Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

237. Het bijltje er bij neerleggen,

d.w.z. ophouden met werken, de kap op den tuin hangen; vroeger het roer in de heg steken of de spade bij het werk steken; de naald in 't spek steken; ook sterven, waarvoor in het fri.: it breidsjen dellizze, het breiwerk neerleggen; afrik. tou opgooi, die riem afsnij (Boshoff, 335; 338). Zie Harreb. II, XLIII a; Onderm. 27: Ik leg er dus het bijltje bij neer, of anders gezegd: ik abdiceer; Zondagsbl. v. Het Volk, 21 Febr. 1914 p. 1 k. 4: Nog tien jaartjes, dan waren ze zestig, dan zouden ze het bijltje er bij neerleggen en uitrusten van al hun gezwoeg; De Arbeid, 18 Maart, 1914 p. 4 k. 2: De tuinlieden zijn het confereeren moede en hebben het bijltje of liever gezegd de schop er bij neergelegd. - De uitdr. kan ontleend zijn aan de scheepstimmerlieden, vroeger en thans ook nog bijltjes genaamdGa naar voetnoot1). In het hd. dialect die Hacke in den Winkel legen (Wander II, 247). Vgl. nog het fri. hy jout skeppe en leppe wer, hij geeft schop en spade terug, hij werkt niet meer zoo hard; zijn stoffelijke omstandigheden zijn verbeterd, dus hetzelfde als het vroegere het anker achter of bij de katGa naar voetnoot2) zetten, leggen, werpen, gaan rentenieren (Halma, 257); het anker neergooien (op Goeree en OverflakkeeGa naar voetnoot3)).

voetnoot1)
Zie Winschooten, 25: Bijl of bijltje werd genaamd, binnen scheepsboord, de scheepstimmerman, omdat hij met de Bijl arbeid.
voetnoot2)
Winschooten, 102: Een paal op de kaai geslaagen, daar de Ankerstok aan gehegt werd; Ndl. Wdb. VII, 1785.
voetnoot3)
N. Taalgids XIV, 249.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken