Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

365. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt,Ga naar eind365

d.i. men houdt het met hem, kiest de partij van dengeneGa naar voetnoot2), van wien ons bestaan afhankelijk is; eene gedachte die in de middeleeuwen wordt uitgedrukt door men liët (lidet) of hulet metten brodeGa naar voetnoot3); in de 17de eeuw in Zuid-Nederland met den broode spreken; bij Sart. IV, 10: die kallen na den broode. Zie Smetius, 108: Wiens brood dat men eet, wiens woord dat men spreekt; Plaiz. Kyv. 9; Tuinman I, 359; Ndl. Wdb. III, 1549; Taalgids V, 185 en vgl. hd. wessen Brot ich esse, dessen Lied ich singe (Wander I, 480; ook bij Breseman, 237), dat overeenkomt met het mlat. cuius enim panem manduco carmina canto; fr. celui louer devons de qui le pain mangeons; eng. who finds my bread and cheese, it's to his tune I dance.

eind365
De fr. uitdr. is verouderd.
Broodnoodig,
hoognoodig, onmisbaar, naast zoo noodig als brood. Vgl. Jan Saly 1: So noodig van doen hebben as broot inne mont. W. Leev. I. 20: Zo een ziekentrooster zou ik ook gaarne in onze kajuit hebben. Die hebben wy brood noodig; Ndl. Wdb. III, 1539; 1571; De Bo, 190: zoo noodig als brood, volstrekt onontbeerlijk; Antw. Idiot. 303: zoo noodig als brood (in de schapraai); Rutten, 41: Iets zoo noodig hebben als 't brood dat men eet; fri. breanedich, - nodich.
voetnoot2)
Vgl. mnl. enes wort of tale spreken, iemands partij kiezen.
voetnoot3)
Mnl. Wdb. IV, 515 en 563; III, 735.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken