Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

525. Iemand dwarsboomen,

d.w.z. iemand tegenwerken, hem den voet dwars zetten; 17de eeuw ook iemand dwars vallen of iemand (den weg) draaiboomen, iemand den

[pagina 209]
[p. 209]

voet overdwars zetten, iemand overdwarsen; thans dial. dwars zijn of iemand dwars zitten (Draaijer, 9 b); dweers in den weg zijn; dweers(ch) op zijn (De Bo, 284; Waasch Idiot. 198 a). Eig. een boom dwars over den weg leggen om den doorgang te verhinderen, dus den weg versperren (afgel. van spar, balk). Zie Halma, 130: Dwarsboom, traverse, poutre mise de travers pour fermer un passage; Iemands plannen dwarsboomen, s'opposer aux desseins de quelqu'un; Sewel, 202. Syn. was iemand slagboomen (Winschooten, 31); iemand dwarspalen (Esopet, Toverlantaaren, 7; Pers, 623 a: dwerspael, dwarsdrijver). In het fri.: dwersbongelje, dwersbommelje; Molema, 50: dwarsbungeln; Bergsma, 97: dwarsbongeln, tegenspreken, niet willen begrijpen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken