Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

497. Op 't droge zitten,

d.w.z. vast, verlegen zitten; ook: geen geld meer hebben (Waasch Idiot. 192 a). De uitdr. is ontleend aan het zeewezen. Onder het droge verstaan de zeelieden land dat droog ligt of ook platen, banken ‘en in het

[pagina 197]
[p. 197]

gemeen alle ondieptens, daar een schip niet vlooten kan’ (Winschooten, 51). Raakt dus een schip op eene bank of eene ondiepte, dan zit het op het droge, vast, welke uitdr. ook overdrachtelijk gebruikt wordt voor iemand, die verlegen zit en niet verder kan. Thans is ook bekend: ‘Hij zit als een visch op het droge’ (Potgieter), waarbij men natuurlijk te denken heeft aan een visch, die op het strand ligt. De zegswijze vinden wij o.a. bij Van Effen, Spectator V, 36: Het heucht me noch dat ik na den eersten January als een vis na 't water snakte, want tegen die tyd lag myn beurs gemeenlyk op 't droog. In Vlaanderen zegt men ook: op het zand zitten (Joos, 82). Vgl. nog het lat. haeret in salebra (bij Cicero de fin. 5, 28, 84); zie ook Wander IV, 1329; Woeste, 58 b; fr. être à sec; hd. auf dem Trocknen sitzen; eng. to get aground; fri. droech wêze, geen geld hebben; op 'e droechte sitte, op zwart zaad zitten (wat te vergelijken is met het Zuidndl. op droog zaad zitten); op 't strân sitte, geldeloos zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken