Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

473. Hij komt pas uit den dop.

Deze uitdrukking wordt oorspronkelijk gebruikt van een dier, dat uit de eierschaal is gekropen en dus pas geboren is, en wordt bij overdracht ook gebezigd voor jonge menschen, die pas komen kijken (vgl. hd. ein Kiekindiewelt) en voor hunnen leeftijd reeds een groot woord willen voeren of over zaken willen meepraten, waarvan zij nog geen verstand kunnen hebben, terwijl zij pas de kinderschoenen ontwassen zijn. In de 16de eeuw komt deze zegswijze voor bij Plantijn: Hy kompt eerst wten dop, est novus homo; Sart. II, 6, 4; III, 3, 44; in het Spel v. Charon (anno 1551), vs. 454:

 
Ou ghy jonge meyskens
 
ghy die so tijelijck beghint te mutsene,
 
dat ghy nauwe ghecropen sijt uyten doppe
 
als ghy nat sijt van sint Joris soppe.

Zie ook Everaert, 54, vs. 63; Marnix, Byenc. 80 v. (eerst uyt den doyer gekropen); V. Moerk. 82; Mouf. 30; Starter, Steek-boekjen, 58; V. Effen, Spectator V, 23; III, 127; Sewel, 189: Naauwlijks komt zy uit den dop, en zy wil meê praaten, she hardly peeps into the world, and will always take a great deal; Tuinman I, 88; Waasch Idiot. 204 b: hij komt nog maar uit het ei (evenzoo bij Teirlinck, 395) en vgl. het oostfri. hê is êrst ut de dop kamen; fri. hy is mar just út 'e dop; fr. ne faire que sortir de la coquille (ou de sa coque); hd. kaum aus dem Ei gekrochen sein; die Eierschalen noch hinter den Ohren haben; eng. to be hardly out of the shell.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken