Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8,97 MB)

ebook (6,37 MB)






Genre
sec - taalkunde

Subgenre
non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett

Vorige Volgende
[p. 179]

456. Een doodeter (-vreter1)).456

‘Dit zegt men van ymand, die behalven te eeten, niets meer verricht, dan of hy dood ware, en enkel ballast. Zo zend men ymand die 't verkorven heeft, en daarom van alle bedieningen en wedden ontbloot is, uit Indien wel met de schepen voor doodeeter naar huis’. Zie Tuinman, I, 146 en vgl. Winschooten, 9: Apoincté, een Frans woord, beteekend soo veel als een, die te scheep niet te doen heeft, als eeten en drinken: dog verscheeld van een voluntair, of vrijwillige, daar in, dat den staat eeven wel voor hem het maand, en kostgeld, betaald. Waar van daan: hij vaart voor apoincte, dat is voor dood eeter; bl. 83: loopen met kakhielen, loopen als een schobberd, en voor doodeeter. Halma, 309 evenwel verklaart ‘doodeeter’ als legger, waker op een schip; voor legger vaaren, voor doodeeter vaaren, n'avoir sur un vaisseau d'autre emploi que celui de garde-vaisseau; Sewel, 182 door: an old jade that can't work any more, dus een oud paard (vgl. Halma, 559: Schanslooper, z.m. doodeeter, schansknol; Esopet, Spaansche Genet, 5: Tot loon van mijne wonden, slagen en verminkte leden in het oorelog ontfangen, ben ik aan den dijk gejaagd en moet als een doodeeter buiten het hof langs de weg aasen). De eigenlijke beteekenis zal wel zijn: iemand die niets doet en wiens eenige werkzaamheid bestaat in eten, zoodat hij niet sterft tengevolge van zwaren arbeid; iemand die zóo lang eet (en niets verdient) totdat hij dood gaat; vgl. het oostfri. ww. dôdfôren, bis an den Tod unterhalten, den lebenslänglichen Unterhalt gewähren; Ten Doornk. Koolm. I, 305 a2). Het woord komt in de 17de eeuw voor, o.a. bij Antonides, IJstroom, bl. 17: 't Werkhuis dat onverlaaten en doodeeters houd in band; Hooft, Brieven, 206 en 430. Uit de beteekenis nietsdoener, luilak, lastpost heeft zich later die van dood element, sukkel, knul, niksnutter (Sjof. 93) ontwikkeld; zie Molema, 84 a; Opprel, 52 b; Ndl. Wdb. III, 2872 en vgl. het fri. dea-iter, nietsdoener, rentenier die zijn kapitaal langzamerhand opteert, in het vertrouwen dat hij tot aan zijn dood genoeg heeft; oud paard, dat niets meer doen kan3).

1)
Zie voor doodvreter o.a. Jord. 130, waar het gebruikt wordt van kinders, die nog niets kunnen verdienen; Ppl. 50; Nkr. VII, 1 Febr. p. 2; Falkl. VI, 58; 61; 89; VII, 169.
456
In de Haagsche Post, 26 Juli 1924, p. 1154 wordt doodeter in verband gebracht met eng. toadeater.
2)
In Tijdschrift XVIII, 315 wordt gewezen op het 16de-eeuwsche hd. todten-fresser ‘die Geistlichen, die sich von Seelenmessen nähren’. Dit zal wel niets met ons doodeter, dat dan ook doodeneter had moeten luiden, te maken hebben. De aldaar gemaakte vergelijking met het fr. croque-mort (lijkbezorger) gaat niet op, daar croquer hier niet knabbelen, eten, beteekent, doch moet worden opgevat in den overdr. zin van ‘faire disparaître (Hatzfeld, 600)
3)
Zie ook Günther, 82: Achelpeter, d h. een alter, sozusagen arbeits unfähig gewordner Gauner, der nichts weiter mehr als ‘acheln’ essen kann und daher auch wohl ‘Totesser’ genannt wird.

Vorige Volgende