V. Schothorst, 104; Bruijel, 93; Gunnink, 106 en Taalgids I, 105, waar als Noordholl. wordt opgegeven: hij is zijn belul kwijt; hij heeft er geen belul van; fri. hy hie gjin bilul (of binul, bewustheid) mear. Vgl. ook hij was heelemaal van zijn benulGa naar voetnoot3); het benul missen om iets te doen (Jord. 175); zonder benul zijn (Lvl. 313); slijtage aan 't benul.

voetnoot2)
Zie Franck - v. Wijk, 49.
voetnoot3)
Zondagsblad van Het Volk, 8 Febr. 1913.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken