Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

232. Binnenvetter,

ook wel binnenvetje, is iemand, die meer beteekent dan men naar zijn uiterlijk zou oordeelen; zoo gebruikt men het van personen, die er dom uitzien, doch vrij kundig zijn, heel wat in hun mars hebben; ook wel van rijke menschen, die zich onbemiddeld voordoen. In eigenlijken zin wordt een binnenvetter genoemd een dier (varken, kip, konijn, enz.), dat er oogenschijnlijk niet vet uitziet, maar bij het slachten meevalt, doordat het veel binnenvet heeft. Vgl. Smetius, 13 v: Hij slacht de geyten die zijn vet van binnen, qui divitias tegens dissimulat; in het hd. er hat es in sich, wie die Ziege das Fett (Wander V, 576); oostfr.: he hett 't van binnen, as de Zägen 't Fett; bij Wander I, 990: er hat sein Fett inwendig met het Holl. het is een binnenvetter (uit Harreb. II, 376, alwaar het niet te vinden is; wèl: het is geen binnen-vetje); Eckart, 581: de Zêge drögt dat Fett innewennig; 582: he hefft et binnen as de Siege dat Fett; zoo ook in Jahrb. 38, 162. Het woord schijnt vrij jong te zijn en eerst sedert het laatst der vorige eeuw voor te komen; zie Ndl. Wdb. II, 2738; Opprel, 47; Sprotje II, 108: Sprotje dreigde toen ook herhaaldelijk met heengaan en bracht het zoo tot achttien stuivers in de week. Dat was een opkijken thuis! Zoo'n binnenvetje! Zoo'n goocheme Gerritje! Nkr. III, 21 Maart p. 3:

[pagina 90]
[p. 90]
 
Minister Talma
 
Maakt voor ieder vak een eigen wetje,
 
Minstens honderd jaar duurt dan het pretje.
 
Is hij niet een guitig binnenvetje?

In den zin van ‘inwendig genoegen’ lezen wij ‘binnenvetje’ in het Handelsblad 5 April 1914 (O.) p. 2, k. 1: Toen ik van mijn binnenvetje over het gedrag van dezen snuiter wat was bekomen - een paar jongens die wij grinnekend naar buiten zagen komen, keken mij aan en brachten daardoor mijn gezicht tot effenheid terug -, begon ik na te denken, enz. Vgl. 't Daghet XII, 125 in geheel anderen zin: het vet van binnen hebben, niet recht uit zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken